Terug
Gepubliceerd op 14/04/2025

2025_CBS_02605 - Omgevingsvergunning - OMV_2025006132. Smaragdstraat 12. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/04/2025 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester; Koen Kennis, schepen; Patrick Janssens, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Lien Van de Kelder, schepen; Ken Casier, schepen; Karim Bachar, schepen; Nathalie van Baren, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Johan Klaps, schepen; Stijn De Rooster, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Elisabeth van Doesburg, waarnemend burgemeester
2025_CBS_02605 - Omgevingsvergunning - OMV_2025006132. Smaragdstraat 12. District Berchem - Goedkeuring 2025_CBS_02605 - Omgevingsvergunning - OMV_2025006132. Smaragdstraat 12. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2025006132

Gegevens van de aanvrager:

de heer Vincent Vandersypen met als adres Koningin Elisabethlei 6 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Smaragdstraat 12 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nr. 80M4

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          02/08/1927: toelating (961#9012) voor veranderingswerken;

-          18/12/1928: toelating (961#10326) voor het bouwen van 24 woningen;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/97693;

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 

-          gevelafwerking:

  • rood parement en wit pleisterwerk met houten schrijnwerk;

-          inrichting:

  • voor- en achtertuin.

 

Bestaande toestand

-          bouwvolume en gevelafwerking overeenkomstig vergunde toestand, uitgezonderd;

  • gelijkvloerse bouwdiepte 14,30 m;
  • bouwdiepte verdieping 8,20 m;
  • bruin geschilderd houten schrijnwerk.

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • wonen – eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • gelijkvloerse aanbouw met plat groendak tot 14,30 m bouwdiepte;
  • uitbouw op de 1e verdieping met plat dak tot 9,90 m bouwdiepte;

-          gevelafwerking:

  • rood parement en wit pleisterwerk met antraciet aluminium schrijnwerk;
  • antraciet kroonlijst in minerale vezelplaat;

-          inrichting:

  • groene voortuinstrook met toegangspad naar voordeur;
  • 3 fietsstalplaatsen in de voortuin;
  • 18 m² terras;
  • wadi 6 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande achterbouw;

-          uitbreiden van het volume;

-          wijzigen van de voor- en achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          aanleggen van verhardingen;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

19 februari 2025

21 maart 2025

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-         Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De gewestelijke publiciteitsverordening is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode:  de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 8 Visuele en vormelijke inpassing:

§ 3.c. het schrijnwerk ter hoogte van de voorgevel wordt gewijzigd;

  • Artikel 9 Minimale hoogte van ruimten:

De plafondhoogte ter hoogte van de nieuwe uitbreiding op de eerste verdieping bedraagt 2,53 m < 2,60m;

  • Artikel 18 Stabiliteit en scheidingsmuren:

§ 3.c de opstand ter hoogte van de nieuwe achterbouw op het gelijkvloers en de verdieping bedraagt niet overal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;

  • Artikel 20 Daken:

§ 2. De uitbreiding ter hoogte van de eerste verdieping dient met een lichtkleurige dakbedekking afgewerkt te worden.

 

-          Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.

(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening:

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.

Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).

Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).

Het project is niet gelegen in een signaalgebied.

Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.

(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)

 

-          Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.
De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen

-          Transformatieleidraad: Transformatieleidraad Ruimte geven aan de stad van morgen. Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad dit plan goed.
Je kan hem raadplagen via Transformatieleidraad.

 

-          Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA): Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad het nieuwe plan goed.
Je kan meer info raadplegen via Strategisch Ruimteplan Antwerpen.

 

-          Reca Zuid: op de gemeenteraad van 21 oktober 2024 keurde de gemeenteraad dit ruimteplan goed.
Je kan het besluit raadplegen via eBesluitvorming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag omvat de sloop van de bestaande achterbouw en het oprichten van een nieuwe achterbouw op het gelijkvloers en de 1e verdieping. Op het gelijkvloers wordt de bouwdiepte uitgebreid tot 14,30 m. Het perceel laat een dergelijke bouwdiepte toe. Er blijft nog een kwaliteitsvolle tuindiepte van circa 13 m over. Intern wordt het gelijkvloers maximaal opengewerkt tot 1 open leefruimte met vooraan de keuken, centraal de eetkamer en achteraan de zithoek. Het toilet verplaatst naar inkomhal aan de voorzijde. Op de 1e verdieping wordt de woning uitgebreid tot op een bouwdiepte van 9,90 m, gelijk met de bouwdiepte van de rechterbuur. Ter hoogte van de linkerperceelsgrens wordt de scheimuur voor deze uitbouw beperkt uitgebreid met 1,75 m. Deze scheimuurwijziging genereert geen onaanvaardbare hinder qua licht en zicht voor de naastgelegen buren. De schaal van de nieuwe achterbouw is in overeenstemming met de omgeving. De uitbreiding wordt ingezet om de 2e slaapkamer te vergroten en de badkamer naar de achterzijde te verplaatsen, waarbij ook een apart toilet gerealiseerd wordt.

