Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024137734 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Kadir Sari met als adres Verbindingstraat 108 te 2070 Zwijndrecht |
Ligging van het project: | Leeuwlantstraat 129 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 30 sectie A nr. 558Y30 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van het aantal woonentiteiten van 1 naar 3, wijzigen van de gelijkvloerse functie naar detailhandel en uitbreiden van het volume |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 17/01/2024: statusrapport;
- 08/10/1992: vergunning (1992518) voor verbouwing;
- 14/03/1983: vergunning (19831610) voor verbouwing;
- 24/01/1973: vergunning (19734006) voor het plaatsen van een lichtreclame.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 3;
- wijzigen van de functie op de gelijkvloerse verdieping naar detailhandel;
- slopen van het volume tussen het hoofdvolume en de achterbouw met een oppervlakte van 50m²;
- uitbreiden van het volume door het toevoegen van een bijkomende bouwlaag;
- wijzigen van de voorgevel;
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Fluvius System Operator | 6 december 2024 | 11 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 6 december 2024 | 18 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 6 december 2024 | 18 december 2024 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 6 december 2024 | 6 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 6 december 2024 | 11 december 2024 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 6 december 2024 | 7 januari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor Stad Antwerpen aangewezen is als adviesinstantie. Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). De Leeuwlantstraat is gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D). Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A). Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het wijzigen van de functie van een eengezinswoning met complementair handelsgelijkvloers naar een meergezinswoning en handelsfunctie op het gelijkvloers. Dit is op zich in harmonie met de kenmerkende woonfunctie in de omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Er wordt een bouwlaag toegevoegd aan het gebouw. Volumes met vier bouwlagen komen nog voor in de omgeving, de bouwhoogte is ruimtelijk inpasbaar.
Daarnaast beoogt de aanvraag een vermeerdering van het aantal woongelegenheden.
Artikel 28 van de bouwcode bepaalt dat het omvormen van een niet-beschermde eengezinswoning naar een (al dan niet functioneel gemengd) meergezinsgebouw toegelaten is, mits minimum één zelfstandige woongelegenheid met een nettovloeroppervlakte van minstens 130 m² en met een aansluitende buitenruimte van minimum 15 m² gerealiseerd wordt. Het project voldoet aan deze voorwaarde en het vermeerderen van het aantal woongelegenheden in het pand is aanvaardbaar mits niet alleen elke individuele unit, maar ook de totaliteit van het project en het perceel voldoende ruimtelijke kwaliteit biedt. Het perceel blijft achteraan echter grotendeels verhard en bebouwd met bergplaatsen, waar dit maximaal zou moeten ontpit en onthard worden. Door voldoende te ontpitten en ontharden ontstaat er ook ruimte voor een bovengrondse infiltratievoorziening zodat kan voldaan worden aan de vereisten van de verordening hemelwater.
Er is in voorliggend project zelfs onvoldoende onverharde open ruimte om te voldoen aan de bepalingen van artikel 23 van de bouwcode, waarin wordt opgelegd dat tuinen kleiner dan 60 m² voor maximaal 20 m² verhard mogen worden, terwijl de tuin nu voor 35 m² verhard is.
Om alle appartementen van een buitenruimte te voorzien, wordt er zowel op de tweede als op de derde verdieping een vrijstaande scheimuur opgetrokken in functie van privacy, wat niet wenselijk is. De terrassen moeten georganiseerd worden binnen het maximale bouwvolume.
Het pand biedt zeker mogelijkheden om omgevormd te worden tot een kwalitatieve meergezinswoning, maar de voorliggende plannen zijn niet in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften en tonen onvoldoende kwaliteit voor het totale project.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Artikel 14 van de bouwcode bepaalt dat insprongen dieper dan 1 m achter de bouwlijn moeten verlicht worden. Het is onduidelijk of de insprong ter hoogte van de toegangsdeur verlicht wordt. Indien er een vergunning verleend wordt, wordt dit opgenomen als voorwaarde.
