De districtsraad keurde op 18 maart 2025 (jaarnummer 34) het nieuw huishoudelijk reglement goed.
Het district Berchem heeft op 22 april 2025 via het Agentschap Binnenlands Bestuur een klacht ontvangen in verband met het nieuwe huishoudelijk reglement.
In het licht van artikel 37 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur wenst het districtscollege enkele aandachtspunten te formuleren omtrent de werking en inrichting van raadcommissies binnen de districtswerking.
Een belangrijk uitgangspunt is dat de districtsraad niet verplicht is om raadcommissies op te richten. Dit blijft een facultatieve keuze volgens artikel 37 §1 van het Decreet Lokaal Bestuur juncto artikel 8 van het huishoudelijk reglement van het District Berchem. Het principe is dan ook dat er géén commissies zijn, tenzij daar uitdrukkelijk voor gekozen wordt. In dat opzicht is een eventuele annulatie van een reeds geplande commissie niet zozeer een terugtrekking, maar de veruitwendiging van het basisprincipe dat er geen commissie plaatsvindt, tenzij er inhoudelijke of procedurele noodzaak toe bestaat. De keuze om wél een commissie in te richten, wordt dus telkens opnieuw gemaakt en is contextgebonden.
Vanuit dat principe acht het district het belangrijk dat een annulering van een commissie mogelijk blijft wanneer blijkt dat er onvoldoende inhoudelijke noodzaak is. Uiteraard is het wenselijk dat dit niet louter eenzijdig gebeurt door de voorzitter, en dat er mogelijkheid tot bezwaar of overleg blijft, zodat een evenwichtige afweging gewaarborgd is.
Verder wenst het district enkele verduidelijkingen te geven bij de huidige praktijk. Zo zou het vervangen van de term "een beperkt aantal" door een vast getal voor objectiviteit kunnen zorgen, maar brengt dit ook risico’s met zich mee. Een bindend cijfer zou betekenen dat commissies verplicht moeten doorgaan zodra dit aantal bereikt is, ongeacht de inhoud of het karakter van de agendapunten. Dit houdt geen rekening met de realiteit dat sommige ontwerpbesluiten geen technische toelichting of inhoudelijke bespreking vereisen.
Ook wil het district wijzen op het onderscheid tussen de ‘reguliere agenda’, bestaande uit de ontwerpbesluiten van het districtscollege, en andere agendapunten zoals moties en amendementen van raadsleden. Indien het woord "regulier" zou worden geschrapt, zouden ook deze laatste worden meegeteld in de beoordeling of een commissie al dan niet moet plaatsvinden. Aangezien moties en amendementen tot relatief laat kunnen worden ingediend, is er vaak onvoldoende voorbereidingstijd om een inhoudelijk sterke toelichting te garanderen in een commissie.
Het district Berchem pleit er dan ook voor om voldoende ruimte te behouden voor beoordeling op basis van inhoudelijke noodzaak en niet uitsluitend op basis van kwantitatieve criteria. Een flexibele en redelijke toepassing van de organisatie van de raadscommissies versterkt de efficiëntie en kwaliteit van de besluitvorming.
Het districtscollege keurt het antwoord op de klacht van raadslid Kris Gysels goed.
Het districtscollege geeft opdracht aan het districtssecretariaat om dit antwoord over te maken aan het Agentschap van Binnenlands Bestuur.