Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024128770 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV HERO CONSTRUCT (0454643849) met als adres Reihagenstraat 1 te 9200 Dendermonde |
Ligging van het project: | Hessenplein 4, Oudeleeuwenrui 48A, 48C te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 2 sectie B nr. 178B2 |
waarvan: |
|
- 20240924-0023 | afdeling 2 sectie B nr. 178B2 (Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een tijdelijke bemaling |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 16 december 2022 werd door het college een vergunning verleend onder voorwaarden voor het bouwen van 3 meergezinswoningen boven een ondergrondse parking, de exploitatie van een distributiecabine en een warmtepomp (OMV_2022109838). De vergunning werd in beroep voorwaardelijk vergund door de deputatie op 25 mei 2023.
Inhoud van de aanvraag
Voor de aanleg van een meergezinswoning met kelderverdieping wordt een bemaling aangevraagd.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; | 9,79 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; | 9,79 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 37.709,00 m³/jaar |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie
1. |
| Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1 §1 van Vlarem II: Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater. Voornoemde wetbepaling schrijft voor dat het bedrijfsafvalwater geloosd dient te worden via een meetgoot. Artikel 4.2.3.1.3° van Vlarem II: van de gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C, mogen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen) van artikel 3 van bijlage 2.3.1. enkel stoffen worden geloosd waarvoor in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.3.6.1. Voorgesteld alternatief/aanvulling: Om de kwaliteit van het geloosde grondwater te bepalen, zullen er staalnames gedaan worden via een aftapkraan van het voorziene buffervat/container. De exploitant voorziet hiervoor 1 monsternamepunt (effluentwater) en één waterteller. Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de voorziene meetmethodes voor lozing van afvalwater volgens artikel 4.2.5.1.1. Op basis van de geraadpleegde onderzoeken wordt voor arseen, nikkel, vinylchloride, trichlooretheen, cis+trans-1,2-dichlooretheen en PFAS voorgesteld afwijkende lozingsnormen aan te vragen. We verwijzen hiervoor naar de impactnota van de bodemsaneringsdeskundige. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies grondwater Antwerpen | 4 december 2024 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) - Advies Vergunning Afvalwater en Lucht | 4 december 2024 | 3 januari 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 4 december 2024 | 6 december 2024 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een tijdelijke bemaling die noodzakelijk is voor de uitvoering van eerder vergunde stedenbouwkundige handelingen. Deze stedenbouwkundige handelingen werden reeds eerder getoetst aan de verenigbaarheid met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening. De bemaling zelf is slechts tijdelijk van aard en noodzakelijk voor de uitvoeringsfase van de bouw. Het project kan beschouwd worden als verenigbaar met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De bemaling wordt uitgevoerd in het kader van een meergezinswoning met ondergrondse kelder, ondergrondse liftputten en een autolift. Het gehanteerde bemalingsconcept voor de kelderverdieping en de liftputten betreft een gesloten bouwput (waterremmende wanden).
De aanzetdiepte van de waterremmende wand wordt vastgelegd op 15 m-mv, tot in de tertiaire glauconiethoudende zandlagen.
De bouwput heeft een lengte van 62 meter en een breedte van 22 meter. De liftputten hebben een afmeting van 2,20 meter op 2,20 meter. De autolift heeft een afmeting van 6 meter lengte op 3,50 meter breedte. Met een veiligheidsmarge van 0,5 meter zal er 4,60 m-mv en 5,90 m-mv bemaald worden voor de kelder, de autolift en de liftputten.
Het wordt aangeraden om deze liftputten en septische put als prefabconstructies uit te voeren om deze bijkomende, diepere bemaling zoveel mogelijk te beperken.
Om het totaal te onttrokken debiet te bepalen wordt gewerkt met het worstcasescenario waarbij de grondwaterstand 2,80 m-mv bedraagt. Dit werd vastgesteld door één jaar durende peilmetingen.
Ter bepaling van het zettingsrisico wordt gerekend met een voorbelasting gezien het grondwaterpeil in de zomerperiode lager komt te staan dan bovenstaande aanname.
Voor het totaal wordt er een onttrokken debiet van 37.709 m³ gevraagd. Voor de 3 liftputten wordt er voor elke put 1.173 m³/jaar onttrokken. Voor de autolift wordt er 1.415 m³/jaar onttrokken. De totale duurtijd van de bemaling wordt berekend op 200 dagen.
Om het volledig debiet van de bemaling te berekenen wordt in de bemalingsstudie gebruik gemaakt van 200 kalenderdagen. Bij de analyse van de OVAM-dossiers wordt de versnelling en verplaatsing van potentiële verontreinigingen over een periode van 160 dagen berekend. Mogelijk geven de berekeningen van de potentiële versnelling en verplaatsing van verontreinigingen een vertekend beeld omwille van deze discrepantie in duurtijd.
De invloedstraal van de bemaling bedraagt 130 meter. Het maximale debiet bedraagt 9,79 m³ per uur bij de opstart van de bemaling aan de kelder. Nadien verlaagt het debiet naar een gemiddeld uurdebiet van 7,86 m³. Het aangevraagde lozingsdebiet bedraagt 9,79 m³ per uur.
