Notulen  districtsraad Hoboken

De resultaten van de districtraadsverkiezingen van 13 oktober 2024, zoals afgekondigd door het stadsdistrictshoofdbureau in het proces-verbaal van 13 oktober 2024, zijn definitief.

• Artikelen 203 en 204 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 regelen de organisatie van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Dit administratief college heeft onder andere de bevoegdheid om de bezwaren te behandelen die tegen de verkiezingen worden ingediend.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

Er is op het moment van de installatievergadering geen informatie voorhanden dat er een bezwaar is ingediend bij de Raad voor Verkiezingsbetwistingen. Bijgevolg is de uitslag van de verkiezing die is afgekondigd door het stadsdistrictshoofdbureau in het proces-verbaal, definitief.

Op 6 januari 2025 wordt het nieuwe districtsbestuur voor het district Hoboken geïnstalleerd. 

• Artikelen 8 en 119 stellen dat een verkozen districtsraadslid dat voor zijn installatie afstand wil doen van zijn mandaat, de voorzitter van de districtsraad daarvan schriftelijk op de hoogte brengt. De afstand wordt definitief zodra de districtsraad daarvan heeft kennisgenomen.
• Artikelen 14 en 119 regelen de aanstelling van de opvolgers: het districtsraadslid dat afstand doet van zijn mandaat, wordt vervangen door zijn opvolger, die wordt aangewezen overeenkomstig artikel 169 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

De verkozenen van de districtraadsverkiezingen van het district Hoboken van 13 oktober 2024 werden aangeschreven met het verzoek hun geloofsbrieven in te vullen.

De volgende verkozenen hebben bij de uittredend voorzitter van de districtsraad afstand gedaan van hun mandaat.

Drie opvolgers komen bijgevolg in aanmerking om het mandaat van districtsraadslid op te nemen. Zij werden ook aangeschreven met het verzoek hun geloofsbrieven in te vullen.

Op 6 januari 2025 wordt het nieuwe districtsbestuur voor het district Hoboken geïnstalleerd.

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

• Artikel 6 en artikel 119 regelen de aanstelling van de verkozenen. 
  • De districtsraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen districtsraadsleden. De verkozen districtsraadsleden van wie de geloofsbrieven zijn goedgekeurd, leggen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
    De voorzitter van de installatievergadering legt, als hij herkozen is als districtsraadslid, de eed af in handen van het oudste districtsraadslid.
• Artikelen 10 en 119 geven aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van de districtsraad.
• Artikelen 11 en 119 stellen dat een verkozen districtsraadslid dat zich op het ogenblik van zijn installatie als districtsraadslid in een situatie bevindt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de districtsraad, de eed niet kan afleggen en bijgevolg wordt geacht afstand te doen van het mandaat dat aan hem toegekend is.
• Artikelen 17 en 119 behandelen de presentiegelden voor de districtsraadsleden.

De volgende verkozenen  die in aanmerking kwamen om het mandaat van districtsraadslid op te nemen, hebben afstand gedaan van hun mandaat:

• Dries Van Camp
• Brahim Aissati
• Mie Branders

De overige verkozenen en opvolgers die in aanmerking komen om het mandaat van districtsraadslid op te nemen, aanvaarden hun mandaat als districtsraadslid. 

De geloofsbrieven van de verkozenen en opvolgers werden tijdig aan de districtssecretaris  bezorgd.
Zij voldoen allen aan alle gestelde eisen van verkiesbaarheid en bevinden zich niet in een geval van onverenigbaarheid.

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden.

Artikel 6§7 en artikel 119 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur stelt dat de rangorde van de districtsraadsleden tijdens de installatievergadering van de nieuwe districtsraad onmiddellijk na de eedaflegging van de districtsraadsleden wordt vastgesteld.

• Het districtsraadslid met de hoogste anciënniteit neemt de hoogste rang in.
• Bij gelijke anciënniteit neemt het districtsraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de districtsraad het hoogste aantal naamstemmen heeft behaald, de hoogste rang in.
• Bij een gelijk aantal naamstemmen neemt het districtsraadslid van wie de lijst bij de laatste volledige vernieuwing van de districtsraad de meeste stemmen heeft behaald de hoogste rang in. 
• De opvolgers die na de installatievergadering als districtsraadslid worden geïnstalleerd, nemen in volgorde van hun eedaflegging een rang in.

De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

De districtsraad dient de rangorde van de districtsraadsleden vast te stellen.

• Artikel 36 en artikel 126 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bevatten het algemene principe dat de districtsraadsleden die op dezelfde lijst verkozen zijn, één fractie vormen in de nieuw verkozen raad.
  In afwijking hiervan kunnen kandidaat-districtsraadsleden die op dezelfde lijst zijn verkozen, twee fracties vormen mits aan de bepalingen van artikel 71, vijfde lid, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 is voldaan: 
  • de voordrachtakte vermeldt dat de kandidaten beslissen dat de op de lijst verkozen districtsraadsleden twee fracties vormen;
  • de voordrachtakte vermeldt voor alle kandidaten tot welke fractie ze zullen behoren in geval van verkiezing.

