Artikel 42 § 3 van het Gemeentedecreet: “De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.”.
Het bestuursakkoord 2013-2018 "Respect voor A" stipuleert in resolutie 159 dat de stad een lage-emissiezone zal invoeren om voertuigen die niet voldoen aan bepaalde milieunormen uit de kernstad te weren.
Op 13 september 2013 (jaarnummer 9175) keurde het college beleidsprincipes en de projectaanpak voor invoering van een lage-emissiezone goed.
Op 21 november 2014 (jaarnummer 11930) keurde het college gewijzigde en aanvullende beleidsprincipes goed.
Op 19 december 2014 (jaarnummer 12997) keurde het college, in overeenstemming met het toen gekende Vlaamse beleidskader over lage-emissiezones, de toegangsvoorwaarden, vrijstellingen en toelatingen voor de lage-emissiezone goed.
Op 24 november 2015 (jaarnummer 9684) keurde het college principieel goed dat de lage-emissiezone wordt ingevoerd vanaf 1 februari 2017. Ook keurde het college de krachtlijnen van de communicatiecampagne voorafgaand aan de invoering goed.
Op 27 november 2015 werd het decreet betreffende de lage-emissiezones (LEZ-decreet) definitief goedgekeurd.
De gemeenteraad keurde op 25 januari 2016 (jaarnummer 9) principieel goed:
Op 26 februari 2016 keurde de Vlaamse regering definitief het besluit betreffende lage-emissiezones (LEZ-besluit) goed.
1. Regelgevend kader
Een lage-emissiezone is een zone waarin voor de leefbaarheid, in het bijzonder ter beperking van milieu- en gezondheidshinder door een slechte luchtkwaliteit, een selectief toelatingsbeleid voor motorvoertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder (LEZ-decreet, art. 3 §1).
De invoering van een lage-emissiezone gebeurt overeenkomstig de bepalingen in de wegcode (verkeersbord LEZ), het LEZ-decreet en het LEZ-besluit.
De Vlaamse regelgeving bepaalt dat de stad een lage-emissiezone kan invoeren met een gemeentelijk reglement (LEZ-decreet art. 3 § 2). Het LEZ-besluit bepaalt welke voertuigen automatisch toegelaten zijn tot de lage-emissiezone of die toegang hebben na registratie van het voertuig, uiterlijk 24 uur na het betreden van de lage-emissiezone (LEZ-besluit, art. 2 en 4). De Vlaamse toelatingscriteria zijn gebaseerd op de brandstof, de voertuigcategorie (afhankelijk van het aantal zitplaatsen en tonnage) en de euronorm van het voertuig (of de datum van eerste inschrijving indien de euronorm niet bekend is). De combinatie van deze elementen is bepalend voor de vervuilingsgraad van een voertuig.
Voor een aantal voertuigen voorziet het LEZ-besluit in een vrijstelling (LEZ-besluit, art. 2). Dit geldt bijvoorbeeld voor voertuigen met een nieuwere aandrijfvorm (elektrisch of plug-in hybride), voertuigen van of voor vervoer van personen met een handicap indien zij voldoen aan een aantal voorwaarden en prioritaire voertuigen.
Alle voertuigen die niet toegelaten zijn overeenkomstig het LEZ-besluit zijn in principe niet toegelaten tot de lage-emissiezone. Wel is in het LEZ-decreet (art. 4 § 2) en in het LEZ-besluit (art. 3) de mogelijkheid voorzien dat de stad onder bepaalde voorwaarden aan deze voertuigen toch een tijdelijke toegang kan verlenen. Hierbij moet de stad rekening houden met de volgende bepalingen (LEZ-besluit, art. 3):
Het is binnen dit geschetste regelgevend kader dat het voorliggende gemeentelijk reglement voor de invoering van een lage-emissiezone is uitgewerkt.
2. Samenvatting en motivering van het gemeentelijk reglement
Met dit besluit worden de principes die het college en de gemeenteraad eerder goedkeurden met betrekking tot de invoering van een lage-emissiezone vertaald in een gemeentelijk reglement.
Hoofdstuk 1. Invoering, definities en termijnen
Artikel 1.1 van het reglement vermeldt in eerste instantie het regelgevend kader waarbinnen de lage-emissiezone wordt ingevoerd.