OVAM-dossiers
Er werden 14 OVAM-dossiers gevonden binnen de invloedstraal van de bemaling.
Voor OVAM-dossier 15407 werd een verontreiniging van VOCl bevonden. Deze zou door de bemaling 9,28 meter verplaatsen, doch blijft binnen de contouren van het perceel. Aangezien de mogelijkheid bestaat dat de verontreiniging reeds verder is verspreid ten opzichte van het beschrijvend bodemonderzoek van 2012, wordt er aangeraden om uit voorzorg verhoogde lozingsnormen en een waterzuiveringsinstallatie aan te vragen. De aanvrager heeft verhoogde lozingsnormen voor vinylchloride, trichlooretheen en cis+trans-1.2.-dichlooretheen aangevraagd voor respectievelijk 1.000, 100 en 100 µg/liter.
In dossiers 1549, 3713, 6913, 7031, 12163, 14003, 14131, 14533, 14776, 15527, 16719, 22899, 23128, 26760 en 37162 werd een overschrijding van het indelingscriterium voor arseen vastgesteld. In dossier 3975 werd een overschrijding van het indelingscriterium voor arseen en nikkel vastgesteld. Voor arseen en nikkel heeft de aanvrager een verhoogde lozingsnorm van respectievelijk 50 en 300 µg/liter aangevraagd.
Het projectgebied ligt in een PFAS no regret-zone. In de bemalingsstudie wordt aangeraden om het bemalingswater te analyseren op de individuele PFAS-parameters. Dit wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden. Er worden uit voorzorg reeds verhoogde lozingsnormen en een waterzuivering aangevraagd.
Bijstellingen
Omwille van de overschrijdingen van arseen, nikkel, vinylchloride, trichlooretheen, cis+trans-1.2.-dichlooretheen en PFAS vraagt de exploitant een afwijking van de lozingsnormen voor deze parameters. De afwijking werd beoordeeld door de VMM en de advisering wordt in de voorwaarden van de vergunning opgenomen. De VMM heeft echter in zijn beoordeling de aangevraagde lozingsnormen uit de bemalingsstudie (pagina 37 uit 35981_R01_Arcade_Zuidnatie_BMA_v4) genomen maar daar werd de aangevraagde lozingsnorm van 1 µg/liter voor vinylchloride aangevraagd in plaats van de gewenste 1.000 µg/liter. Het indelingscriterium van vinychloride is 10 µg/liter waardoor een afwijking kan toegestaan worden van 10 µg/liter.
Volgende verhoogde lozingsnormen worden geadviseerd door VMM:
parameter | eenheid | geadviseerd |
arseen | mg/liter | 50 |
nikkel | mg/liter | 300 |
vinylchloride | µg/liter | 1 |
trichlooretheen | µg/liter | 1 |
cis+trans-1.2.-dichlooretheen | µg/liter | 100 |
PFAS individueel | ng/liter | 100 |
Volgende verhoogde lozingsnormen worden toegestaan door de dienst Omgevingsvergunningen:
parameter | eenheid | geadviseerd |
arseen | mg/liter | 50 |
nikkel | mg/liter | 300 |
vinylchloride | µg/liter | 10 |
trichlooretheen | µg/liter | 1 |
cis+trans-1.2.-dichlooretheen | µg/liter | 100 |
PFAS individueel | ng/liter | 100 |
Naast de afwijking op de lozingsnormen, vraagt de exploitant een afwijking op bijlage 4.2.5.1. met betrekking tot de controle-inrichting voor lozingen van afvalwater. Aangezien het een tijdelijke bemaling en tijdelijke lozing betreft wordt er geen meetgoot en speciale meetapparatuur geplaatst, enkel een staalnamekraan. De debietmeter die geplaatst wordt, is conform Vlarem II artikel 5.53.3. van Vlarem II
De VMM adviseert dat in afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II er geen meetgoot moet voorzien worden. Een controle-inrichting bestaande uit een staalnamekraan wordt voldoende geacht.
Deze bijstellingen wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Zettingen
De theoretische absolute eindzettingen bedragen maximaal 1 mm ter hoogte van de bouwput. Deze zijn kleiner dan de toegelaten theoretische zetting van 20 mm.
De zettingen worden als aanvaardbaar geacht. Toch wordt geadviseerd om gedurende de volledige periode van de bemaling regelmatig controles uit te voeren van de grondwaterstanden. Wanneer tijdens de uitvoering een grotere verlaging mocht optreden, moet de bemaling onmiddellijk bijgestuurd worden. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
M.e.r.-screening
Er zijn verplichtingen met betrekking tot het MER-decreet, namelijk het uitvoeren van een m.e.r.-screening gezien het project een grondwateronttrekking betreft (bijlage III, 10.j)).
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
De pompen dienen steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II. Dit wordt mee opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
De grondwaterverlaging zal opgevolgd worden zodoende enkel het meest noodzakelijke grondwater op te pompen. Er zal getracht worden over de volledige bemalingsperiode zo min mogelijk grondwater op te pompen. Dit wordt opgenomen in de bijzondere voorwaarden.