           De vermelding inzake fractievorming op deze voordrachtakte en de door de kandidaat-districtsraadsleden gemaakte keuze zijn niet herroepbaar.

• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

Bij de installatie van de districtsraad worden ook de fracties gevormd. 

Er is geen enkele lijst die in de akte van voordracht van kandidaten heeft aangegeven te splitsen in twee fracties.

• Artikelen 7 en 120 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur regelen de verkiezing van de voorzitter van de districtsraad.
  • De voorzitter van de districtsraad wordt verkozen onder de districtsraadsleden (met de Belgische nationaliteit)  op basis van een akte van voordracht. Deze akte van voordracht kan ook de einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter van de districtsraad vermelden. In dat geval kan op de akte van voordracht de naam vermeld worden van een of meer personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat.
    Deze akte van voordracht is uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de districtsraad aan de districtssecretaris bezorgd en is ondertekend door:  
    • meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
    • de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen. 
  • Na de eedaflegging van de districtsraadsleden gaat de voorzitter van de installatievergadering na of de akte ontvankelijk is. Alleen de handtekeningen van de districtsraadsleden die de eed hebben afgelegd, worden daarvoor in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die nadien als districtsraadslid de eed hebben afgelegd.
  • In voorkomend geval wordt de voorgedragen kandidaat-voorzitter verkozen verklaard.
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
  

Voor het mandaat van voorzitter van de districtsraad werd bij de districtssecretaris op 9 december 2024 een voordrachtakte ingediend op naam van mevrouw Kathelijne Toen.
De kandidaat-voorzitter heeft de eed als districtsraadslid afgelegd.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.

• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
  • Artikelen 5 en 119 bepalen dat een gezamenlijke akte van voordracht ondertekend en ingediend moet worden met naleving van het initiatiefrecht.  
  • Artikel 121 bepaalt dat uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de districtsraadsverkiezingen plaatsvinden, de gemeenteraad per district, dat door hem is opgericht, het maximale aantal districtsschepenen voor de volgende bestuursperiode bepaalt op basis van de bevolkingsaantallen van het district.
    Met besluit van 21 mei 2024 (jaarnummer 316) besliste de gemeenteraad dat, met ingang van 1 januari 2025,
    
    • het districtscollege van Hoboken zal bestaan uit de districtsburgemeester en tussen twee en vijf districtsschepenen.
  • Artikel 42§3 en artikel 121§2 stellen dat het districtscollege moet bestaan uit personen van verschillend geslacht.
  • Artikelen 43 en 122 regelen de verkiezing van de districtsschepenen op basis van een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen.
    • Deze akte van voordracht is uiterlijk drie dagen voor de installatievergadering van de districtsraad aan de districtssecretaris bezorgd en is ondertekend door:
      • meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen;
      • de meerderheid van de personen die op dezelfde lijst zijn verkozen als de voorgedragen kandidaten.
    • De gezamenlijke akte van voordracht kan ook de einddatum van het mandaat van een kandidaat-schepen vermelden. In dat geval kan op de gezamenlijke akte van voordracht de naam vermeld worden van een of meer personen die hem zullen opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In voorkomend geval is de schepen bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de gezamenlijke akte van voordracht als opvolger is vermeld.
    • De voorzitter van de districtsraad gaat na of de gezamenlijke akte van voordracht ontvankelijk is. Alleen de handtekeningen van de districtsraadsleden die de eed hebben afgelegd, worden daarvoor in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die nadien als districtsraadslid de eed hebben afgelegd.
    • Als de voordracht ontvankelijk is, worden de voorgedragen kandidaat-districtsschepenen verkozen verklaard en is het aantal schepenen vastgelegd tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de districtsraad. 
    • De rang van de districtsschepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. De districtsburgemeester wordt geacht een hogere rang in te nemen dan de districtsschepenen.
  • Artikelen 44 en 122 stellen dat de districtsschepenen, voor ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering van de districtsraad de volgende eed afleggen in handen van de voorzitter van de districtsraad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
  • Artikelen 47 en 122 geven  aan welke personen geen deel kunnen uitmaken van het districtscollege.
  • Artikelen 149 en 122 behandelen de wedde van de districtsschepenen.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
  
• Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot vaststelling van de modellen van akte van voordracht en akte van opvolging in het kader van de installatie en samenstelling van de lokale bestuursorganen.

Voor de mandaten van districtsschepenen werd op 9 december 2024 een gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat-districtsschepenen bezorgd aan de districtssecretaris.
De voorgedragen kandidaat-districtsschepenen zijn: 

• eerste districtsschepen: Carine Leys (N-VA);
• tweede districtsschepen: Sandra Geeraert (Vooruit);
• derde districtsschepen: Robby Cardinas (N-VA);
• vierde districtsschepen: Betty Van Dyck (Groen). 

