Op 20 december 1999 besliste de gemeenteraad de binnengemeentelijke decentralisatie naar wettelijk model in te voeren (jaarnummer 3128). In uitvoering daarvan besliste de burgemeester, het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover zij beschikken, over te dragen naar de districtsraden, de districtscolleges en de districtsburgemeesters.
De gemeenteraad keurde op 29 mei 2017 (jaarnummer 305) de lijst bovenlokale locaties goed na advies van de districtsraden en van de conferentie van afgevaardigden van de districtsadviesraden cultuur, sport, jeugd en senioren.
De gemeenteraad keurde op 31 mei 2021 (jaarnummer 309) een actualisatie van de bovenlokale locaties goed ten gevolge van de overdracht van bepaalde gewestwegen en nieuwe ontwikkelingen. De uitgangspunten uit het besluit van 2017 werden hierbij behouden.
Volgende uitgangspunten werden gehanteerd.
Uitgangspunt met betrekking tot bovenlokale straten en pleinen
Bovenlokale straten en pleinen zijn steenwegen, stadswegen en wijkwegen – zoals vastgelegd in het stedelijk mobiliteitsplan – en een aantal straten rond de Via Sinjoor-as en Diamantwijk.
Wanneer de functie van een weg verandert, wordt deze in overleg met het district uit de limitatieve lijst bovenlokaal openbaar domein geschrapt.
Uitgangspunt met betrekking tot bovenlokaal groen
De bevoegdheden van de districten rond lokaal groen omvat alle parken en begraafplaatsen, met uitzondering van:
Wanneer de functie van een groendomein verandert, wordt deze in overleg met het district uit de limitatieve lijst bovenlokaal openbaar groen geschrapt.
Uitgangspunt met betrekking tot bovenlokale markten en foren
De bevoegdheden van de districten met betrekking tot markten en foren omvatten alle markten en foren, met uitzondering van:
Op 27 januari 2025 (jaarnummer 34) keurde de gemeenteraad het bestuursakkoord van de stad Antwerpen 2025-2030 'Allemaal Antwerpenaar' goed. Resolutie 594 van dit bestuursakkoord bepaalt: 'De besluiten over de bevoegdheidsverdeling tussen stad en districten worden nu na één legislatuur geëvalueerd en er wordt bekeken waar de uitvoering en samenwerking kan verbeteren. Het district is het eerste aanspreekpunt voor de lokale bevoegdheden. De stad respecteert de bestuurlijke autonomie van de districten.'
Op 31 maart 2025 (jaarnummer 239) keurde de gemeenteraad de bovenlokale locaties van het district Borsbeek goed. Dit betrof een tussentijdse aanpassing voor het district Borsbeek ten gevolge van de fusie met het oog op de latere voorlegging aan de gemeenteraad van de bovenlokale/lokale locaties van alle districten.
Op woensdag 2 april 2025 vond een raad voor overleg omtrent de bovenlokale locaties plaats. Naast een actualisatie van de bovenlokale locaties conform de huidige uitgangspunten, werden enkele nieuwe uitgangspunten voorgesteld. De stedelijke schepen bevoegd voor districtswerking besprak dit met de districtsburgemeesters en de districtsschepenen bevoegd voor publiek domein en groen.
Het verslag van dit overleg werd ter kennisneming voorgelegd op het college van burgemeester en schepenen van 16 mei 2025 (jaarnummer 3447), alsook op de 10 districtscolleges.
De voorliggende wijzigingen omtrent de bovenlokale locaties (actualisatie conform de eerder besliste uitgangspunten en nieuwe uitgangspunten) werden ter advies voorgelegd aan de 10 districtsraden:
Decreet over het lokaal bestuur
Volgende wijzigingen omtrent de bovenlokale locaties worden voorgesteld.
Actualisatie
Allereerst dringt een actualisatie van de bovenlokale locaties conform de eerder besliste uitgangspunten zich op.
Nieuwe uitgangspunten
Vervolgens worden enkele nieuwe uitgangspunten voorgesteld.
De gemeenteraad neemt kennis van de adviezen van de 10 districtsraden waarbij elk district de lijst van de bovenlokale locaties binnen het eigen district adviseert.
De gemeenteraad keurt het voorstel tot wijziging van de bovenlokale locaties goed:
De gemeenteraad keurt de gecoördineerde lijst met bovenlokale locaties goed, met ingang van 1 januari 2026.