 

Verder wordt in de achtertuin een terras van 18 m² aangelegd. Er blijft voldoende onverharde, groene tuinoppervlakte over.

 

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De aanvraag omvat de plaatsing van antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk in de voorgevel  Gezien de aanvraag gelegen is in de Tuinwijk Groenenhoek, die opgenomen werd op de vastgestelde inventaris onroerend erfgoed, werd intern advies opgevraagd bij de stedelijke dienst Monumentenzorg. Hun advies in voorwaardelijk gunstig en kan als volgt samengevat worden:

De tuinwijken op de Groenenhoek bezitten afzonderlijk stedenbouwkundige en architecturale waarde, en zijn illustratief voor de tuinwijkgedachte omwille van het bewaarde aanlegplan en het karakteristieke volumespel van de architectuur.

Vanuit erfgoedoogpunt kunnen we akkoord gaan met de geplande interne werken alsook met het voorzien van een nieuwe aanbouw. De indeling en inrichting werden in het verleden reeds aangepast. De erfgoedwaarde van een tuinwijk wordt voornamelijk gedefinieerd door het uniform karakter van de bebouwing bepaald door gabarit, volume, materialisatie, geleding, kleurstelling... De voorgevel van het pand bleef op het schrijnwerk na, relatief gaaf bewaard. Het houten schrijnwerk werd vervangen door pvc en/of aluminium.

Voor inventarispanden wordt bijzondere aandacht gevraagd voor de voorgevel. Hierbij wordt veel belang gehecht aan het schrijnwerk. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de beeldwaarde van de gevels. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt, kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. In dit geval houten, geschilderd schrijnwerk.

Aangezien het buitenschrijnwerk van de voorgevel reeds in zoveel verschillende materialen is uitgevoerd, zetten we in tuinwijk Groenenhoek enkel nog in op de indeling en niet meer op de oorspronkelijke materialisatie, nl. hout. Dit kan uiteraard en hout wordt aanzien als een meerwaarde maar wordt niet meer expliciet opgelegd.

Voor tuinwijk Groenenhoek werd een bouwhistorische studie opgemaakt waaruit blijkt dat de woningen van dit type voorzien waren van drieledig schrijnwerk op de verdieping, en drieledig schrijnwerk met vast bovenlicht op het gelijkvloers. Het schrijnwerk in de voorgevel is daarom met historische verdeling te voorzien, zijnde drieledig schrijnwerk op de verdieping, en drieledig schrijnwerk met vast bovenlicht op het gelijkvloers.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden en de geformuleerde voorwaarde wordt overgenomen als voorwaarde voor vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De uitbreiding van slaapkamer 2 heeft een vrije hoogte van slechts 2,53 m, terwijl artikel 9 van de bouwcode voor verblijfsruimten een minimale hoogte van 2,60 m oplegt. Gezien het de uitbreiding van een vergunde slaapkamer met een vrije hoogte van 2,53 m betreft, kan de afwijking op artikel 9 uitzonderlijk toegestaan worden.

 

Ter hoogte van de nieuwe uitbouw op het gelijkvloers en de 1e verdieping worden de scheimuren niet overal uitgevoerd met een opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 18 van de bouwcode. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen of indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien. Dit wordt als voorwaarde voor vergunning opgelegd.

Daarnaast legt artikel 20 van de bouwcode een lichtkleurige dakbedekking op voor platte daken die niet als groendak aangelegd worden. Dit wordt als voorwaarde opgelegd voor het platte dak op de 2e verdieping.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarde van de stedelijke dienst Monumentenzorg dient opgevolgd te worden.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. Het platte dak op de 2e verdieping is te voorzien van een lichtkleurige dakbedekking conform artikel 20 van de bouwcode.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 januari 2025

Volledig en ontvankelijk

19 februari 2025

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen

geen

Uiterste beslissingsdatum

20 april 2025

Verslag GOA

4 april 2025

Naam GOA

Cynthia Steurs

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De voorwaarde van de stedelijke dienst Monumentenzorg dient opgevolgd te worden.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:

-          dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

4. Het platte dak op de 2e verdieping is te voorzien van een lichtkleurige dakbedekking conform artikel 20 van de bouwcode.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.