Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024114417 |
Gegevens van de aanvrager: | NV WAREHOUSING & WAREHOUSE RELATED SERVICES BELGIUM met als adres Belcrownlaan 23 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Koordekenshoef 1 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1809H |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanleggen van een verharding voor de opslag van goederen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/02/2016: vergunning (20152568) voor het bouwen van een windturbine ter hoogte van de Lichterweg;
- 13/06/2008: vergunning (2007100177) voor regularisatie niveaus parkeerterrein voor personenwagens;
- 30/03/2007: vergunning (2006100436) voor de nieuwbouw van een luifel en de aanleg van een parkeerterrein voor personenwagens (geen zware voertuigen);
- 12/09/2001: vergunning (200149) voor bedrijfsgebouw met verharding en afsluiting;
- 04/04/2001: vergunning (20003725) voor de aanleg van verhardingen en het plaatsen van een afsluiting.
Vergunde toestand
- functie: industrie en bedrijvigheid;
- inrichting:
Bestaande toestand
Idem vergunde toestand, uitgezonderd van de zuidelijke zone, tussen de helling en de windmolen. Deze zone werd opgehoogd zonder vergunning met een maximaal hoogteverschil van 1 meter.
Nieuwe toestand
- functie:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- aanleggen van verhardingen;
- de grond gewoonlijk gebruiken voor de opslag van materiaal;
- aanleggen van een helling (reliëfwijziging);
- aanleggen van een laaddok (reliëfwijziging);
- ophogen van het terrein (reliëfwijziging).
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Haven van Antwerpen-Brugge, Permits&Advice | 28 februari 2025 | 24 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Haven van Antwerpen-Brugge, Permits&Advice - watertoets | 28 februari 2025 | 24 maart 2025 | Gunstig |
Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 28 februari 2025 | 19 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Ministerie van Landsverdediging, Defensie | 28 februari 2025 | 27 maart 2025 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 februari 2025 | 18 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 28 februari 2025 | 31 maart 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voornamelijk bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Het goed is, aan de westzijde, volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gedeeltelijk bestemd als Gebied voor spoorinfrastructuur.
Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.
Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De verordening hemelwater is van toepassing op de aanvraag. Het plaatsen van een hemelwaterput is niet verplicht aangezien er geen nieuwe dakoppervlakte voorzien wordt. Er dient wel een infiltratievoorziening aangelegd te worden met een buffervolume van 858 m³ en een infiltratieoppervlakte van 2.080 m² voor de nieuwe niet-waterdoorlatende verharding.
Uit peilbuisproeven blijkt dat de grondwatertafel zich op een diepte van 2,05 tot 2,98 m-mv bevindt. Er wordt een marge genomen van 0,5 meter op de hoogst waargenomen grondwaterstand. Hieruit blijkt dat er geïnfiltreerd kan worden tot een diepte van 1,55 m-mv (6,7 mTAW). Uit infiltratieproeven blijkt dat de ondergrond een matige tot zeer slechte infiltratiecapaciteit heeft. Aangezien het terrein volledig verhard wordt en gebruikt zal worden voor de opslag van materialen en het hoogteverschil met de aangrenzende percelen en de weg, wordt geopteerd voor een ondergrondse voorziening. Er worden ondergrondse infiltratiebuizen aangelegd op een diepte van 1,7 meter (onderzijde buis op 6,5 mTAW), met een totale lengte van circa 2,4 kilometer. Deze heeft een buffervolume van 874 m³ en een infiltratieoppervlakte van 2.598,6 m² en wordt via een overstortleiding aangesloten op de bestaande riolering met lozingspunt in het Amerikadok. Een afwijking op het aanleggen van een bovengrondse infiltratievoorziening kan verleend worden. Er wordt voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
De verordening publiciteit is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale regelgeving
MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Het voorliggende project is gelegen in een zone waarvoor de Haven van Antwerpen-Brugge aangewezen is als adviesinstantie. Zij geven een gunstig advies aangezien de aanvraag geen impact heeft op de afstroomhoeveelheid naar de waterweg.
Het project is in het noorden zeer beperkt gelegen in een zone met een kleine pluviale overstromingskans (T1000) onder huidig klimaat (score C).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.
De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag aangezien deze vóór 31 december 2024 ingediend is en het geen gebouwen (met lozing van huishoudelijk afvalwater) betreft.
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
In voorliggende aanvraag, die door een niet-publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 3 oktober 2024 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 30869. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het volledig verharden van een site voor de tijdelijke opslag van diverse goederen. Het betreffen geen goederen die ingedeeld zijn conform de VLAREM-indelingslijst.
Om de naastgelegen site (eveneens concessiegrond van de aanvrager) te verbinden met voorliggende site worden een oprijhelling en een laaddok voorzien.
De werken maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het volledig verharden van een industriële site in kader van de bedrijfsactiviteiten. Er worden geen nieuwe gebouwen opgetrokken.
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel-vormelijke elementen
De verhardingen worden aangelegd in beton en asfalt. De bestaande, uit te breken verhardingen worden integraal hergebruikt bij de heraanleg van het terrein.