Artikel 1.2 bakent de lage-emissiezone geografisch af. De gebiedsafbakening houdt rekening met de effecten op vlak van luchtkwaliteit, de duidelijkheid en eenvoud voor de gebruiker, de handhaafbaarheid, de mogelijkheden voor doorgaand verkeer, de mogelijkheid tot flankerend beleid en de complementariteit met het mobiliteitsbeleid van de stad. De zone omvat algemeen gesteld de kernstad, inclusief kaaien, Leien en Singel. Ook Linkeroever, meer bepaald de zone gelegen tussen Schelde, E17, P&R Linkeroever en Sint-Annabos, maakt deel uit van de lage-emissiezone, omwille van een verhoogd effect op de luchtkwaliteit en het vermijden van verzwaring van de parkeerdruk op Linkeroever door voertuigen van buiten Antwerpen die in de lage-emissiezone van de kernstad niet toegelaten zijn. Duidelijkheid voor de weggebruiker en sluitende handhaving van de lage-emissiezone bepalen de wegvakken op de Singel die niet in de gebiedsomschrijving zijn opgenomen. Uitgangspunt bij het bepalen van deze uitzonderingen is dat verkeer dat van de Ring komt niet rechtstreeks de lage-emissiezone binnenrijdt, maar telkens een uitweg heeft buiten de lage-emissiezone om.
Artikel 1.3 bevat de definities van de begrippen die in het reglement gebruikt worden en artikel 1.4 tenslotte beschrijft op welke wijze termijnen zoals kalenderdag, week en dergelijke begrepen moeten worden.
Hoofdstuk 2. Toegelaten en niet-toegelaten motorvoertuigen
Dit hoofdstuk beschrijft welke motorvoertuigen zonder formaliteiten toegang hebben tot de lage-emissiezone, welke voertuigen zich hiervoor moeten registreren of een toelating tegen betaling of een LEZ-dagpas nodig hebben en welke voertuigen niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone. De voertuigen die zonder bijkomende formaliteiten toegang hebben tot de lage-emissiezone zijn door de Vlaamse regering bepaald in artikel 2 van het LEZ-besluit, voor zover die voertuigen niet vallen onder artikel 4 van het LEZ-besluit.
Hoofdstuk 3. Toegelaten voertuigen mits registratie
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure en voorwaarden voor registratie van een toegelaten voertuig en de geldigheidsduur van een registratie. De voertuigen waarvoor een registratieplicht geldt zijn door de Vlaamse regering bepaald in artikel 4 van het LEZ-besluit.
Hoofdstuk 4. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-toelating
Dit hoofdstuk handelt over de voertuigen die in principe niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone, maar waarvoor toch tijdelijk en onder voorwaarden een toelating verkregen kan worden. De stad maakt hierbij gebruik van de mogelijkheid die haar geboden wordt in art. 4, §2 van het LEZ-decreet en in art. 3 van het LEZ-besluit om de voertuigen die volgens de gewestelijke toegangsvoorwaarden niet toegelaten zijn toch toe te laten. De stad dient hierbij de bepalingen te respecteren die in art. 3 van het LEZ-besluit vermeld zijn (zie 1. Regelgevend kader). Met de toepassing van een systeem van tijdelijke toelating wordt beoogd om voor de voertuigen die in principe geen toegang hebben tot de lage-emissiezone voldoende alternatieven te bieden. Dit geldt bijgevolg als een flankerende maatregel om de effecten van de invoering van de lage-emissiezone op bepaalde doelgroepen of voertuigen te milderen.
Artikel 4.1 beschrijft eerst welke voertuigen in aanmerking komen voor een tijdelijke toelating tegen betaling of LEZ-toelating:
Artikel 4.2 bepaalt de procedure en voorwaarden om een LEZ-toelating te verkrijgen. De bewijsstukken die opgevraagd kunnen worden om een tijdelijke toelating te verkrijgen worden opgesomd in bijlage 1 2 bij dit reglement.
Artikel 4.3 beschrijft de geldigheidsduur van de LEZ-toelating variërend van één dag (tot 6.00 uur van de kalenderdag nadien), één week, één maand, drie maanden, zes maanden tot één jaar volgens de wens van de aanvrager.
Artikel 4.4 tenslotte verwijst voor de retributietarieven naar het retributiereglement. De tenuitvoerlegging, inclusief de oplegging en inning wordt toevertrouwd aan de LEZ-beheerder die de retributies in eigen naam en voor eigen rekening zal innen.
Hoofdstuk 5. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-dagpas
Dit hoofdstuk handelt over voertuigen die in principe niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone en die niet beschikken over een LEZ-toelating. Vaak gaat het over de oudste en dus meest vervuilende voertuigen. Deze voertuigen kunnen maximaal acht keer per twaalf maanden een LEZ-dagpas aankopen die geldig is op één kalenderdag tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien.
