Terug
Gepubliceerd op 14/04/2025

2025_CBS_02593 - Omgevingsvergunning - OMV_2024148467. Prinsesstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/04/2025 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Nathalie van Baren, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Johan Klaps, schepen; Stijn De Rooster, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_02593 - Omgevingsvergunning - OMV_2024148467. Prinsesstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring 2025_CBS_02593 - Omgevingsvergunning - OMV_2024148467. Prinsesstraat 42. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2024148467

Gegevens van de aanvrager:

de heer Joris Van Briel met als adres Prinsesstraat 42 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Prinsesstraat 42 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 2 sectie B nrs. 1998E en 2050H

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een meergezinswoning met een extra bouwlaag en woonentiteit

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          04/08/2023: vergunning (20232002) voor het isoleren van de voor- en achtergevel van een meergezinswoning;

-          01/07/1966: vergunning (18#81899) voor het oprichten van een appartementsgebouw op een perceel grond waar een vooraf gelegen krotwoning was opgetrokken.

 

Vergunde toestand

-          meergezinswoning met 3 wooneenheden en een gelijkvloerse garage voor 2 voertuigen;

-          4 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing;

-          geïsoleerde voorgevel afgewerkt in witte crepi met buitenschrijnwerk in grijs aluminium en een plint en dorpels in blauwe hardsteen;

-          perceel volledig bebouwd.

 

Bestaande toestand

-          de vergunde, voorziene dubbele inkomdeur werd niet uitgevoerd en de garagepoort in lichtgrijs aluminium bleef behouden;

-          de gelijkvloerse voorgevel werd niet geïsoleerd en behouden in natuursteen;

-          de bovenliggende voorgevel werd niet in een witte maar in een grijze crepi afgewerkt.

Nieuwe toestand

-          toevoeging van een extra bouwlaag onder plat dak na sloop van het teruggetrokken dakvolume;

-          nieuwe daklaag ingericht als studio/éénslaapkamer appartement met een netto vloeroppervlakte van 47 m²;

-          inrichting van een gemeenschappelijke fietsen- en afvalberging achteraan het gelijkvloers;

-          nieuwe daklaag vooraan afgewerkt in antraciet en lichtgrijs gekleurde aluminium beplating en buitenschrijnwerk;

-          behoud van de bestaande, onderliggende voorgevel;

-          de 3 bestaande appartementen maken geen deel uit van de aanvraag.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van het volume boven de traphal;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 3 naar 4;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator

10 januari 2025

13 januari 2025

Geen advies

Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen

10 januari 2025

24 februari 2025

Voorwaardelijk gunstig

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

10 januari 2025

22 januari 2025

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

10 januari 2025

22 januari 2025

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

10 januari 2025

20 maart 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: Algemene voorschriften, Culturele, historische en/of esthetische waarde, Artikel 1: Zone voor Wonen - (Wo1) en Artikel 6: Zone voor Centrumfuncties - Stedelijke functies (Ce6).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het RUP BINNENSTAD op volgende punten:

-          Artikel 2.1.1 CULTURELE, HISTORISCHE EN\OF ESTHETISCHE WAARDE: Het hele plangebied is een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In dit gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorende buitenruimten. De culturele, historische en/of esthetische waarde van alle aanwezige elementen moet voldoende beschreven worden in de beschrijvende nota van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Voorliggende aanvraag voorziet in de toevoeging van een mansardedak als daklaag.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024. 
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 5 Ontwikkelingsgerichte aanpak van erfgoed: Bij onroerende goederen gelegen in een zone met culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wenselijkheid van behoud getoetst aan het beeldbepalend karakter van de omgeving; zie RUP Binnenstad
  • Artikel 20 Daken: er wordt onvoldoende dakopstand voorzien om brandoverslag te vermijden.
  • Artikel 32 POET principe is leidend: de gelijkvloerse parkeerruimte verkleint ten opzichte van de vergunde toestand. Er wordt geen parkeerplaats voorzien voor de extra woonentiteit.

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Mobiliteitsgerelateerde projecten:

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Het project is gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is gelegen in een zone met een kleine fluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 1 woonentiteit wordt de draagkracht van de site niet overschreden.

Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en bouwhoogte overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Gezien de ligging van het pand in een zone die volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“Gezien de neutrale erfgoedwaarde van de voorgevel wordt de beoordeling overgelaten aan de afdeling stedenbouw “

 

De bestaande kroonlijst blijft behouden waardoor de bijkomende bouwlaag als daklaag wordt uitgewerkt.

De daklaag in voorliggende aanvraag betreft een hybride dakvorm die het midden houdt tussen een mansardedak ter hoogte van de voorgevel en een rechte daklaag ter hoogte van de achtergevel.

De uitvoering van de daklaag als mansardedaken is niet vreemd in de omgeving en is bijgevolg aanvaardbaar.

 

De verleende vergunning uit 2023 werd niet volledig uitgevoerd. Hierbij werd de gelijkvloerse voorgevel niet van gevelpleister voorzien maar bleef de natuurstenen afwerking zichtbaar. Gezien in voorliggende aanvraag de visuele geleding van het pand nog steeds leesbaar is als gelijkvloerse plint, corpus en daklaag is deze uitvoering aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten– gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De dakopstand van het nieuwe dak is onvoldoende om brandoverslag te vermijden. Dit wordt als voorwaarde bij de vergunning opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden van 3 naar 4.

Bij projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeernorm 0,91

1 bijkomende wooneenheid : parkeerbehoefte = 0,91

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het extra aantal te realiseren plaatsen niet toe.’

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.


Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1 .

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 parkeerplaats. 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.

Er wordt een fietsenstalling ingericht op het gelijkvloers voor 11 fietsen. De bestaande appartementen kunnen hier ook gebruik van maken.

Er wordt deels gebruik gemaakt van een dubbelhoog systeem. De tussenafstand moet hier minimum 50cm zijn.

 

De dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:

-          De tussenafstand bij een dubbelhoge fietsenstalling moet minimum 50cm zijn.

 

Het advies wordt bijgetreden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. Conform het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moet de tussenafstand bij een dubbelhoge fietsenstalling minimum 50cm zijn.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand. 

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 december 2024

Volledig en ontvankelijk

10 januari 2025

Start openbaar onderzoek

21 januari 2025

Einde openbaar onderzoek

19 februari 2025

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 april 2025

Verslag GOA

2 april 2025

Naam GOA

Axel Devroe

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.

3. Conform het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit moet de tussenafstand bij een dubbelhoge fietsenstalling minimum 50cm zijn.

4. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;  

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.