Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2025017071 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV ANTWERP BULK TERMINAL (0447721712) met als adres Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Nieuwe Westweg 14 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie B nr. 60B |
waarvan: |
|
- 20170310-0017 | afdeling 18 sectie B nr. 60B (Antwerp Bulk Terminal) |
Vergunningsplichten: | exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de verkleining van de oppervlakte voor op-en overslag |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 02/05/2024: vergunning (OMV_2023154737) voor het bouwen van een waterzuiveringsinstallatie en verlengen van een bestaande transportband;
- 28/09/2023: vergunning (OMV_2023078474) voor de sloop van technische constructies en vrijstaande gebouwen;
- 24/05/2017: vergunning (HVN/B/2017672) voor het bouwen van vier nieuwe loodsen en uitbreiding van één bestaande loods;
- 13/01/2017: vergunning (HVN/B/20162441) voor het bouwen van een opslaghal;
- 4/04/2008: vergunning (HV/2007/B/0126) voor de regularisatie van een loods, een transportband, een weegbrug, twee glycoltanks en twee watersilo’s voor opname hemelwater;
- 30/10/1997: vergunning (HV/1997/DROV/AN5/97/B/0243 – 19971481) voor het bouwen van een spaarbekken;
- 19/09/1991: vergunning (HV/1991/B/18/78108-91/080) voor asfaltbevloering, afwatering en transportbanden;
- 5/09/1991: vergunning (HV/1991/B/18/78028-91/081) voor asfaltbevloering en transportbanden.
Voorgeschiedenis milieu
Op 1 augustus 2013 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor een op- en overslagbedrijf voor bulkgoederen, voor een termijn verstrijkend op 1 augustus 2033. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de verkleining van de situering van de ingedeelde inrichting of activiteit en een aanpassing van de omschrijving van rubriek 48.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.2.2°b) | opslagplaatsen voor vaste brandstoffen in andere dan woon- en woonuitbreidingsgebieden, met een capaciteit van meer dan 20 ton en een oppervlakte van meer dan 10 ha; | -10,40 ha |
6.3. | bovengrondse opslag van fossiele brandstoffen met een oppervlakte van 25 ha of meer; | -10,40 ha |
48.1.2. | doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen. | -10,40 ha |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Haven van Antwerpen-Brugge, subadvies milieu | 11 maart 2025 | 18 maart 2025 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Bevrijdingsdok, het Kanaaldok B2 en het Insteekdok 2;
- overdruk Bufferdijk – Stocatradijk ten noorden van het goed, langs de afbakeningslijn zeehavengebied.
Buiten de afbakeningslijn van het afgebakende zeehavengebied, maar binnen voorliggend GRUP, geldt het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN), voor de Opstalvallei.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De ingedeelde inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er lijken geen stedenbouwkundige handelingen gepaard te gaan met het beoogde project. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Antwerp Bulk Terminal (ABT) maakt deel uit van de groep SEA-Invest. SEA-Invest is gespecialiseerd in de op- en overslag van bulkgoederen in zeehavens. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op de site aan het Bevrijdingsdok, ter hoogte van kaai 750. Deze site is vergund voor de op- en overslag van diverse stoffen in bulk: voornamelijk steenkool, ruwijzer en overige ertsen.
Met voorliggende aanvraag wordt de situering van de ingedeelde inrichting of activiteit verkleind ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Door deze wijziging verkleint het terrein bestemd voor op- en overslag met circa 10,4 hectare (rubrieken 6.2.2.b, 6.3 en 48.1.2). Het terrein voor de op- en overslag zal dan nog een oppervlakte hebben van circa 27,2 hectare. Er kan gesteld worden dat voor deze rubrieken de impact op de omgeving dus ook relatief vermindert.
In het voorwaardelijk gunstig advies van de Haven van Antwerpen-Brugge van 17 maart 2025 wordt opgemerkt dat bij een (gedeeltelijke) stopzetting van Vlarebo-rubrieken een oriënterend bodemonderzoek moet gebeuren alsook een melding van de stopzetting aan OVAM. De opslag vergund onder rubriek 6.2.2.b en 6.3 vallen onder deze risico-activiteiten. De aanvrager dient bijgevolg een oriënterend bodemonderzoek uit te voeren voor het stop te zetten deel.
Daarnaast wenst de exploitant de omschrijving van rubriek 48.1.2 te wijzigen. Momenteel staat het als volgt in de huidige vergunning ‘de op- en overslag van ertsen, kolen, cokes en aanverwante producten op een terrein van circa 37,6 hectare’. De exploitant wenst deze omschrijving te wijzigen naar het volgende: ‘de op- en overslag van andere goederen dan IMDG-goederen op een terrein van circa 27,2 hectare’. Aangezien ABT verwacht dat de op- en overslag van kolen in de toekomst steeds een kleiner aandeel zal innemen, heeft het bedrijf nood aan meer flexibiliteit bij de opslag en behandeling van diverse goederen. In het voorwaardelijk gunstig advies van de Haven van Antwerpen-Brugge van 17 maart 2025 wordt opgelegd dat doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebied moeten voldoen aan de algemene veiligheidseisen gesteld door de Havenkapiteinsdienst. De algemene voorwaarden zijn te vinden in de Havenpolitieverordening, hoofdstuk 11.1 Behandeling en opslag van goederen in bulk, de bijzondere voorwaarden zijn terug te vinden in de Havenonderrichtingen. De aanvrager dient hieraan te voldoen.
Ondanks het verkleinen van de opslagoppervlakte, wijzigt het lozingsdebiet voor bedrijfsafvalwater niet. Aangezien de effectieve lozing sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden (noodzaak om water te capteren of de opgeslagen producten te besproeien) vraagt de exploitant geen wijziging aan van het vergunde lozingsdebiet. Verder argumenteert het bedrijf ook dat er een daling wordt verwacht in de op- en overslag van kolen, een product dat bij besproeiing zorgt voor veel verdamping/opname van het water. Als er meer andere producten zullen worden opgeslagen, zal de hoeveelheid geloosd bedrijfsafvalwater weer stijgen. Het college wenst wel aan te stippen dat de vergunning een weergave moet zijn van de effectieve situatie op het terrein. Als na verloop van tijd toch blijkt dat er aanzienlijk minder geloosd wordt, dan dient het lozingsdebiet nog naar beneden bijgesteld worden.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht. Bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.2.2°b) | opslagplaatsen voor vaste brandstoffen in andere dan woon- en woonuitbreidingsgebieden, met een capaciteit van meer dan 20 ton en een oppervlakte van meer dan 10 ha; | -10,40 ha |
6.3. | bovengrondse opslag van fossiele brandstoffen met een oppervlakte van 25 ha of meer; | -10,40 ha |
48.1.2. | doorvoeropslagplaatsen in zeehavengebieden voor andere dan IMDG-goederen. | -10,40 ha |
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 7 maart 2025 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen | geen |
Uiterste adviesdatum | 6 april 2025 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.