Hoofdstuk 6. Aanpassing emissienorm in databank
Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijkheid om de emissienorm (euronorm) die voor een bepaald voertuig in de Vlaamse LEZ-databank is opgenomen te laten wijzigen, zoals dat bepaald is in art. 2, 6e lid van het LEZ-besluit. De bewijsstukken die hiervoor nodig zijn, zijn opgenomen in bijlage 1 2 van het voorliggende reglement.
Hoofdstuk 7. Overtredingen en sancties
Alle voertuigen die niet voldoen aan de gewestelijke toegangsvoorwaarden of niet beschikken over een LEZ-toelating of LEZ-dagpas en toch de lage-emissiezone betreden, zijn in overtreding. Voor de sanctionering wordt gebruik gemaakt van de administratieve geldboete of onmiddellijke inning zoals beschreven in art. 10 van het LEZ-decreet. Het artikel bepaalt de hoogte van de administratieve geldboete, uitgaande van de vork tussen 90,00 euro en 360,00 euro die in het LEZ-decreet vermeld staat. De beboetingsambtenaar wordt later met een apart gemeenteraadsbesluit aangeduid. Voor de onmiddellijke inning, die slechts in beperkte gevallen toepasbaar is, geldt het tarief van 90,00 euro, zoals vermeld in art. 10, §9 van het LEZ-decreet. De taken verbonden aan het opleggen van sancties en innen van geldboetes worden toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. De inning van geldboetes gebeurt in naam en voor rekening van de stad.
Artikel 7.4 voorziet tenslotte in een procedure in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden op de openbare weg buiten de lage-emissiezone, maar waarbij politie of stad beslissen om het doorgaande verkeer af te leiden via de lage-emissiezone. In deze gevallen zal geen administratieve geldboete verschuldigd zijn. De burgemeester beoordeelt per gebeurtenis op de openbare weg of deze als calamiteit of bijzondere omstandigheid in deze zin beschouwd kan worden.
Hoofdstuk 8. Inwerkingtreding reglement en overgangsbepalingen
Het LEZ-reglement treedt, met uitzondering van hoofdstuk 7, in werking op 1 oktober 2016 omdat vanaf die periode de aanvragen voor registratie, LEZ-toelating, LEZ-dagpas en aanpassing van euronorm kunnen ingediend worden. Hoofdstuk 7, dat handelt over sancties en overtredingen, treedt in werking op 1 februari 2017.
3. Aanduiding LEZ-beheerder
Art. 11 van het LEZ-decreet bepaalt: "De gemeente kan aan de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen, de autonome gemeentebedrijven en de autonome havenbedrijven de volgende taken geheel of gedeeltelijk toevertrouwen":
De personeelsleden van deze instellingen die door de bevoegde organen worden aangewezen voor het uitvoeren van de taken, vermeld in het eerste lid, moeten beantwoorden aan dezelfde voorwaarden als de personeelsleden van de gemeente, hebben dezelfde bevoegdheden en hebben toegang tot de voor hun opdracht relevante gegevens, vermeld in artikel 9.
Het college besliste op 21 november 2014 (jaarnummer 11930) dat de taken die verbonden zijn aan het beheer van de lage-emissiezone toegewezen worden aan het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen (GAPA). Deze taken zijn immers in belangrijke parallel aan de taken die GAPA) uitvoert met betrekking tot bewonersparkeren, vaststellen van parkeerovertredingen, innen van parkeerretributies en GAS-boetes voor parkeren en stilstaan. De geactualiseerde statuten van GAPA hebben de doelstelling en het werkterrein van GAPA uitgebreid van louter parkeergerichte activiteiten naar "alle beleidsuitvoerende activiteiten die de mobiliteit op het grondgebied van de stad Antwerpen bevorderen en de bereikbaarheid, (verkeers)leefbaarheid en verkeersveiligheid ondersteunen" (art. 3 van de statuten). De invoering en het beheer van een lage-emissiezone passen in deze omschrijving.
Met dit gemeenteraadsbesluit wordt de aanduiding van GAPA als LEZ-beheerder ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Decreet betreffende lage-emissiezones van 27 november 2015.
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende lage-emissiezones van 26 februari 2016.
De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, CD&V en Open VLD.
Stemden nee: Vlaams Belang.
Hebben zich onthouden: sp.a, PVDA+ en Groen.
De gemeenteraad keurt het gemeentelijk reglement lage-emissiezone Antwerpen goed.
De gemeenteraad keurt goed dat de taken zoals omschreven in artikel 11 van het decreet betreffende lage-emissiezones van 27 november 2015 geheel worden toevertrouwd aan het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen.