Terug

2016_GR_00398 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 27/06/2016 - 19:30 Raadzaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Philip Heylen, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Kathleen Van Brempt, raadslid; Freya Piryns, raadslid; André Gantman, raadslid; Güler Turan, raadslid; Robert Voorhamme, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Karim Bachar, raadslid; Monica De Coninck, raadslid; Leen Verbist, raadslid; Fauzaya Talhaoui, raadslid; Fatma Akbas, raadslid; Greet van Gool, raadslid; Toon Wassenberg, raadslid; Wim Van Osselaer, raadslid; Patrick Janssen, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Annemie Turtelboom, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Mie Branders, raadslid; Galina Matushina, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Carine Leys, raadslid; Lisa Geets, raadslid; Leyla Aydemir, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Dirk Rochtus, raadslid; Anne Giveron, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Martijn Van Esbroeck, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Danny Feyen, raadslid; Jean Goedtkindt, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Fatima Talhaoui, raadslid; Dirk Van Duppen, raadslid; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Gerolf Annemans, raadslid; Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Marc Van Peel, schepen; Maya Detiège, raadslid; Bruno Valkeniers, raadslid; Vic Van Aelst, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2016_GR_00398 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement - Goedkeuring 2016_GR_00398 - Duurzame stad - Lage-emissiezone Antwerpen. Reglement - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 42 § 3 van het Gemeentedecreet: “De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast.”.

Aanleiding en context

Het bestuursakkoord 2013-2018 "Respect voor A" stipuleert in resolutie 159 dat de stad een lage-emissiezone zal invoeren om voertuigen die niet voldoen aan bepaalde milieunormen uit de kernstad te weren.

Op 13 september 2013 (jaarnummer 9175) keurde het college beleidsprincipes en de projectaanpak voor invoering van een lage-emissiezone goed.

Op 21 november 2014 (jaarnummer 11930) keurde het college gewijzigde en aanvullende beleidsprincipes goed.

Op 19 december 2014 (jaarnummer 12997) keurde het college, in overeenstemming met het toen gekende Vlaamse beleidskader over lage-emissiezones, de toegangsvoorwaarden, vrijstellingen en toelatingen voor de lage-emissiezone goed.

Op 24 november 2015 (jaarnummer 9684) keurde het college principieel goed dat de lage-emissiezone wordt ingevoerd vanaf 1 februari 2017. Ook keurde het college de krachtlijnen van de communicatiecampagne voorafgaand aan de invoering goed.

Op 27 november 2015 werd het decreet betreffende de lage-emissiezones (LEZ-decreet) definitief goedgekeurd.

De gemeenteraad keurde op 25 januari 2016 (jaarnummer 9) principieel goed:

  • dat vanaf 1 februari 2017 een lage-emissiezone wordt ingevoerd in het gebied tussen Ring en Schelde en op Linkeroever;
  • dat er geen kosten worden aangerekend voor registratie van voertuigen die voldoen aan de gewestelijke toegangscriteria en zich tijdig registreren;
  • dat er naargelang de voertuigcategorie drie tariefklassen worden gehanteerd voor een tijdelijke toelating tegen betaling;
  • welke tarieven gelden voor een tijdelijke toelating tegen betaling, voor een LEZ-dagpas en voor administratieve geldboetes in geval van overtreding.

Op 26 februari 2016 keurde de Vlaamse regering definitief het besluit betreffende lage-emissiezones (LEZ-besluit) goed.

Argumentatie

1. Regelgevend kader

Een lage-emissiezone is een zone waarin voor de leefbaarheid, in het bijzonder ter beperking van milieu- en gezondheidshinder door een slechte luchtkwaliteit, een selectief toelatingsbeleid voor motorvoertuigen wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder (LEZ-decreet, art. 3 §1).

De invoering van een lage-emissiezone gebeurt overeenkomstig de bepalingen in de wegcode (verkeersbord LEZ), het LEZ-decreet en het LEZ-besluit.

