2025_CBS_00322 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2024038681. Kastelweg 29. District Antwerpen - Goedkeuring

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven- en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften: 

-     Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven; 

-     Gebied voor waterweginfrastructuur voor het 5de Havendok en het Industriedok; 

-     Gebied voor spoorinfrastructuur voor de spoorwegbundel ten noorden van de aanvraag; 

-     Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan; 

-     overdruk Leidingstraat parallel met de spoorinfrastructuur en ten oosten van de aanvraag. 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015) met, ter hoogte van de Scheldelaan en ten zuiden hiervan, overdrukken met als aanduiding Werfzone en Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur.

Aan de overzijde van de Scheldelaan is ten slotte het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterweg, Natuurgebied (N) en Bijzonder natuurgebied (NH) en overdrukken Bestaande afzonderlijke leidingen.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is en tot opheffing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de middenspanningscabine aangezien het hemelwater dat hierop valt, rechtstreeks afwatert naar de naastgelegen groenzone waar het kan infiltreren in de bodem.

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de overige nieuwe dakoppervlaktes en de verharding. Volgens de hemelwaterverordening dienen er hemelwaterputten met een totale inhoud van 64.500 liter voorzien te worden. Aangezien er op de site geen personeel permanent aanwezig is en het tankstation niet zal fungeren als rustplaats, wordt er door de aanvrager geen sanitair voorzien op de site. Er wordt wel een buitenkraantje geplaatst ter hoogte van het snellaadstation dat gebruikt zal worden bij het onderhoud van de site (schoonspuiten van de verharding en besproeiing van de beplanting). Hiervoor wordt een hemelwaterput met een inhoud van 10.000 liter geplaatst waarop de dakoppervlakte van het snellaadstation aangesloten wordt. Het hemelwater dat op de overige dakconstructies valt, loopt rechtstreeks af op de verharding. De afwijking op het plaatsen van een hemelwaterput met een kleinere inhoud dan opgelegd in de hemelwaterverordening kan deels gunstig geadviseerd worden.

Het hemelwater dat op de zones van de verschillende componenten van de waterstofinstallatie valt, wordt ofwel opgevangen in een ondergronds infiltratiesysteem (infiltratiebuizen) ofwel rechtstreeks afgeleid naar de bovengrondse infiltratievoorziening (wadi A en B). Er wordt geopteerd voor het aanleggen van zowel een ondergrondse als bovengrondse infiltratievoorziening omwille van volgende aspecten: 

-     slechts een beperkt deel van de verharding kan oppervlakkig afstromen naar een bovengrondse infiltratiezone; 

-     het reliëf van het terrein is relatief vlak; 

-     de vrije perceeloppervlakte is beperkt (rekening houdend met de benodigde manoeuvreerruimte voor het vrachtverkeer en de technische installaties, en eventuele toekomstige leidingtracés van Fluxys); 

-     uit een peilbuisproef blijkt dat het grondwater zich op ongeveer 1 meter onder het maaiveld situeert; 

-     de resultaten van de uitgevoerde infiltratiesystemen situeren zich gedeeltelijk binnen het toepassingsgebied van ‘combisystemen’. 

De aanleg van een deels ondergrondse infiltratievoorziening kan gunstig geadviseerd worden. Gezien de beide infiltratievoorzieningen samen nog ontoereikend zijn, wordt eveneens een ondergrondse buffervoorziening geplaatst.