Artikel 18 van de bouwcode bepaalt dat het gedeelte van de scheidingsmuren in geval van plat dak een opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De platte daken worden aangelegd als groen dak, maar de dakopstanden van deze platte daken hebben ter hoogte van de scheidingsmuren geen hoogte van minimaal 0,30 m.
Indien er een vergunning verleend wordt, wordt als voorwaarde opgenomen dat er moet voldaan worden aan de bepalingen van artikel 18 van de bouwcode.
Artikel 19 van de bouwcode bepaalt dat functies anders dan wonen een afgescheiden afvalberging moeten hebben die voorzien wordt van verluchting, met een nettovloeroppervlakte van minimaal 4 m² per berging. Er is geen afvalberging voorzien bij de functie detailhandel.
Indien er een vergunning verleend wordt, wordt het voorzien van een afvalberging opgenomen als voorwaarde.
De aanvraag wijkt af van de verordening toegankelijkheid. Het hoogteverschil tussen de straat en de vloerpas van de detailhandel bedraagt 15 cm en wordt niet overbrugd met een helling. De toegangsdeur heeft een doorgangsbreedte van slechts 0,8 m terwijl dit minimaal 0,9 m moet zijn. De toegang tot de detailhandel is enkel mogelijk via een draaideur, het is niet duidelijk of de deur is uitgerust met een mechanisme dat het gebruik door personen met een handicap garandeert. In de inkompui is geen voldoende grote vrije en vlakke draairuimte ter hoogte van de toegangsdeur naar de detailhandel.
Indien er een vergunning verleend wordt, wordt als voorwaarde opgenomen dat er moet voldaan worden aan de verordening toegankelijkheid.
Visueel-vormelijke elementen
Artikel 8 van de bouwcode bepaalt dat de afwerking van de gevels het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld moet respecteren of opwaarderen. In de aanvraag verschilt het schrijnwerk op de verdiepingen van dat op het gelijkvloers. De gevelbeplating in wit pvc op het gelijkvloers en aan de kroonlijst respecteert de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld niet.
De daklaag werd opgevat als een mansardedak, maar door dit geen helling te geven en de ramen hoog te plaatsen, verliest het de kenmerkende eigenschappen hiervan. Hoewel de bijkomende bouwlaag op zich stedenbouwkundig aanvaardbaar is, is de uitwerking dat niet.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging. De functie op het gelijkvloers van detailhandel blijft behouden. Het aantal wooneenheden breidt uit van 1 naar 3. Bij projecten tot 5 en met wooneenheden is de parkeernorm 1. De parkeerbehoefte voor de bijkomende wooneenheden is 2.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Het perceel en de bebouwing laten geen parkeerplaatsen toe op het eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 2. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 – 0 = 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Er wordt een fietsenberging in de tuinzone voorzien voor 7 fietsen.
Bewonersvergunningen bij nieuwbouw of herbouw
Op 25 maart 2024 keurde de gemeenteraad een gewijzigd reglement goed voor de gemeentelijke parkeervergunning. Hierin werd het aantal bewonersvergunningen bij nieuwbouw en herbouw gewijzigd. Deze is toepasbaar voor bouwdossiers die ingediend zijn op of na 15 juli 2024, met name het moment dat de nieuwe bouwcode van kracht is.
Om de publieke ruimte verder beschikbaar te maken voor andere zaken dan geparkeerde voertuigen, wil de stad het aantal parkeervergunningen gekoppeld aan nieuwe bouwprojecten of herbouwprojecten beperken. Bewoners hebben bij deze projecten namelijk een hoogwaardig alternatief (inpandig parkeren) ten opzichte van parkeren op straat.
Het betreft een project met maximaal 5 wooneenheden. Indien er een vergunning wordt verleend, kunnen er 2 bewonerskaarten per wooneenheid toegekend worden aan de bewoners van dit gebouw.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 6 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 februari 2025 |
Verslag GOA | 14 januari 2025 |
Naam GOA | Cynthia Steurs |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.