Stikstof
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist. Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag geen project is voor de exploitatie van een IIOA met één of meer stationaire bronnen van stikstofoxiden. Het beoordelingskader uit het decreet is dus niet van toepassing en de opmaak van een passende beoordeling (artikel 28 decreet) is niet vereist.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM-wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 9,79 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 9,79 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 37.709,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de effectieve aanvang gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (dagelijks) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld van de toezichthouders.
3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens dagelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
5. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
6. Lozingsnormen
In afwijking van artikel 4.2.3.1 3° worden volgende verhoogde lozingsnormen geadviseerd:
parameter | eenheid | geadviseerd |
arseen | mg/liter | 50 |
nikkel | mg/liter | 300 |
vinylchloride | µg/liter | 10 |
trichlooretheen | µg/liter | 1 |
cis+trans-1.2.-dichlooretheen | µg/liter | 100 |
PFAS individueel | ng/liter | 100 |
7. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
8. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.
9. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 september 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 4 december 2024 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 2 februari 2025 |
Verslag GOA | 17 januari 2025 |
Naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. De startdatum van de bemaling wordt ten minste twee weken voor de effectieve aanvang gemeld aan stad Antwerpen. Hiervoor stuurt u een mail aan de dienst Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de dienst Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer, de contactgegevens van de werfverantwoordelijke en de start- en einddatum.
2. Om het grondwaterpeil te kunnen monitoren, worden er peilbuizen geplaatst die periodiek (dagelijks) worden opgemeten. De grondwaterstanden worden in een logboek genoteerd en ter beschikking gesteld van de toezichthouders.
3. Om het opgepompte debiet minimaal te houden, wordt na het bereiken van de noodzakelijke verlaging van de grondwatertafel, het opgepompte debiet maximaal teruggeschroefd, om de verlaging in stand te houden.
4. Het debiet van de bemaling wordt opgevolgd door middel van correct werkende debietmeters en bijgehouden in een logboek dat steeds op de werf aanwezig is en ter inzage wordt gehouden van de toezichthoudende overheid. Het debiet wordt minstens dagelijks geregistreerd wanneer de bemaling in werking is.
5. De kwaliteit van het bemalingswater wordt geanalyseerd in de bemalingsfilter/put (na schoonpompen van de installatie) of op voorhand in een representatieve peilbuis maximaal 1 jaar voor de opstart van de bemaling. De te analyseren parameters zijn minstens die van het standaardanalysepakket zoals beschreven in bijlage 3 van de standaardprocedure voor een oriënterend bodemonderzoek (OVAM, 1 maart 2023), en de kwantificeerbare PFAS-componenten opgenomen in het WAC_IV_A_025. De bemaling mag pas in gebruik genomen worden als de analyseresultaten beschikbaar zijn en getoetst werden aan de geldende normen.
De verdere monitoring gebeurt aan volgende frequentie:
- bij concentraties hoger dan 80 % van de norm: analyse voor lozingspunt in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling of tot wanneer de recentste analyse maximaal 80% van de norm bedraagt;
- bij concentraties lager dan 80% van de norm: geen herhaling noodzakelijk.
Bij inzet van een waterzuivering gebeurt de analyse op het effluent van de waterzuivering ter vervanging van de monitoring van het opgepompte bemalingswater als volgt: in de eerste maand wekelijks en vervolgens maandelijks tot het einde van de bemaling.
6. Lozingsnormen
In afwijking van artikel 4.2.3.1 3° worden volgende verhoogde lozingsnormen geadviseerd:
parameter | eenheid | geadviseerd |
arseen | mg/liter | 50 |
nikkel | mg/liter | 300 |
vinylchloride | µg/liter | 10 |
trichlooretheen | µg/liter | 1 |
cis+trans-1.2.-dichlooretheen | µg/liter | 100 |
PFAS individueel | ng/liter | 100 |
7. In afwijking van artikel 4.2.5.1.1. §1 van Vlarem II moet er geen meetgoot voorzien worden.
8. De bemalingspompen worden zo ver mogelijk van bewoning en, indien nodig, in een geluidsdichte kast geplaatst. De geluidshinder die door de bemalingspompen wordt geproduceerd, dient steeds te voldoen aan de milieuvoorwaarden ter beheersing van de geluidshinder opgenomen in artikel 4.5. van Vlarem II.
9. De analyseresultaten met betrekking tot PFAS worden bezorgd aan de PFAS-coördinator van stad Antwerpen (mi@antwerpen.be).
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II, met een debiet van meer dan 2 m³/uur tot en met 100 m³/uur; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 9,79 m³/uur |
3.6.3.2° | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 9,79 m³/uur |
53.2.2°b)2° | bemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van werken of de aanleg van nutsvoorzieningen, beide met inbegrip van terug in de ondergrond brengen van bemalingswater in dezelfde watervoerende laag en het nuttige gebruik tot maximaal 5.000 m³ bemalingswater per jaar. Dit voor bemalingen niet gelegen in beschermde duingebieden, in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; (inrichting Bemaling - Antwerpen, Project Zuidnatie) | 37.709,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van 200 dagen vanaf de start van de bemaling.