Het hemelwater dat op de overige verharding valt, wordt omwille van eventuele risico’s op olielekken eerst afgeleid naar een KWS-afscheider. Na passage hierdoor wordt het water naar de ondergrondse buffervoorziening (bufferputten) afgeleid. De overloop van de hemelwaterput wordt eveneens aangesloten op deze buffervoorziening waarna het vertraagd afgevoerd (opgepompt) wordt naar de bovengrondse infiltratievoorziening (wadi A). Deze wadi bestaat uit drie ondiepe delen (A, B en C) die onderling verbonden worden. De laagstgelegen wadi (C) heeft een overloop naar de ondergrondse infiltratievoorziening, zodat deze pas aangesproken wordt nadat de bovengrondse infiltratievoorziening reeds goed gevuld is. Opgemerkt wordt dat de verbindingen tussen de wadi’s onderling, op 10 centimeter van de bodem, die voor een gelijke vulling dienen te zorgen, er eveneens voor zorgen dat het maximale buffervolume nooit behaald kan worden en de overloop naar de riolering (niveau 5,33 meter) reeds aangesproken wordt voordat wadi’s B (maximaal niveau 5,44 meter) en A (maximaal niveau 5,71 meter) volledig gevuld zijn. Ook zal de ondergrondse infiltratievoorziening (inlaat op niveau 5,24 meter), in het huidige ontwerp, wel degelijk al gevuld worden op het moment dat de bovenste wadi’s A en B slechts voor één derde (en de onderste wadi C volledig) gevuld zijn. De connectiebuizen dienen voorzien te worden van een regeling om tot een gelijkmatige vulling van de wadi’s te komen om de voorziene volumes en infiltratieoppervlaktes effectief te kunnen benutten. Anders dreigt een te grote overstort naar de openbare hemelwaterriolering. Dit wordt geadviseerd als voorwaarde.

De wadi bestaat uit drie delen en heeft een totale infiltratieoppervlakte van 370,1 m² en een totale inhoud van 111.030 liter. De ondergrondse infiltratiebuizen hebben een infiltratieoppervlakte van 89,3 m² en een inhoud van 17.424 liter. De bufferputten hebben een totale inhoud van 115.000 liter. Er wordt voldaan aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening, voor zover deze volledig nuttig gebruikt kunnen worden.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Publiciteit: het besluit van de Vlaamse regering van 12 mei 2023 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor publiciteitsinrichtingen.

De verordening publiciteit is van toepassing op de aanvraag. Er worden vier zaakgebonden publiciteitsinrichtingen geplaatst, waarvan twee op het dak van het snellaadstation en twee vrijstaande totempalen.

De twee publiciteitsinrichtingen op het dak van het snellaadstation betreffen het bedrijfslogo (DATS 24) en bestaan uit stalen constructies afgewerkt met vaste kunststofpanelen in de bedrijfskleuren groen, blauw en wit. Beide logo’s hebben een lengte van 6 meter en een hoogte van 1,9 meter. Volgens de verordening mag een zaakgebonden publiciteitsinrichting een maximale hoogte van 2,5 meter boven de kroonlijst hebben. De aanvraag voldoet hieraan.

Ter hoogte van de inrit langs de Scheldelaan wordt een totempaal met prijsindicaties van het aanbod geplaatst. Ter hoogte van de uitrit langs de Kastelweg wordt eveneens een totempaal geplaatst waarop informatie voorzien wordt over het tankstation. De totempalen hebben een hoogte van 5,3 meter en de oppervlakte van de publiciteitsboodschap bedraagt 3,4 m² (1,25 meter x 2,75 meter). Volgens de verordening mag een vrijstaande zaakgebonden publiciteitsinrichting die geplaatst wordt in de eerste vier meter vanaf de grens met de openbare weg, een totale maximale oppervlakte hebben van 4 m² per zaak. De aanvraag voldoet hieraan.

De logo’s en totempalen worden inwendig verlicht. Volgens de verordening dient deze verlichting niet-verblindend uitgevoerd te worden, alsook dient de helderheid zich automatisch aan te passen aan het omgevingslicht. Een knipperende of flitsende verlichting is niet toegestaan.

Sectorale wetgeving

Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.

