Terug2025_DRWI_00006 - Installatie districtsraad Wilrijk 2025-2030 - Verkiezing, eedaflegging en rangorde districtsschepenen - Kennisneming

• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikelen 5 en 119 bepalen dat een gezamenlijke akte van voordracht ondertekend en ingediend moet worden met naleving van het initiatiefrecht.  
  • Artikel 121 bepaalt dat uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de districtsraadsverkiezingen plaatsvinden, de gemeenteraad per district, dat door hem is opgericht, het maximale aantal districtsschepenen voor de volgende bestuursperiode bepaalt op basis van de bevolkingsaantallen van het district.
    Met besluit van 21 mei 2024 (jaarnummer 316) besliste de gemeenteraad dat, met ingang van 1 januari 2025, het districtscollege van Wilrijk zal bestaan uit de districtsburgemeester en tussen twee en vijf districtsschepenen. 
  • Artikel 42§3 en artikel 121§2 stellen dat het districtscollege moet bestaan uit personen van verschillend geslacht.
  • Artikelen 43 en 122 regelen de verkiezing van de districtsschepenen op basis van een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen.
    • Deze  akte van voordracht is uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de districtsraad aan de districtssecretaris bezorgd en is ondertekend door:
      • meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
      • de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst zijn verkozen als de voorgedragen kandidaten.
    • De gezamenlijke akte van voordracht kan ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-schepen vermelden. 
    • De voorzitter van de districtsraad gaat na of de gezamenlijke akte van voordracht ontvankelijk is. Alleen de handtekeningen van de districtsraadsleden die de eed hebben afgelegd, worden daarvoor in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die nadien als districtsraadslid de eed hebben afgelegd.
    • Als de voordracht ontvankelijk is, worden de voorgedragen kandidaat-districtsschepenen verkozen verklaard en is het aantal schepenen vastgelegd tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de districtsraad. 
    • De rang van de districtsschepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. De districtsburgemeester wordt geacht een hogere rang in te nemen dan de districtsschepenen.
  • Artikelen 44 en 122 stellen dat de districtsschepenen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering van de districtsraad de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de districtsraad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
  • Artikelen 47 en 122 geven  aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van het districtscollege.
  • Artikelen 149 en 122 behandelen de wedde van de districtsschepenen.
    
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
  

Voor de mandaten van districtsschepenen werd op 24 oktober 2024 een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen bezorgd aan de districtssecretaris.
De voorgedragen kandidaat-districtsschepenen zijn:

• eerste schepen: Linda Verlinden (N-VA);
• tweede schepen: Hans Ides (CD&V);
• derde schepen: Alexandra D'Archambeau (Open VLD);
• vierde schepen: Xeno Wauters (N-VA).

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de maandelijkse uitbetaling van de wedde.