Op 6 januari 2025 werden tijdens de installatievergadering van de districtsraad, de districtsschepenen verkozen verklaard aan de hand van een gezamenlijke voordrachtakte (jaarnummer 00008) en werd Walter Kiebooms aangesteld in het mandaat van districtsburgemeester (jaarnummer 00007)
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur:
De gemeenteraad kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtsraden:
1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover de gemeenteraad beschikt en die hij nader bepaalt;
2° bevoegdheden die door andere overheden aan de gemeenteraad zijn opgedragen, als de regel die die bevoegdheid aan de gemeenteraad toewees, de gemeenteraad daartoe machtigt;
3° de uitvoering van een bepaalde regel die een hogere overheid heeft opgedragen aan de gemeenteraad, als de regel die die opdracht aan de gemeenteraad toewees, de gemeenteraad daartoe machtigt.
Het college van burgemeester en schepenen kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtscolleges:
1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt en die het nader bepaalt;
2° bevoegdheden die aan het college van burgemeester en schepenen door andere overheden zijn opgedragen, als de regel die die bevoegdheid aan het college toewees, het college daartoe machtigt;
3° de uitvoering van een bepaalde regel die een andere overheid of de gemeenteraad heeft opgedragen aan het college van burgemeester en schepenen, als de regel die die opdracht aan het college toewees, het college daartoe machtigt.
De burgemeester kan de volgende bevoegdheden overdragen aan de districtsburgemeester:
1° bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover de burgemeester beschikt en die hij nader bepaalt;
2° bevoegdheden die door andere overheden aan de burgemeester zijn opgedragen, als de regel die die bevoegdheid aan de burgemeester toewees, hem daartoe machtigt;
3° de uitvoering van een bepaalde regel die een andere overheid, de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen heeft opgedragen aan de burgemeester, als de regel die die opdracht aan de burgemeester toewees, hem daartoe machtigt.
Bevoegdheden betreffende de tuchtregeling, de beleidsrapporten van de gemeente en de gemeentebelastingen kunnen niet worden overgedragen.
In afwijking van het derde lid kunnen de bevoegdheden van de burgemeester voor de politieaangelegenheden niet overgedragen worden aan de districtsburgemeester.
Bij de toewijzing van de bevoegdheden worden alle districten op een gelijke wijze behandeld. De gemeentelijke overheden zorgen ervoor dat het personeel en de financiële middelen die aan de districten op grond van artikel 140 en 141 ter beschikking gesteld worden, in overeenstemming zijn met de bevoegdheden die aan de districten toevertrouwd worden.
1° het beheer van de inrichtingen die aan het district zijn toevertrouwd;
2° de leiding van de werken van het district.
Het college van burgemeester en schepenen kan de districtscolleges belasten met:
1° het beheer van gemeentelijke inrichtingen in het district;
2° de afpaling van de rooilijnen;
3° het beheer van eigendommen van de gemeente in het district;
4° het doen onderhouden van gemeentewegen en waterlopen.
Artikel 125 en 126 van de Nieuwe Gemeentewet zijn van toepassing op het districtscollege, met dien verstande dat de districtsburgemeester optreedt in de plaats van de burgemeester, en met dien verstande dat "het college van burgemeester en schepenen" wordt gelezen als "het districtscollege" en dat "schepen" wordt gelezen als "districtsschepen".
1° "de gemeente" als "het district";
2° "de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "het district";
3° "elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn" als "alle districten";
4° "de gemeenteraad", "de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn" en "de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn" als "districtsraad";
5° "raadsleden" als "leden van de districtsraad";
6° "het college van burgemeester en schepenen" als "het districtscollege".
7° “gemeenteraadsverkiezingen” als “districtsraadsverkiezingen”.
In afwijking van het eerste lid is artikel 254 niet van toepassing gedurende de eerste bestuursperiode van een nieuw opgericht district. Voor het einde van het eerste kwartaal van de eerste bestuursperiode wordt een eenjarig meerjarenplan vastgesteld voor het eerste jaar van die bestuursperiode. Voor het einde van het jaar dat volgt op de districtsraadsverkiezingen wordt een meerjarenplan vastgesteld dat start in het tweede jaar dat volgt op de districtsraadsverkiezingen en afloopt op het einde van het jaar na het jaar van de daaropvolgende districtsraadsverkiezingen. Elk van die meerjarenplannen bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting die conform artikel 255 zijn opgemaakt.
De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het eerste jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar.
De districtsraad stemt telkens over het geheel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst. In dat geval mag de districtsraad pas over het geheel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als die afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de toepassing van de bepalingen van het eerste tot en met het derde lid op de districten.
Met het collegebesluit van 12 mei 2017 (jaarnummer 4463) en het gemeenteraadsbesluit van 29 mei 2017 (jaarnummer 300) werden de bevoegdheden van de districten bepaald.
Een interne werkverdeling is noodzakelijk om een efficiënte uitoefening van de bevoegdheden die aan het districtscollege werden toegekend, mogelijk te maken.
Deze taakverdeling houdt geen overdracht van bevoegdheden in die aan het districtscollege werden toegekend, noch verleent zij de betrokken districtsschepen enige persoonlijke beslissingsbevoegdheid over de aangelegenheden die hem/haar werden toevertrouwd. Alle beslissingen van het districtscollege worden steeds collegiaal genomen.
Walter Kiebooms | Kristof Van de Velde | Linda Bresseleers | Ann Coemans |
Financiën | Burgerlijke stand | Lokale parken en groenaanplanting | Inspraak en participatie |
Lokale straten en pleinen | Evenementen | Sport | Bibliotheek |
Communicatie en promotie | Socio-culturele verenigingen | Senioren | Cultuur |
Mobiliteit | Markten en foren | Dierenwelzijn | Jeugdbeleid |
Begraafplaats | Lokale economie | ||
Veiligheid | Wijkwerking |
De districtsraad neemt kennis van de interne taakverdeling van het districtscollege, goedgekeurd in zitting van het districtscollege van 6 januari 2025.