De Vlaamse regelgeving bepaalt dat de stad een lage-emissiezone kan invoeren met een gemeentelijk reglement (LEZ-decreet art. 3 § 2). Het LEZ-besluit bepaalt welke voertuigen automatisch toegelaten zijn tot de lage-emissiezone of die toegang hebben na registratie van het voertuig, uiterlijk 24 uur na het betreden van de lage-emissiezone (LEZ-besluit, art. 2 en 4). De Vlaamse toelatingscriteria zijn gebaseerd op de brandstof, de voertuigcategorie (afhankelijk van het aantal zitplaatsen en tonnage) en de euronorm van het voertuig (of de datum van eerste inschrijving indien de euronorm niet bekend is). De combinatie van deze elementen is bepalend voor de vervuilingsgraad van een voertuig.

Voor een aantal voertuigen voorziet het LEZ-besluit in een vrijstelling (LEZ-besluit, art. 2). Dit geldt bijvoorbeeld voor voertuigen met een nieuwere aandrijfvorm (elektrisch of plug-in hybride), voertuigen van of voor vervoer van personen met een handicap indien zij voldoen aan een aantal voorwaarden en prioritaire voertuigen.

Alle voertuigen die niet toegelaten zijn overeenkomstig het LEZ-besluit zijn in principe niet toegelaten tot de lage-emissiezone. Wel is in het LEZ-decreet (art. 4 § 2) en in het LEZ-besluit (art. 3) de mogelijkheid voorzien dat de stad onder bepaalde voorwaarden aan deze voertuigen toch een tijdelijke toegang kan verlenen. Hierbij moet de stad rekening houden met de volgende bepalingen (LEZ-besluit, art. 3):

  1. de toegangsvoorwaarden worden gedifferentieerd in functie van de emissie van de voertuigen, waarbij voertuigen met hogere emissies aan strengere voorwaarden worden onderworpen. Hierop kan een uitzondering voorzien worden voor voertuigen ouder dan 40 jaar, voor voertuigen die blijkens hun bouw, uitrusting of andere permanente kenmerken speciaal zijn uitgerust voor toezicht, controle, onderhoud van infrastructuur en installaties van algemeen belang en voor voertuigen die, door of in opdracht van het leger, de politiediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituaties of voor reddingsoperaties;
  2. een individuele toelating voor een voertuig wordt altijd in de tijd beperkt tot maximaal één jaar en is hernieuwbaar;
  3. bij de toekenning van een individuele toelating voor het voertuig waarvan de titularis van de nummerplaat gedomicilieerd is in de lage-emissiezone, houdt de gemeente rekening met een mogelijk beperkte financiële draagkracht van de titularis van de nummerplaat. Er is sprake van een beperkte financiële draagkracht als de titularis recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming.

Het is binnen dit geschetste regelgevend kader dat het voorliggende gemeentelijk reglement voor de invoering van een lage-emissiezone is uitgewerkt.

2. Samenvatting en motivering van het gemeentelijk reglement

Met dit besluit worden de principes die het college en de gemeenteraad eerder goedkeurden met betrekking tot de invoering van een lage-emissiezone vertaald in een gemeentelijk reglement.

Hoofdstuk 1. Invoering, definities en termijnen

Artikel 1.1 van het reglement vermeldt in eerste instantie het regelgevend kader waarbinnen de lage-emissiezone wordt ingevoerd.

Artikel 1.2  bakent de lage-emissiezone geografisch af. De gebiedsafbakening houdt rekening met de effecten op vlak van luchtkwaliteit, de duidelijkheid en eenvoud voor de gebruiker, de handhaafbaarheid, de mogelijkheden voor doorgaand verkeer, de mogelijkheid tot flankerend beleid en de complementariteit met het mobiliteitsbeleid van de stad. De zone omvat algemeen gesteld de kernstad, inclusief kaaien, Leien en Singel. Ook Linkeroever, meer bepaald de zone gelegen tussen Schelde, E17, P&R Linkeroever en Sint-Annabos, maakt deel uit van de lage-emissiezone, omwille van een verhoogd effect op de luchtkwaliteit en het vermijden van verzwaring van de parkeerdruk op Linkeroever door voertuigen van buiten Antwerpen die in de lage-emissiezone van de kernstad niet toegelaten zijn. Duidelijkheid voor de weggebruiker en sluitende handhaving van de lage-emissiezone bepalen de wegvakken op de Singel die niet in de gebiedsomschrijving zijn opgenomen. Uitgangspunt bij het bepalen van deze uitzonderingen is dat verkeer dat van de Ring komt niet rechtstreeks de lage-emissiezone binnenrijdt, maar telkens een uitweg heeft buiten de lage-emissiezone om.