Bodemreliëf
Er worden drie reliëfwijzigingen aangevraagd:
- een oprijhelling naar de naastgelegen site:
- een laaddok waarin een vrachtwagen vanop de naastgelegen site kan inrijden:
- het zuidelijk gedeelte van de site tussen de helling en de windmolen is reeds opgehoogd. Het hoogteverschil tussen de vergunde en bestaande toestand bedraagt maximaal 0,8 meter.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er werd advies ingewonnen bij de Haven van Antwerpen-Brugge als gebiedsbeheerder. Zij hebben een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. De voorwaarden betreffen uitvoeringsmodaliteiten die onder andere te maken hebben met de bestaande riolering en de nieuw aan te leggen infiltratiebuizen. Deze voorwaarden kunnen integraal aan de vergunning gekoppeld worden.
Daar de werken zich in de nabijheid van treinsporen bevinden, werd het advies ingewonnen van Infrabel. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en verwijst naar de veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden met betrekking tot bouwaanvragen (met nadruk op het hoofdstuk over werken langs sporen). Deze voorwaarden worden beschouwd als uitvoeringsmodaliteiten en kunnen aan de vergunning worden gehecht.
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd tevens het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Het Ministerie van Landsverdediging, Defensie (NAVO) heeft geen bezwaar, maar heeft wel volgende opmerkingen:
- op het perceel bevindt zich, in de nabijheid van de werken, een NAVO-pijpleiding die buiten gebruik is gesteld. Deze leiding is ontgast, chemisch en met stikstof gereinigd doch kunnen zij aanwezige restanten niet volledig uitsluiten. Indien deze pijpleiding verwijderd dient te worden om het project te kunnen realiseren, dienen de verschillende veiligheidsvoorschriften die in bijlage zijn toegevoegd, gerespecteerd te worden.
Deze voorwaarden betreffen uitvoeringsmodaliteiten, gericht op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, en kunnen aan de vergunning worden gehecht.
- Defensie heeft de ondergrondse inname verworven van één meter met bijhorende erfdienstbaarheden. Er is de mogelijkheid om deze ondergrondse inname over te kopen en zo een einde te stellen aan deze erfdienstbaarheden. Voor verdere inlichtingen hierover kunt u de dienst: MRCI-INF-DM-POLQUA-COMDT-DL@mil.be contacteren.
Dit betreft geen uitvoeringsmodaliteit en dient niet opgenomen te worden als voorwaarde.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad.
Parkeerbehoefte
Aangezien de aanvraag enkel een heraanleg van het terrein omvat met het oog op meer stockage, zonder uitbreiding of functiewijziging, wordt er geen extra parkeerbehoefte (voor personenwagens) gegenereerd.
Ontsluiting/bereikbaarheid
Op de site zullen enkel laad- en losbewegingen zijn. Aangezien de aanvrager ook de concessiehouder is van de naastgelegen site wordt voorzien in een oprijhelling om de site van de aanvraag te bereiken via deze naastgelegen site.
De aansluiting met het openbaar domein verloopt via de bestaande helling in het zuidoosten van de site en via de helling naar de naastgelegen site. Deze naastgelegen site wordt ontsloten via Ketelhof.
Laden en lossen
Er wordt voorzien in een laaddok van 1,3 meter diepte, geschikt voor één vrachtwagen. Op de site zullen geen voertuigen worden geparkeerd. Op de naastgelegen site is een wachtzone voor 4 vrachtwagens voorzien, zodat wachtende vrachtwagens nooit op het openbaar domein worden opgesteld.
Er worden dagelijks, verspreid over de werkdag (06u00 – 18u00), ongeveer 50 vrachtwagens verwacht. Er is volgens de aanvrager voldoende capaciteit op de naastgelegen site om eventuele wachtende vrachtwagens op te vangen.
Volgende voorwaarden worden opgenomen in de vergunning:
- Wachtende vrachtwagens dienen te allen tijde op eigen terrein opgesteld te worden.
- Laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het advies van de Haven van Antwerpen-Brugge dienen strikt nageleefd te worden.
2. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.
3. De voorwaarden, opgenomen in de bijlage ‘Actiesteekkaart snijden buiten dienst gestelde PL’, uit het advies van het Ministerie van Landsverdediging dienen strikt nageleefd te worden.
4. Wachtende vrachtwagens dienen te allen tijde op eigen terrein opgesteld te worden.
5. Laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 december 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 28 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 28 maart 2025 |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 april 2025 |
Verslag GOA | 4 april 2025 |
Naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden uit het advies van de Haven van Antwerpen-Brugge dienen strikt nageleefd te worden.
2. De voorwaarden uit het advies van Infrabel dienen strikt nageleefd te worden.
3. De voorwaarden, opgenomen in de bijlage ‘Actiesteekkaart snijden buiten dienst gestelde PL’, uit het advies van het Ministerie van Landsverdediging dienen strikt nageleefd te worden.
4. Wachtende vrachtwagens dienen te allen tijde op eigen terrein opgesteld te worden.
5. Laden en lossen dient steeds op eigen terrein te gebeuren.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.