In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m², is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 29 september 2024 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 30822. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het bouwen van een tankstation voor het tanken van waterstof (voor vracht- en personenwagens) en het elektrisch laden (enkel voor vrachtwagens). De aanvraag kadert in een groter project voor de bouw van drie multifunctionele waterstoftankstations met een focus op zware voertuigen waarvoor de aanvrager een subsidie heeft gekregen van de Vlaamse Regering. In de keuze voor deze locatie speelt eveneens mee dat op het aanpalend terrein Fluxys actief is, wat in de toekomst mogelijkheden biedt voor een rechtstreekse aansluiting op het nog uit te rollen H2-netwerk.

De nieuwe constructies staan in functie van de verdere uitbouw van de waterstofinfrastructuur in België en worden opengesteld voor al het transportverkeer in de haven waardoor deze zal bijdragen aan de vergroening van het goederentransport in de haven. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag kadert binnen de ontwikkeling van een braakliggend terrein in het havengebied. Voor het nieuwe tankstation wordt een groot deel van het terrein verhard en worden de nodige constructies gebouwd. De overige zones worden aangelegd als groenzone en wadi. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Wel staat een deel van de nieuwe verharding in functie van een potentiële toekomstige uitbreiding van de elektrische laadinfrastructuur. De aanvrager motiveert in de verantwoordingsnota waarom de aanleg van deze niet-functionele verharding mee voorwerp uitmaakt van voorliggende aanvraag. Dit omwille van: 

-     de aanvrager is ervan overtuigd dat het elektrisch laden in de komende jaren een sterke opmars zal kennen en dat de vraag naar dergelijke laadpunten dus zal toenemen. De niet-functionele verharding zou in de toekomst een beperkte aanvulling van de elektrische laadinfrastructuur toelaten; 

-     indien een eventuele uitbreiding van de elektrische laadcapaciteit van het station opportuun blijkt, dient in dat geval geen groenaanleg te worden verwijderd, noch zouden er grond- of bouwkundige werken moeten uitgevoerd worden; 

-     het hele rioleringsstelsel en waterbeheer van het terrein is nu reeds afgestemd op de beschouwde maximale verharding. Indien pas in een latere fase extra verharding zou worden toegevoegd, zouden mogelijks complexe aanpassingen hierin nodig zijn; 

-     hoewel de lay-out van de site volledig afgestemd is op de verschillende circulatiebewegingen op het terrein, kan de verharding in de gearceerde zone in eerste instantie extra manoeuvreerruimte bieden op de site. 

Deze motivatie is echter onvoldoende voor het toelaten van het aanleggen van niet-functionele verharding. Men kan bij het berekenen en aanleggen van de nieuwe riolering en hemelwatervoorzieningen al rekening houden met de uitbreiding van de verharding en deze al voorzien op de maximale (toekomstige) verharding. Tevens geeft men aan dat de site volledig afgestemd is op de verschillende circulatiebewegingen en men deze verharding dus ook niet nodig heeft als extra manoeuvreerruimte. De niet-functionele verharding dient uitgesloten te worden van vergunning. 

Visueel-vormelijke elementen

De constructies worden voornamelijk uitgevoerd in neutrale kleuren (grijs, wit en donkergroen), uitgezonderd de luifels boven de tankplaatsen voor waterstof. De boorden van deze luifels worden afgewerkt in een felgroene kleur. Dit betreft de bedrijfskleur.

Het materiaal- en kleurgebruik voor de constructies is aanvaardbaar binnen deze industriële context.

Bodemreliëf

Voor de realisatie van het tankstation, dient een beperkte reliëfwijziging doorgevoerd te worden. Deze betreft voornamelijk het zuidelijk gedeelte van het terrein waar de nieuwe verharding lager zal liggen ten opzichte van de bestaande toestand (in functie van de tijdelijke waterberging in geval van overvloedige neerslag). Tevens worden een aantal op het terrein gelegen terreinverlagingen en grachten gedempt.

In functie van een bovengrondse infiltratievoorziening wordt een wadi aangelegd waarvoor eveneens het reliëf gewijzigd zal worden. De bodem van de wadi bevindt zich op 0,5 meter onder het maaiveld.

