Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2024160615 |
Gegevens van de aanvrager: | BV DEDEKA met als adres Ferdinand Verbiestlaan 6 te 2650 Edegem |
Ligging van het project: | Oosterveldlaan 137 en Prins Boudewijnlaan 128 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 42 sectie B nrs. 363N3 en 363E6 |
Vergunningsplichten: | stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | samenvoegen van handelsruimtes en wijzigen van de voorgevel |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 7/10/2016: weigering (20161750) voor het regulariseren van de bestemming en aanpassen gevels met publiciteit;
- 01/07/1963: vergunning (222#134) voor het bouwen van een garage (Oosterveldlaan 137);
- 03/06/1958: vergunning (238#9986) voor het bouwen van een huis (Prins Boudewijnlaan 126).
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- de aanvraag heeft geen betrekkingen op de bovenliggende woongelegenheden;
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- de aanvraag heeft geen betrekkingen op de bovenliggende woongelegenheden;
- functie/bouwvolume/inrichting:
- voorgevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- samenvoegen van 3 panden op het gelijkvloers;
- wijzigingen functie op gelijkvloers naar detailhandel;
- plaatsen van staalprofielen;
- aanleggen van trap naar de kelder in de voortuin;
- plaatsen van helling naar winkel op openbaar terrein;
- wijzigen van de voorgevels en scheimuur;
- plaatsen zaakgebonden reclame.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer - District Antwerpen | 14 februari 2025 | 7 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Hulpverleningszone Brandweer zone Antwerpen | 14 februari 2025 | 5 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 14 februari 2025 | 27 februari 2025 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 14 februari 2025 | 17 februari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 14 februari 2025 | 25 februari 2025 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Water | 14 februari 2025 | 4 maart 2025 |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 14 februari 2025 | 11 maart 2025 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Antwerpen.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Hemelwaterverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
- Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.
(De verordening publiciteit kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > Gewestelijke publiciteitsverordening 2023)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de gewestelijke publiciteitsverordening.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 25 maart 2024 en in werking getreden op 15 juli 2024.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
§2. de afwerking van gevels moet het straatbeeld en de architecturale kwaliteit van het gevelbeeld respecteren of opwaarderen. De combinatie van hout, beige baksteen, natuursteen en zwart geschilderde bepleistering als gevelbekleding is niet in harmonie met zowel de directe omgeving als met de overige delen ven de bestaande gevels;
§4. Zaakgebonden publiciteit:
de haakse gevelreclame steekt meer dan 0,6 m uit de gevel;
Elke verblijfsruimte moet beschikken over een minimale interne hoogte van 2,6 meter. De sociale ruimte in de kelder heeft een hoogte van slechts 2,08 meter.
elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Het bureel bij het handelspand en de sociale ruimte in de kelder ontvangen geen rechtstreekse licht en lucht;
§6. geveluitsprongen boven het openbaar domein en de voortuin moeten op minstens 2,6 m boven het peil van het voetpad gelegen zijn. De hoogte onder de luifel is slechts 2,3 m. Daarnaast moet mag de uitkraging slechts 1,25meter diep zijn. Deze wordt voorzien met een diepte van circa 2,16 meter;
- Stedenbouwkundige lasten: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Stedenbouwkundige lasten’ (verder genoemd verordening stedenbouwkundige lasten), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 april 2024.
(De verordening stedenbouwkundige lasten kan u raadplegen via https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/vergunningen/regelgeving)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de verordening stedenbouwkundige lasten.
Sectorale regelgeving
- MER-screening:
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving werd geoordeeld tijdens het volledig- en ontvankelijkheidsonderzoek dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Programmatische Aanpak Stikstof: overeenkomstig het stikstofdecreet, het nieuwe beoordelingskader voor alle aanvragen die stikstofemissies veroorzaken, in werking getreden op 23 februari 2024.
Op basis van de toepassing van het stikstofdecreet kan redelijkerwijs geoordeeld worden dat voorliggende aanvraag een verkeersdragend of een verkeersgenererend project is. Het beoordelingskader uit het decreet is dus van toepassing. De berekende impactscore is kleiner dan of gelijk aan 1%. De opmaak van een passende beoordeling van de effecten van stikstofdepositie via de lucht ten aanzien van SBZ-H is niet vereist.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Waterwetboek), dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. Deze wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstanties en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (verder genoemd Watertoetsbesluit).
Voor het project is geen pluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Voor het project is geen fluviale overstromingskans gemodelleerd (score A).
Het project is niet gelegen in een signaalgebied.
Na onderzoek blijkt dat het project waarschijnlijk geen schadelijke effecten op het watersysteem veroorzaakt.
(Kijk de score van uw project na op https://www.waterinfo.be/informatieplicht)
- Rioleringstoets: overeenkomstig artikel 4.3.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 moet een omgevingsvergunningsaanvraag getoetst worden aan de zogenaamde rioleringstoets.
De rioleringstoets is niet van toepassing op de aanvraag.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Beleidsmatig gewenste ontwikkelingen
- Transformatieleidraad: Transformatieleidraad Ruimte geven aan de stad van morgen. Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad dit plan goed.
Je kan hem raadplagen via Transformatieleidraad.
- Strategische Ruimteplan Antwerpen (SRA): Op 21 mei 2024 keurde de gemeenteraad het nieuwe plan goed.
Je kan meer info raadplegen via Strategisch Ruimteplan Antwerpen.
- Reca Zuid: op de gemeenteraad van 21 oktober 2024 keurde de gemeenteraad dit ruimteplan goed.
Je kan het besluit raadplegen via eBesluitvorming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de voorschriften van de bouwcode in de volgende artikelen:
Visuele en vormelijke inpassing (art. 8):
- Oorspronkelijk was de gelijkvloerse gevelpui afgewerkt met een natuurstenen plint. De nieuw voorgestelde gelijkvloerse gevelafwerking bestaat voornamelijk uit een houten gevelbekleding. Hoewel dit een atypische gevelafwerking is binnen het straatbeeld en de gevelarchitectuur van de desbetreffende panden, kan worden gesteld dat de aanvraag betrekking heeft op een hoekpand met een andere functie dan wonen op het gelijkvloers. Het voorgestelde materiaalgebruik sluit aan bij de gelijkvloerse handelsruimte. In deze context kan de voorgestelde gevelafwerking vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig worden geadviseerd.
- De zaakgebonden publiciteit steekt meer dan de toegestane 0,6 meter uit boven het openbaar domein. Er is geen gegronde aanleiding om van dit geldende voorschrift af te wijken. Het voldoen aan dit gedeelte van het voorschrift wordt dan ook opgenomen als voorwaarde in de vergunning.
Daglichttoetreding, uitzicht en minimale luchttoevoer (art. 10) & Minimale hoogte van de ruimten (art. 9):
- De bouwcode stelt dat iedere ruimte waar bewoners of gebruikers langdurig verblijven, over voldoende woonkwaliteit moet beschikken. Zo moet iedere verblijfsruimte rechtstreekse natuurlijke verluchting en verlichting hebben en een interne hoogte van minimaal 2,6 meter. De sociale ruimte in de kelder en het kleinste bureel op het gelijkvloerse niveau voldoen hier niet aan. Deze ruimtes worden daarom uitgesloten als verblijfsruimten.
Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen (art. 13):
- Ter hoogte van de Oosterveldlaan is er sprake van een geveluitsprong. De afmetingen van deze uitsprong voldoen niet aan de bepalingen van het bovengenoemde artikel. Er is verder geen gegronde aanleiding om van dit voorschrift af te wijken. In de voorwaarden wordt dan ook opgenomen dat de uitsprong moet worden verkleind en verhoogd conform de bepalingen van het artikel.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het samenvoegen van 2 woonunits en winkelruimte tot één winkelpand. Gelet op het onderwerp van de aanvraag werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst business en innovatie.
“Gunstig advies om een bestaande detailhandel gevestigd in twee panden te regulariseren. Het betreft een kleinschalige buurtsuperette die van belang is voor de ondersteuning van de dagelijkse aankopen in de omliggende buurt. De samenvoeging optimaliseert het gebruik van de gelijkvloerse plint van deze appartementsgebouwen. Er is geen negatieve impact te verwachten van deze aanvraag.”
Het gunstig advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde wijzigingen zijn functioneel inpasbaar in dit woongebied.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet het wijzigen van de gelijkvloerse indeling. Hierbij wordt de oorspronkelijke winkelruimte doorgetrokken naar het aanpalende pand. Er is een hoogteverschil tussen het openbaar domein en de winkelruimte. De aanvrager voorziet een trapconstructie op het openbaar domein. Dit werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst publieke ruimte:
“SW/PR geeft een ongunstig advies op de aanvraag omwille van de helling voor de inkom die zich op openbaar domein bevindt. De rooilijn situeert zich thv de gevel en er mag niets op het openbaar domein voorzien worden (geen helling, stalling winkelkarretjes,..). Het niveauverschil dient inpandig opgelost te worden.”
Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Het plaatsen van de winkelkarretjes en het overbruggen van het niveauverschil kan niet afgewenteld worden op het openbaar domein. Dit dient intern in het bouwvolume opgevangen te worden. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
Zoals eerder besproken onder toetsing van de voorschriften kan de voorgestelde gevelafwerking vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig worden geadviseerd. Voor dit onderdeel wordt dan ook een gunstig advies verleend.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de brandweer. De voorgestelde voorwaarde worden integraal mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 32 van de bouwcode van kracht sinds 15 juli 2024, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding, wijzigen van het aantal wooneenheden en wijziging tussen de gedefinieerde subfuncties in paragraaf 3. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Voor 3 adressen wordt een regularisatie aangevraagd. Momenteel is het al een winkel (Louis Delhaize) maar vergunde toestand is anders. Prins Boudewijnlaan 126 is vergund een appartement Prins Boudewijnlaan 128 is vergund een woning met een handelsruimte Oosterveldlaan 137 is een winkel met garage In nieuwe toestand wordt dit één winkel van 380m² BVO en 363 Netto Handels ruimte. De garage die bij de winkel van nr 137 hoorde is verdwenen. Er is geen ruimte voor laden en lossen meer voorzien op eigen terrein. De netto handelsruimte is minder dan 400m² waardoor het geheel zeer klein is om parkeerbehoefte op te leggen. Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. De werkelijke parkeerbehoefte is 1 parkeerplaats”
|
De plannen voorzien in geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat al afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 2 parkeerplaatsen.
“De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat al afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.
Het appartement van nr 126 wikkelde parkeren op openbaar domein af. Het woonhuis/winkelruimte van nr 128 wikkelde parkeren op openbaar domein af.
Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat al afgewenteld werd op het openbaar domein is 2 parkeerplaatsen.”
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Laden en lossen:
“Inpandig is er geen plaats om te laden en lossen. Meest aangewezen plaats om te laden en lossen is de ventweg van de Prins Boudewijnlaan achter de bushalte.
Laden en lossen mag niet op het voetpad gebeuren.”
Fietsvoorzieningen:
“Voor deze winkel is er een fietsparkeerbehoefte van 380m²/100m² x 0,60 = 2,28 afgerond 2 plaatsen voor personeel en 363m²/100m² x 2 = 7,26 afgerond 7 plaatsen voor klanten. Er wordt een ruimte voorzien in de voortuin waar fietsen kunnen staan. Er zijn van die tegels met een gleuf waar het voorwiel ingezet moet worden. Dit is het meest slechte stallingssysteem dat er bestaat. Er moeten voor 7 fietsen plaatsen voorzien worden met een stallingssysteem waar het kader van een fiets aan vastgemaakt kan worden. (bij voorkeur 4 fietsbeugels = 8 plaatsen). Voor personeel moeten er (2) plaatsen voorzien worden die overdekt en afgesloten kunnen worden. “
Het advies over de mobiliteitsimpact wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Voor het personeel zou een deel van het bureau gebruikt kunnen worden. De voorgestelde voorwaarde wordt mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De zaakgebonden gevelpubliciteit mag maximaal 0,6 meter uitsteken conform artikel 8§4.
3. De sociale ruimte in de kelder en het kleinste bureel op het gelijkvloers worden uitgesloten van vergunning als verblijfsruimte.
4. De geveluitsprong ter hoogte van de Oosterveldlaan moet voldoen aan de bepalingen van artikel 13 van de bouwcode.
5. Er mag geen helling en stalling voor winkelkarretjes voorzien worden op het openbaar domein.
6. Het niveauverschil tussen het openbaar domein en de winkelruimte moeten intern worden opgelost conform de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
7. Er moeten fietsenstallingen voorzien worden waaraan klanten hun fiets met het kader kunnen vastleggen, de tegels met gleuf die er nu zijn mogen niet behouden blijven.
8. Er moeten minstens 2 fietsplaatsen voor personeel voorzien worden waar een fiets droog en veilig gestald kan worden.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 december 2024 |
Volledig en ontvankelijk | 14 februari 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 15 april 2025 |
Verslag GOA | 26 maart 2025 |
Naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd. Er werden geen standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend tijdens de openbaarmaking.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie na te leven.
2. De zaakgebonden gevelpubliciteit mag maximaal 0,6 meter uitsteken conform artikel 8§4.
3. De sociale ruimte in de kelder en het kleinste bureel op het gelijkvloers worden uitgesloten van vergunning als verblijfsruimte.
4. De geveluitsprong ter hoogte van de Oosterveldlaan moet voldoen aan de bepalingen van artikel 13 van de bouwcode.
5. Er mag geen helling en stalling voor winkelkarretjes voorzien worden op het openbaar domein.
6. Het niveauverschil tussen het openbaar domein en de winkelruimte moeten intern worden opgelost conform de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
7. Er moeten fietsenstallingen voorzien worden waaraan klanten hun fiets met het kader kunnen vastleggen, de tegels met gleuf die er nu zijn mogen niet behouden blijven.
8. Er moeten minstens 2 fietsplaatsen voor personeel voorzien worden waar een fiets droog en veilig gestald kan worden.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.