Terug
Gepubliceerd op 27/01/2025

2025_CBS_00343 - Omgevingsvergunning - OMV_2024149017. Quellinstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/01/2025 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Johan Klaps, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Stijn De Rooster, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2025_CBS_00343 - Omgevingsvergunning - OMV_2024149017. Quellinstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_00343 - Omgevingsvergunning - OMV_2024149017. Quellinstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024149017

Gegevens van de aanvrager:

NV EAST N WEST met als contactadres Hoveniersstraat 42 bus b09 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Quellinstraat 56 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nr. 1213L

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een gemengd gebouw

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          14/02/2020: vergunning (OMV_2019147346) voor het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning en wijzigen van functie handel naar reca – vervallen;

-          02/09/1960: toelating (18#41472) voor het verbouwen van de 2de verdieping een appartementsgebouw;

-          16/02/1934: toelating (1934#45398) voor het bouwen van een winkelhuis met appartementen.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse verdieping: detailhandel;
  • verdiepingen: meergezinswoning met 3 appartementen;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak; 
  • bouwdiepte van 7,68 m;
  • open koer;

-          gevelafwerking:

  • beige natuursteen met verticale geleiding door profilering in de steen onder en boven de ramen;
  • poort als doorgang naar het achterliggend perceel.

 

Bestaande toestand

overeenkomstig de vergunde toestand, uitgezonderd van:

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse verdieping in zwarte natuursteen met grijs aluminium schrijnwerk;
  • grijs geschilderd houten schrijnwerk op de verdiepingen.

 

Nieuwe toestand

-          functie: ongewijzigd:

  • gelijkvloerse verdieping: detailhandel;
  • verdiepingen: meergezinswoning met  3 appartementen;

-          bouwvolume:

  • 4 bouwlagen met plat dak; 
  • perceel volledig bebouwd op de gelijkvloerse verdieping;
  • bouwdiepte op de verdiepingen tegen de rechter perceelsgrens van 10 m;
  • uitkragende terrassen aan de achtergevel;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse verdieping in zwarte natuursteen met grijs aluminium schrijnwerk;
  • verdiepingen in beige natuursteen met verticale geleiding door profilering in de steen onder en boven de ramen;
  • grijs geschilderd schrijnwerk op de verdiepingen met vaste panelen ter hoogte van de lichtkoker;
  • grijze aluminium poort als doorgang naar het achterliggend perceel.

 

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          plaatsen van terrassen aan de achtergevel;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

10 december 2024

27 december 2024

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

10 december 2024

18 december 2024

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 december 2024

11 december 2024

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 december 2024

12 december 2024

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

10 december 2024

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 18:
    De toegangsdeur naar de handelsruimte beschikt over een niveauverschil van 8 cm. Het niveauverschil wordt niet overbrugd met een helling.

 

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing:
    §2 De afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen. Bij de aanvraag wordt een deel van de raamopeningen verkleind en dichtgemaakt met een paneel.
    §3 Het vervangen van het schrijnwerk door schrijnwerk in een ander materiaal, in een andere kleur of met een andere raamverdeling is verboden aan de voorgevel. De indeling en het materiaal van het schrijnwerk wordt gewijzigd.
  • artikel 18 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    De opstand tussen de scheimuur van de uitbreidingen en het hoogst aangrenzende dakvlak is kleiner dan de minimaal vereiste 0,30 meter.
  • artikel 19 Afvalverzameling:
    Er is geen afgescheiden, verluchte afvalberging voor de handelsfunctie aanwezig.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functies van detailhandel en meergezinswonen blijven behouden. De aanvraag is daarmee verenigbaar met de woon- en handelsfuncties in de Quellinstraat.

 

Het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing werd ingewonnen. Het advies is gunstig en luidt als volgt:

“Gunstig advies voor het herinrichten en vergroten van een bestaande, vergunde handelsruimte gelijkvloers van een pand gelegen in de zone kernwinkelgebied centrum Antwerpen (Centraal Station) - zone B2. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat in deze zone behoud van de vergunde commerciële ruimten mogelijk is en dat optimalisatie (in dit geval een kleinschalige vergroting) ervan gunstig wordt geadviseerd. Momenteel betreft het immers een hele kleine winkelruimte. Door de vergroting zal het pand ook beter verhuurbaar zijn waardoor de structurele leegstand van dit handelsgelijkvloers kan weggewerkt worden.”

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

Voorliggende aanvraag voorziet in het uitbreiden van het gebouw aan de achterzijde.

 

Langs de rechter perceelsgrens wordt het gebouw uitgebreid over de volledige hoogte. De achtergevel van de uitbreiding zal op de derde verdieping beperkt (0,60 meter) buiten het gabarit van de rechterbuur reiken.

 

Het gelijkvloers wordt volledig dichtgebouwd met een uitbouw van één bouwlaag.

De aanvraag bevindt zich in kernwinkelgebied, waardoor het volgens artikel 22 van de bouwcode mogelijk is om minder dan 20% van het perceel onbebouwd te laten. Bovendien heeft het perceel een beperkte diepte in vergelijking met de omliggende percelen.

Om hier een leefbare handelszaak te voorzien, werd geadviseerd dat het perceel op het gelijkvloers kan worden dichtgebouwd mits:

-          het voorzien van een groendak;

-          het voorzien van voldoende lichtinval (bvb. een koepel) voor de handelsfunctie;

-          het voorzien van een goede oplossing voor de buffering van hemelwater.

De aanvraag voorziet in het aanleggen van de bestaande en nieuwe daken als groendak. De uitbouw tegen de achterste perceelsgrens wordt voorzien als lichtstraat. Ten slotte wordt een hemelwaterput van 10.000 liter voorzien in de kelder. Hiermee voldoet de aanvraag aan de gestelde voorwaarden.

 

De voorgestelde verbouwings- en uitbreidingswerken zijn ruimtelijk inpasbaar in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

Voorliggende aanvraag voorziet in een aantal bestaande en nieuwe voorgevelwijzigingen.

 

Op het gelijkvloers werd de gevel in beige Franse steen en houten buitenschrijnwerk gewijzigd naar zwarte natuursteen en antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk met een gewijzigde indeling. Links in de voorgevel werd de dubbele houten garagedeur gewijzigd naar een garagepoort in antracietkleurig aluminium.

Het gebruik van donkere gevelmaterialen en donker aluminium buitenschrijnwerk op het gelijkvloers aan de voorgevel past zich in, in de omgeving.

 

Op de verdiepingen wordt een deel van de raamopeningen verkleind en dichtgemaakt met een paneel. Dit komt de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld niet ten goede, wat niet in overeenstemming is met artikel 8 §2 van de bouwcode. Als voorwaarde bij de vergunning wordt opgenomen om de dicht te maken raamopeningen te voorzien van glas.

 

Cultuurhistorische aspecten

Voorliggend pand wordt vermeld in de beschrijving van het geografisch thema ‘Quellinstraat’ door het Agentschap onroerend erfgoed (https://id.erfgoed.net/themas/11843). Het pand zelf is niet opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed. De stedelijke dienst Monumentenzorg heeft geen bezwaar tegen de aanvraag.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig en dient stipt te worden nageleefd.

 

Na het wijzigen van de toegang tot de handelszaak op het gelijkvloers is er een niveauverschil van 8 cm tussen het vloerpeil van de handelsruimte en het peil van het trottoir. Dit niveauverschil dient conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd te worden met een helling van maximaal 10 % en wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Door de uitbreiding aan de achterzijde van het pand, is de opstand tussen de scheimuur van de uitbreiding en het hoogst aangrenzende dakvlak kleiner dan de minimaal vereiste 0,30 meter. Dit is strijdig met artikel 18 van de bouwcode.

Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien is van dakbekleding in een niet-brandbaar materiaal.

 

Er is voor de handelsfunctie geen afgescheiden afvalberging voorzien conform artikel 19 van de bouwcode. Als voorwaarde voor vergunning wordt het voorzien van een afvalberging conform dit artikel, opgenomen. 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en/of functiewijziging.

De handelsruimte op het gelijkvloers wordt uitgebreid. Voor handelsruimtes in het centrum van de stad moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.

De 3 bovenliggende wooneenheden blijven behouden.

De werkelijke parkeerbehoefte is 0.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

 

Advies aan het college

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 meter breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

- dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60.

3. De dicht te maken raamopeningen dienen te worden voorzien van glas.

4. Het niveauverschil tussen het vloerpeil van de handelsruimte en het trottoir wordt conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd met een helling van maximaal 10 %.

5. Een afgescheiden, verluchte afvalberging, met een netto-vloeroppervlakte van minimaal 4 vierkante meter per berging, is te voorzien voor de handelsfunctie.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 november 2024

Volledig en ontvankelijk

10 december 2024

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 februari 2025

Verslag GOA

15 januari 2025

Naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 meter breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;

- dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60.

3. De dicht te maken raamopeningen dienen te worden voorzien van glas.

4. Het niveauverschil tussen het vloerpeil van de handelsruimte en het trottoir wordt conform artikels 18 en 19 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid overbrugd met een helling van maximaal 10 %.

5. Een afgescheiden, verluchte afvalberging, met een netto-vloeroppervlakte van minimaal 4 vierkante meter per berging, is te voorzien voor de handelsfunctie.

6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.