Artikel 1.3 bevat de definities van de begrippen die in het reglement gebruikt worden en artikel 1.4 tenslotte beschrijft op welke wijze termijnen zoals kalenderdag, week en dergelijke begrepen moeten worden.

Hoofdstuk 2. Toegelaten en niet-toegelaten motorvoertuigen

Dit hoofdstuk beschrijft welke motorvoertuigen zonder formaliteiten toegang hebben tot de lage-emissiezone, welke voertuigen zich hiervoor moeten registreren of een toelating tegen betaling of een LEZ-dagpas nodig hebben en welke voertuigen niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone. De voertuigen die zonder bijkomende formaliteiten toegang hebben tot de lage-emissiezone zijn door de Vlaamse regering bepaald in artikel 2 van het LEZ-besluit, voor zover die voertuigen niet vallen onder artikel 4 van het LEZ-besluit.

Hoofdstuk 3. Toegelaten voertuigen mits registratie

Dit hoofdstuk beschrijft de procedure en voorwaarden voor registratie van een toegelaten voertuig en de geldigheidsduur van een registratie. De voertuigen waarvoor een registratieplicht geldt zijn door de Vlaamse regering bepaald in artikel 4 van het LEZ-besluit.

Hoofdstuk 4. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-toelating

Dit hoofdstuk handelt over de voertuigen die in principe niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone, maar waarvoor toch tijdelijk en onder voorwaarden een toelating verkregen kan worden. De stad maakt hierbij gebruik van de mogelijkheid die haar geboden wordt in art. 4, §2 van het LEZ-decreet en in art. 3 van het LEZ-besluit om de voertuigen die volgens de gewestelijke toegangsvoorwaarden niet toegelaten zijn toch toe te laten. De stad dient hierbij de bepalingen te respecteren die in art. 3 van het LEZ-besluit vermeld zijn (zie 1. Regelgevend kader). Met de toepassing van een systeem van tijdelijke toelating wordt beoogd om voor de voertuigen die in principe geen toegang hebben tot de lage-emissiezone voldoende alternatieven te bieden. Dit geldt bijgevolg als een flankerende maatregel om de effecten van de invoering van de lage-emissiezone op bepaalde doelgroepen of voertuigen te milderen.

Artikel 4.1 beschrijft eerst welke voertuigen in aanmerking komen voor een tijdelijke toelating tegen betaling of LEZ-toelating:

  • basisprincipe is dat een tijdelijke toelating tegen betaling mogelijk is voor dieselvoertuigen die één euronorm lager scoren dan degene die opgenomen is in de gewestelijke toelatingscriteria, of voor de variant zonder roetfilter indien de aanwezigheid van een roetfilter aanleiding geeft tot toegang tot de lage-emissiezone. Concreet is vanaf invoering tot eind 2019 tijdelijke toelating tegen betaling mogelijk voor dieselvoertuigen met euronorm 3 / III zonder roetfilter. Vanaf 2020 geldt dit voor dieselvoertuigen met euronorm 4 / IV, vanaf 2025 voor dieselvoertuigen met Euronorm 5 / V;
  • voor voertuigen op benzine en aardgas/LPG zijn de gewestelijke toelatingscriteria soepeler waardoor ze tot ruim oudere leeftijd vrije toegang hebben tot de lage-emissiezone waardoor er geen nood is om ze op te nemen in het stelsel van tijdelijke toegang tegen betaling;
  • voor enkele categorieën van voertuigen gelden specifieke regelingen, namelijk voor de voertuigen vermeld in art. 3, 1° van het LEZ-besluit en voor oudere voertuigen voor ambulante handel en foren waarvan het verkoop- en motorgedeelte onafscheidbaar zijn. Voor voertuigen ouder dan 40 jaar geldt dat zij vooral in stand worden gehouden omwille van hun historische patrimoniumwaarde en om die reden ook nooit volledig conform de algemene gewestelijke toegangsvoorwaarden kunnen zijn. Voor bepaalde, specifiek uitgeruste voertuigen die ingezet worden voor toezicht, controle, onderhoud van infrastructuur en installaties van algemeen belang en voor bepaalde voertuigen die, door of in opdracht van het leger, de politiediensten, de wegbeheerder, de civiele bescherming of de brandweer, gebruikt worden voor noodsituaties of voor reddingsoperaties (andere dan de vrijgestelde prioritaire voertuigen) geldt dat zij omwille van hun specifieke aard, uitrusting of functie voor algemeen belang tot oudere leeftijd toegang kunnen verkrijgen. Voertuigen voor ambulante handel en foren vereisen eveneens zeer specifieke voertuigen met een hoge investeringskost en lange levensduur, wat een tijdelijke toelating voor oudere voertuigen verantwoordt.

Artikel 4.2 bepaalt de procedure en voorwaarden om een LEZ-toelating te verkrijgen. De bewijsstukken die opgevraagd kunnen worden om een tijdelijke toelating te verkrijgen worden opgesomd in bijlage 1 2 bij dit reglement.

Artikel 4.3 beschrijft de geldigheidsduur van de LEZ-toelating variërend van één dag (tot 6.00 uur van de kalenderdag nadien), één week, één maand, drie maanden, zes maanden tot één jaar volgens de wens van de aanvrager.

Artikel 4.4 tenslotte verwijst voor de retributietarieven naar het retributiereglement. De tenuitvoerlegging, inclusief de oplegging en inning wordt toevertrouwd aan de LEZ-beheerder die de retributies in eigen naam en voor eigen rekening zal innen.

Hoofdstuk 5. Toegelaten motorvoertuigen mits LEZ-dagpas

Dit hoofdstuk handelt over voertuigen die in principe niet toegelaten zijn tot de lage-emissiezone en die niet beschikken over een LEZ-toelating. Vaak gaat het over de oudste en dus meest vervuilende voertuigen. Deze voertuigen kunnen maximaal acht keer per twaalf maanden een LEZ-dagpas aankopen die geldig is op één kalenderdag tot en met 6.00 uur van de kalenderdag nadien.

Hoofdstuk 6. Aanpassing emissienorm in databank

Dit hoofdstuk beschrijft de mogelijkheid om de emissienorm (euronorm) die voor een bepaald voertuig in de Vlaamse LEZ-databank is opgenomen te laten wijzigen, zoals dat bepaald is in art. 2, 6e lid van het LEZ-besluit. De bewijsstukken die hiervoor nodig zijn, zijn opgenomen in bijlage 1 2 van het voorliggende reglement.

Hoofdstuk 7. Overtredingen en sancties

Alle voertuigen die niet voldoen aan de gewestelijke toegangsvoorwaarden of niet beschikken over een LEZ-toelating of LEZ-dagpas en toch de lage-emissiezone betreden, zijn in overtreding. Voor de sanctionering wordt gebruik gemaakt van de administratieve geldboete of onmiddellijke inning zoals beschreven in art. 10 van het LEZ-decreet. Het artikel bepaalt de hoogte van de administratieve geldboete, uitgaande van de vork tussen 90,00 euro en 360,00 euro die in het LEZ-decreet vermeld staat. De beboetingsambtenaar wordt later met een apart gemeenteraadsbesluit aangeduid. Voor de onmiddellijke inning, die slechts in beperkte gevallen toepasbaar is, geldt het tarief van 90,00 euro, zoals vermeld in art. 10, §9 van het LEZ-decreet. De taken verbonden aan het opleggen van sancties en innen van geldboetes worden toevertrouwd aan de LEZ-beheerder. De inning van geldboetes gebeurt in naam en voor rekening van de stad.