Natuur en biodiversiteit

Gezien het een braakliggend terrein betreft, is de site mogelijk aantrekkelijk voor bepaalde soorten.

Het uitvoeren van de werkzaamheden mag niet plaatsvinden in de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni. Dit om de rust en ontwikkeling van eventuele aanwezige broedvogels niet te verstoren. Dit wordt geadviseerd als voorwaarde. De bepalingen uit het Soortenbesluit blijven eveneens onverminderd van toepassing.

Het terrein is in bestaande toestand volledig begroeid met voornamelijk rietvegetatie. Deze rietvegetatie verdwijnt voor de ontwikkeling van het tankstation en komt slechts in beperkte mate terug door aanplant van riet in de wadi. Er dient een plan van aanpak toegevoegd te worden over het beheer van het riet in de wadi. Als het riet niet beheerd wordt, zal de wadi verlanden en zijn primaire functie als waterbuffering verliezen. Dit moet vermeden worden. Een plan van aanpak met maaifrequentie en -tijdstip moet aan de aanvraag toegevoegd worden. Dit wordt geadviseerd als voorwaarde.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd tevens het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. 

-     Het Ministerie van Landsverdediging – Defensie heeft geen bezwaar tegen de vergunningsaanvraag. Zij merken wel op dat er zich in de buurt van de werken een NAVO-pijpleiding bevindt die buiten gebruik is gesteld (ontgast en chemisch en met stikstof gereinigd). Indien de pijpleiding verwijderd wordt, dienen verschillende veiligheidsvoorschriften gerespecteerd te worden (zie bijlage advies). 

-     Het advies van Fluxys Belgium is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden uit dit advies, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht en moeten in geval de werken worden vergund als voorwaarden in de vergunning worden opgenomen.

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Er werd een mobiliteitstoets toegevoegd aan het dossier. Advies werd gevraagd aan de lokale politie (verkeerspolitie).

De lokale politie/verkeerspolitie heeft vanuit verkeersveiligheid volgende opmerkingen op de aanvraag:

-     Zoals elders in het havengebied wordt aangewezen om het dubbelrichtingsfietspad ter hoogte van de in- en uitrit te voorzien van een rode slemlaag met bijhorende markering (dubbele pijlen) om de aandacht van bestuurders te vestigen op de aanwezigheid van fietsers in beide richtingen.
Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning dit aspect verder afstemt met de wegbeheerders van de Kastelweg (Haven van Antwerpen-Brugge) en de Scheldelaan (het Agentschap Wegen en Verkeer). 

-     Het is eveneens wenselijk om haaientanden te voorzien aan de uitrit. Er moet voldoende rekening gehouden worden met de zichtlijnen van bestuurders op het dubbelrichtingsfietspad.
Dit wordt opgenomen als voorwaarde. 

Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad.

Parkeerbehoefte

Voorliggende aanvraag betreft een onbemand tankstation waarbij er geen personeel vast tewerkgesteld wordt op de site (enkel occasioneel onderhoudspersoneel). Bijgevolg wordt er geen parkeerbehoefte gecreëerd. Het is niet de bedoeling dat er langdurig geparkeerd wordt op de site, enkel de tijd die nodig is om te laden of te tanken. Er worden hiervoor dus geen parkeerplaatsen voorzien.

Ontsluiting/bereikbaarheid

Aankomende voertuigen rijden het terrein op langs de Scheldelaan. Na het laden, tanken of leveren verlaten de voertuigen opnieuw het terrein langsheen de Kastelweg. De uitrit ter hoogte van de Kastelweg is in trechtervorm uitgevoerd met de nodige signalisatie van het aanwezige tweerichtingsfietspad dat op die plaats gekruist wordt. 

De in- en uitritten zijn verder afgesloten met een slagboom. De aanwezigheid van de slagbomen zorgt ervoor dat de vrachtwagens stapvoets en met goede wederzijdse zichtbaarheid het fietspad kunnen kruisen. 