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de maandelijkse uitbetaling van de wedde.

Op 6 januari 2025 wordt het nieuwe districtsbestuur voor het district Hoboken geïnstalleerd.

• Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
  
  • Artikel 123 regelt de procedure voor de benoeming van de districtsburgemeester:
    • vanaf de installatie van de districtsschepenen, is de verkozene voor de districtsraad (met de Belgische nationaliteit) die het hoogste aantal naamstemmen heeft en die tot de coalitiefractie met de meeste zetels in de districtsraad behoort, districtsburgemeester;
    • voor hij zijn mandaat aanvaardt, legt de districtsburgemeester de volgende eed af in handen van de voorzitter van de districtsraad: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
      Als de districtsburgemeester zelf de voorzitter van de districtsraad is, legt hij de eed af in handen van het oudste districtsraadslid.
  • Artikelen 149, 150 en 122 behandelen de wedde van de districtsburgemeester.
• De omzendbrief KBBJ/ABB 2024/2 van vrijdag 19 juli 2024 over de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

N-VA is de grootste fractie van de coalitie.
Vanaf de installatie van de districtsschepenen is de verkozene van Belgische nationaliteit met het hoogste aantal naamstemmen die tot de grootste coalitiefractie behoort, districtsburgemeester.
Bijgevolg wordt mevrouw Kathelijne Toen districtsburgemeester.

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de maandelijkse uitbetaling van de wedde.

Op 6 januari 2025 vindt de installatievergadering van de districtsraad Hoboken plaats. 

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

• Artikelen 37 en 126 bepalen dat:
  • de districtsraad commissies kan oprichten die zijn samengesteld uit districtsraadsleden. De commissies hebben als taak de besprekingen in de districtsraadszittingen voor te bereiden, advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen altijd deskundigen en belanghebbenden horen;
  • de districtsraad bepaalt per districtsraadscommissie het aantal leden;
  • de districtsburgemeester of districtsschepenen kunnen geen voorzitter zijn van een districtsraadscommissie.
• Artikelen 17 en 119 behandelen de presentiegelden voor de districtsraadsleden. 

Conform artikel 9 van het “Huishoudelijk reglement district Hoboken" kan de districtsraad volgende districtsraadscommissies oprichten: 

• districtsraadscommissie(s) waarop de districtsraadszittingen worden voorbereid: ieder districtsraadslid mag elke commissie van de betreffende districtsraad bijwonen;
• themacommissies: alle districtsraadsleden van de betrokken districtsraad worden hiervoor uitgenodigd;
• gezamenlijke themacommissies: alle gemeente- en districtsraadsleden worden hiervoor uitgenodigd.

Daarnaast verduidelijkt dit basisreglement in hoofdstuk 2.7 de procedures en de werking van de districtsraadscommissiezittingen.

Met het collegebesluit van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) en het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 300) werden de bevoegdheden van de districten bepaald. 

De bestendige districtsraadscommissie bestaat uit de voltallige districtsraad.
De districtsraadsleden ontvangen presentiegeld bij aanwezigheid in een districtsraadscommissie.

In een apart besluit worden de data voor deze bestendige districtsraadscommissie vastgelegd. 

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden. Dit gebeurt per kwartaal en aan de hand van de aanwezigheidslijsten die de raadsleden ondertekenen bij aanvang van de vergadering.
Een lid van het uitvoerend bestuur ontvangt geen presentiegeld voor aanwezigheid in een raadscommissie.

Op 6 januari 2025 vindt de installatievergadering van de districtsraad plaats en werd de voorzitter van de districtsraad verkozen aan de hand van een akte van voordracht. 

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:

• artikelen 18 en 126 stellen dat de districtsraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar;
• artikel 18 tot en met 39, samen te lezen met artikelen 126 en 127 (Afdeling 2. De werking van de gemeenteraad).

Het huishoudelijk reglement bepaalt de nadere regelen inzake de samenstelling en de werkwijze van de districtsraadscommissie en de districtsraad. Artikel 2 van het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de districtsraad op 29 april 2019 (jaarnummer 41) bepaalt dat de oproeping van de districtsraadscommissie en de districtsraad digitaal wordt verzonden. De oproeping bevat naast de uitnodiging ook de dagorde en de verwijzingen naar de ontwerpbesluiten die raadpleegbaar zijn op het digitaal besluitvormingsplatform.

Onderstaande vergaderdata worden voorgesteld voor het jaar 2025:

Het budget voorziet de nodige kredieten voor de uitbetaling van de presentiegelden. Dit gebeurt per kwartaal en aan de hand van de aanwezigheidslijsten die de raadsleden ondertekenen bij aanvang van de vergadering.
Een lid van het uitvoerend bestuur ontvangt geen presentiegeld voor aanwezigheid in een distritsraad of een districtsraadscommissie.