Artikel 7.4 voorziet tenslotte in een procedure in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden op de openbare weg buiten de lage-emissiezone, maar waarbij politie of stad beslissen om het doorgaande verkeer af te leiden via de lage-emissiezone. In deze gevallen zal geen administratieve geldboete verschuldigd zijn. De burgemeester beoordeelt per gebeurtenis op de openbare weg of deze als calamiteit of bijzondere omstandigheid in deze zin beschouwd kan worden.

Hoofdstuk 8. Inwerkingtreding reglement en overgangsbepalingen

Het LEZ-reglement treedt, met uitzondering van hoofdstuk 7, in werking op 1 oktober 2016 omdat vanaf die periode de aanvragen voor registratie, LEZ-toelating, LEZ-dagpas en aanpassing van euronorm kunnen ingediend worden. Hoofdstuk 7, dat handelt over sancties en overtredingen, treedt in werking op 1 februari 2017.

3. Aanduiding LEZ-beheerder

Art. 11 van het LEZ-decreet bepaalt: "De gemeente kan aan de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen, de autonome gemeentebedrijven en de autonome havenbedrijven de volgende taken geheel of gedeeltelijk toevertrouwen":

  1. de tenuitvoerlegging, met inbegrip van de oplegging en de inning, van de betaling van een geldsom als vermeld in artikel 6, eerste lid;
  2. het uitoefenen van het toezicht op de naleving van de LEZ-reglementering, vermeld in artikel 8;
  3. het aanduiden van een personeelslid als beboetingsambtenaar, vermeld in artikel 10, § 2, voor zover deze aanduiding door de gemeenteraad wordt bevestigd;
  4. de registratie, vermeld in artikel 4, § 1, van dit decreet;
  5. de controle van de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 2, van dit decreet.

De personeelsleden van deze instellingen die door de bevoegde organen worden aangewezen voor het uitvoeren van de taken, vermeld in het eerste lid, moeten beantwoorden aan dezelfde voorwaarden als de personeelsleden van de gemeente, hebben dezelfde bevoegdheden en hebben toegang tot de voor hun opdracht relevante gegevens, vermeld in artikel 9.

Het college besliste op 21 november 2014 (jaarnummer 11930) dat de taken die verbonden zijn aan het beheer van de lage-emissiezone toegewezen worden aan het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen (GAPA). Deze taken zijn immers in belangrijke parallel aan de taken die GAPA) uitvoert met betrekking tot bewonersparkeren, vaststellen van parkeerovertredingen, innen van parkeerretributies en GAS-boetes voor parkeren en stilstaan. De geactualiseerde statuten van GAPA hebben de doelstelling en het werkterrein van GAPA uitgebreid van louter parkeergerichte activiteiten naar "alle beleidsuitvoerende activiteiten die de mobiliteit op het grondgebied van de stad Antwerpen bevorderen en de bereikbaarheid, (verkeers)leefbaarheid en verkeersveiligheid ondersteunen" (art. 3 van de statuten). De invoering en het beheer van een lage-emissiezone passen in deze omschrijving.

Met dit gemeenteraadsbesluit wordt de aanduiding van GAPA als LEZ-beheerder ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

Juridische grond

Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

Decreet betreffende lage-emissiezones van 27 november 2015.

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende lage-emissiezones van 26 februari 2016.

Beleidsdoelstellingen

Antwerpen is een duurzame stad
De ecologische duurzaamheidsambities zijn maximaal gerealiseerd met het oog op een hoge levenskwaliteit voor iedereen en economische waardecreatie
Hinderlijke lucht- en geluidsemissies zijn beperkt en de blootstelling van bewoners wordt maximaal voorkomen
1 - Woonstad
Antwerpen is een duurzame stad

Besluit

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, CD&V en Open VLD.
Stemden nee: Vlaams Belang.
Hebben zich onthouden: sp.a, PVDA+ en Groen.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het gemeentelijk reglement lage-emissiezone Antwerpen goed.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt goed dat de taken zoals omschreven in artikel 11 van het decreet betreffende lage-emissiezones van 27 november 2015 geheel worden toevertrouwd aan het Gemeentelijk Autonoom Parkeer- en mobiliteitsbedrijf Antwerpen.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.