Op het eigen terrein moeten ter hoogte van de uitritten (vrachtwagens en personenwagens) borden geplaatst worden die de aandacht vestigen op het dubbelrichtingsfietspad.  
Eveneens dienen haaientanden aan de uitrit voorzien te worden. Dit wordt opgenomen als voorwaarde.

Op het openbaar domein dient het dubbelrichtingsfietspad voorzien te worden van fietspictogrammen en dubbele richtingspijl, om bestuurders attent te maken op de aanwezigheid van fietsers in de twee richtingen. Hiervoor kan contact opgenomen worden met het Havenbedrijf. Ook de verkeerspolitie had dit opgemerkt.

De inrit van het terrein zijde Scheldelaan is afgesloten met een slagboom. Deze is uitgerust met een camerasysteem en nummerplaatherkenning, dewelke zich in normale omstandigheden enkel opent voor aangemelde gebruikers. De breedte van de inrit bedraagt verder nominaal 7 meter. In overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer is deze inritzone uitwaaierend in de richting van het aankomend verkeer voorzien. Deze vormgeving is zodanig dat inrijdende vrachtwagens niet van het rijvak (naar links) dienen uit te wijken om vlot het terrein op te kunnen rijden. 

Fietsvoorzieningen

Er wordt geen personeel vast tewerkgesteld op de site. Bijgevolg worden er geen fietsvoorzieningen ingericht.  

Laden en lossen

Er worden 7 laadplekken voor elektrische trekkers voorzien en 3 waterstoftankplaatsen (4 plaatsen en 3 vulpistolen) waarvan 1 ook geschikt voor auto’s. De aanvoer van waterstof zal gebeuren met tubetrailers waarvoor er 3 posities zijn voorzien. 

Naast de effectieve tank- en laadplaatsen is er ook wachtruimte voorzien voor 5 trekker-oplegger combinaties. Ook is er de mogelijkheid om de site na oprijden onmiddellijk te verlaten. 

Het tankstation zal alleen bruikbaar zijn voor gebruikers die zich vooraf aangemeld hebben en een tijdsslot gereserveerd hebben. Aan de gebruikers zal via de aanduidingen ter plaatse ook duidelijk gemaakt worden dat het tankstation niet kan gebruikt worden als rustplaats. Er zijn hiertoe verder ook geen voorzieningen op het terrein opgenomen in deze aanvraag. 

Er wordt verwacht dat er zich geen wachtrijen zullen vormen die een vlotte doorstroming op de Scheldelaan zullen verhinderen. De exploitant gaat hiervan uit op basis van volgende gegevens:  

-     aanvankelijke prognoses van het aantal gebruikers in de eerste jaren zal (ruimschoots) ingevuld zijn met het aanbod van laadpunten; 

-     er zal gerichte communicatie rond beschikbaarheid en methodiek van laadpunt(en) uitgewisseld worden met klanten;

-     de inrit van het terrein zal afgesloten worden met een slagboom, uitgerust met een camerasysteem en nummerplaatherkenning, dewelke zich in normale omstandigheden enkel opent voor aangemelde gebruikers.

Mocht blijken dat er op bepaalde tijdstippen (of in bepaalde omstandigheden) een risico zou bestaan op verkeershinder kan de slagboom tijdelijk continu opengezet worden zodat voertuigen het terrein op kunnen rijden en via de uitrit het terrein weer kunnen verlaten (in dat geval zonder laden). Laden en lossen en wachtende vrachtwagens kunnen dus volledig op eigen terrein opgevangen worden.    

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Voorliggende aanvraag van DATS 24 betreft de bouw en exploitatie van nieuwe tankinfrastructuur voor waterstoftrucks en elektrische trucks.

