Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024120956 |
Gegevens van de aanvrager: | NV PR Haven van Antwerpen - Brugge met als adres Zaha Hadidplein 1 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Romeynsweel zonder nummer te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 15 sectie D nrs. 271/8A en 271/8B |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | sloop van gebouwen, rooien van bomen en ontbossing |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend voor de fabriek van New Holland Tractor, met name de stedenbouwkundige vergunning (18/53029-6923/B/ - 1970827998) verleend door het college op 15 mei 1970 voor de fabriek en de daaropvolgende uitbreidingen.
Bestaande toestand
* functie:
> industrie en bedrijvigheid;
> productie voor tractoronderdelen.
* bouwvolume:
> hal bestaande uit een bouwlaag met grondoppervlakte van circa 16.385 m²;
> diverse installaties en tanks met verschillende afmetingen.
* inrichting:
> industrieterrein ten noorden van de Noorderlaan gekenmerkt door een industriehal in het noordoosten. Op het terrein ten noorden daarvan, aan de noordzijde van Romeynsweel, bevindt zich een waterzuiveringsinstallatie en andere aanhorigheden. Op beide terreinen zijn delen van het terrein bebost.
Nieuwe toestand
* functie:
> terrein bestemd voor industrie en bedrijvigheid.
* inrichting:
> na sloop en ontbossing blijft het terrein braak liggen in afwachting van een nieuwe ontwikkeling.
Inhoud van de aanvraag
- Slopen van gebouwen en installaties;
- Ontbossen en rooien van bomen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos - Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 6 december 2024 | 8 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 6 december 2024 | 12 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Provincie Antwerpen - Dienst Integraal Waterbeleid | 6 december 2024 | 24 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Petrochemical Pipeline Services BV | 6 december 2024 | 24 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Pipelink | 6 december 2024 | 20 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Watertoets | 6 december 2024 | 13 december 2024 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 6 december 2024 | 13 januari 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke verordening inzake hemelwater.
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is niet vereist.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is geheel gelegen in een zone waarvoor de Provincie Antwerpen en de Vlaamse Milieumaatschappij aangewezen zijn als adviesinstantie. Zij brachten beide een gunstig advies uit met als voorwaarde dat er geen verhogingen en geen profielwijzigingen op het perceel mogen uitgevoerd worden, alsook dat alle breekmateriaal afgevoerd wordt. De aanvraag voldoet hieraan.
Het project is deels gelegen in een zone met een middelgrote pluviale overstromingskans (T100) onder huidig klimaat (score D).
Het project is deels gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader voor stikstofoxiden veroorzaakt door mobiliteitsgerelateerde projecten uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen.
In voorliggende aanvraag, die door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 1.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota toe te voegen aan de aanvraag. Deze nota maakt deel uit van het aanvraagdossier. De dienst archeologie van de stad Antwerpen werd om advies gevraagd en geeft aan dat er geen programma van maatregelen werd opgesteld. Op 22 november 2024 heeft het Agentschap Onroerend Erfgoed akte genomen (https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/31363).
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Een industrieterrein, verdeeld over twee percelen die van elkaar gescheiden zijn door een weg, werd in het verleden ontwikkeld voor een bedrijf actief in de productie van tractoronderdelen en is momenteel niet meer in gebruik. De verouderde gebouwen en verschillende installaties (zoals de waterzuivering) worden daarom afgebroken. Op beide percelen is er een beperkte oppervlakte spontaan gegroeid bos aanwezig (1.818 m² en 330 m²). De aanvraag behelst eveneens het ontbossen zodat een braakliggend terrein bekomen wordt in afwachting van een nieuwe ontwikkeling.
De bestaande verharding zal eveneens uitgebroken worden maar dit maakt geen voorwerp uit van de aanvraag daar dit vrijgesteld is van vergunningsplicht. Om tijdens droge periodes stofvorming te voorkomen, wordt wel als voorwaarde opgelegd om het terrein na de sloopwerkzaamheden in te zaaien met een streekeigen grasmengsel.
Door een in onbruik geraakt terrein terug vrij te geven, kan dit herontwikkeld worden volgens de bestemming die van toepassing is op dit gebied en kan het aansnijden van nieuwe ruimte vermeden worden. De aanvraag is bijgevolg functioneel inpasbaar.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Om een bruikbaar terrein te bekomen, dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.
Visueel-vormelijke elementen
Het betreft geen sloop van historische of architecturaal waardevolle constructies.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omwille van de nabijheid van de Noorderlaan werd het advies ingewonnen van het Agentschap Wegen en Verkeer, als beheerder van deze gewestweg. Het advies is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Er wordt voor de uitvoering van de vergunning enkel verwezen naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van een pijpleiding werd het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Het advies is voorwaardelijk gunstig.
De voorwaarden uit dit advies, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
De aanvraag omvat het ontbossen van het terrein. Advies werd gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos. Het advies is voorwaardelijk gunstig. Opgemerkt wordt dat de zone waarvoor een boscompensatievoorstel werd toegevoegd, geen bos betreft. De boscompensatie is bijgevolg zonder voorwerp. De stedenbouwkundige handeling ‘ontbossen’ wordt aldus geherkwalificeerd naar ‘rooien van bomen’. Er dient eveneens geen bosbehoudsbijdrage te worden betaald.
Verder wordt opgemerkt dat er bij de aanvraag een afwijkingsvraag op het Soortenbesluit is toegevoegd omwille van een eenmalige waarneming van een roepende rugstreeppad en de aanwezigheid van nestelende grote meeuwen in het verleden. De aanwezigheid van de rugstreeppad kon naderhand niet bevestigd worden dus een afwijking op deze soort valt zonder voorwerp. In 2024 werden wel broedverdachte zilvermeeuwen waargenomen op het gebouw. Meeuwen zijn soorten die elk jaar dezelfde nestplaatsen gebruiken en daar het gebouw gesloopt zal worden, zal deze nestplaats verdwijnen. Dergelijke nesten zijn strikt beschermd conform het Soortenbesluit. Daar door de sloop de nesten niet behouden kunnen blijven, bestaat er geen andere bevredigende oplossing dan het verlenen van de afwijking. Als voorwaarde wordt opgelegd dat de sloop moet gebeuren voor de start van het broedseizoen, zijnde 31 maart. De aanvrager dient eveneens na afloop van de sloopwerken een schriftelijke rapportering te bezorgen aan het Agentschap waaruit blijkt op welke wijze gebruik is gemaakt van de afwijking. Deze rapportering dient te gebeuren via het model beschikbaar op de website van het Agentschap Natuur en Bos. De voorwaarden zijn van die aard dat ze aan de vergunning kunnen worden gehecht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert enkel een effect op de mobiliteit gedurende de werken. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt;
2. De sloop moet gebeuren vóór de start van het broedseizoen, zijnde 31 maart;
3. Om een bruikbaar terrein te bekomen, dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.
4. Het terrein dient na de sloopwerkzaamheden ingezaaid te worden met een streekeigen grasmengsel om stofvorming te voorkomen;
5. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services;
6. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Natuur en Bos.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 oktober 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 6 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 februari 2025 |
Verslag GOA | 13 januari 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bouwheer dient de nodige (organisatorische) acties te ondernemen opdat het werfverkeer geen hinder op de openbare weg veroorzaakt;
2. De sloop moet gebeuren vóór de start van het broedseizoen, zijnde 31 maart;
3. Om een bruikbaar terrein te bekomen, dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.
4. Het terrein dient na de sloopwerkzaamheden ingezaaid te worden met een streekeigen grasmengsel om stofvorming te voorkomen;
5. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services;
6. Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Natuur en Bos.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.