Er zullen 2 tankzuilen voor waterstof geïnstalleerd worden met in totaal 3 verdeelslangen. De aanvoer zal gebeuren door tubetrailers (waterstof op lage druk), die vervolgens de waterstof comprimeren naar een buffer (op hoge of middendruk) die de tankzuilen zal voeden. Er worden daarvoor compressoren voorzien met een totaal vermogen van 916 kW. De waterstof wordt gekoeld met behulp van 3 propaankoelers en 2 CO2-koelers. Er wordt maximaal 38.400 liter waterstofgas opgeslagen in vaste houders. Verder wordt er ook 79.800 liter aangevraagd in verplaatsbare houders (het stallen van 2 tubetrailers). Er wordt opgemerkt dat er op het plan wel plaats is voor het stallen van 3 tubetrailers. De waterstofbuffers worden voor de veiligheid volledig ommuurd.

Ook worden er laadplaatsen voor elektrische trucks voorzien. In het kader daarvan worden er middenspanningscabines voorzien (4 transformatoren, waarvan 3 met een individueel vermogen van 2.500 kVA en één met een vermogen van 1.250 kVA). Er worden ook 5 parkeerplaatsen voorzien voor de vrachtwagens. De stad merkt op dat er meer vrachtwagens ingetekend staan dan de aangevraagde 5. Er wordt voorgesteld om ineens het volledige aantal mee te vergunnen.

Artikel 4.1.12.1 van VLAREM II bepaalt dat de exploitant de nodige maatregelen dient te nemen om te voorkomen dat verontreinigd bluswater rechtstreeks naar het grondwater, een openbare riolering, waterloop of om het even welke verzamelplaats van oppervlaktewateren worden afgevoerd. De exploitant dient bij calamiteiten de bufferputten volledig te kunnen afsluiten van de infiltratiebuizen. Het is onduidelijk of dit nu voorzien is.

Het is aan de exploitant om in samenspraak met de brandweerdienst de noodzakelijke maatregelen voor de brandbestrijding te bepalen.

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Rietvegetatie is een verboden te wijzigen vegetatie conform het Natuurbesluit (ook wel Vegetatiebesluit genoemd). Aangezien het riet in dit project verdwijnt, dient er een afwijking op het verbod aangevraagd en afgeleverd te worden door het Agentschap Natuur en Bos (ANB).

ANB werd om advies gevraagd door de vergunningverlenende overheid. Op 14 januari hebben zij een voorwaardelijk gunstig advies opgeladen, waarin gesteld wordt dat, mits naleving van 2 voorwaarden, de gevraagde afwijking op het verbod verleend kan worden. Het college sluit zich hierbij aan.

Advies van het college

Deels gunstig advies te verlenen voor de aanvraag onder voorwaarden en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden. Ongunstig advies voor wat de niet-functionele verharding betreft.

Dit advies werd opgemaakt op basis van PIV3.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Op het eigen terrein dienen ter hoogte van de uitrit borden en haaientanden geplaatst te worden die de aandacht vestigen op het dubbelrichtingsfietspad.

2. De verbindingsbuizen tussen de wadi’s onderling dienen voorzien te worden van een regeling om eerst een gelijkmatige en volledige vulling van de 3 wadi’s en daarna de ondergrondse infiltratievoorziening te bekomen, alvorens er wordt overgestort naar de openbare riolering.

3. Er dient een plan van aanpak (met maaifrequentie en -tijdstip) opgemaakt te worden voor het beheer van het riet in de wadi.

4. Het uitvoeren van de werkzaamheden mag niet plaatsvinden in de schoontijd van 1 april tot en met 30 juni. Dit om de rust en ontwikkeling van eventuele aanwezige broedvogels niet te verstoren.

5. De voorwaarden uit het advies van Fluxys Belgium dienen strikt nageleefd te worden.

6. Een ontlastingsconstructie ter hoogte van de pijpleidingen, opdat de pijpleidingen met niet meer dan 2 ton/m² worden belast, dient voorzien te worden.

Geadviseerde rubriek(en)

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden