Terug
Gepubliceerd op 22/10/2019

2019_GR_00619 - Groepsarchitectuur Antwerpen - Oprichting Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 21/10/2019 - 19:30 Bernarduscentrum
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Filip Dewinter, raadslid; Jan Penris, raadslid; Freya Piryns, raadslid; Nahima Lanjri, raadslid; André Gantman, raadslid; Anke Van dermeersch, raadslid; Güler Turan, raadslid; Wouter Vanbesien, raadslid; Peter Mertens, raadslid; Mohamed Chebaa Amimou, raadslid; Yasmine Kherbache, raadslid; Mie Branders, raadslid; Johan Klaps, raadslid; Caroline Bastiaens, raadslid; Danielle Meirsman, raadslid; Martine Vrints, raadslid; Koen Laenens, raadslid; Franky Loveniers, raadslid; Peggy Pooters, raadslid; Kevin Vereecken, raadslid; Imade Annouri, raadslid; Yasmia Setta, raadslid; Karen Maes, raadslid; Kristel Somers, raadslid; Ilse van Dienderen, raadslid; Nordine Saidi Mazarou, raadslid; Mark Tijsmans, raadslid; Sevilay Altintas, raadslid; Sanne Descamps, raadslid; Elisabeth van Doesburg, raadslid; Koenraad De Vylder, raadslid; Manuëla Van Werde, raadslid; Nathalie van Baren, raadslid; Patrick Van den Abbeele, raadslid; Peter Wouters, raadslid; Hicham El Mzairh, raadslid; Khadija Chennouf, raadslid; Sam Van Rooy, raadslid; Sam Voeten, raadslid; Erica Caluwaerts, raadslid; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef; Glenn Verspeet, korpschef ad interim

Verontschuldigd

Ludo Van Campenhout, schepen; Gerolf Annemans, raadslid; Liesbeth Homans, raadslid; Joris Giebens, raadslid; Ikrame Kastit, raadslid; Omar Fathi, raadslid

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester-voorzitter
2019_GR_00619 - Groepsarchitectuur Antwerpen - Oprichting Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten - Goedkeuring 2019_GR_00619 - Groepsarchitectuur Antwerpen - Oprichting Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en Autonoom Gemeentebedrijf Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Argumentatie

Culturele instellingen in scope

De gemeenteraad van 23 september 2019 (jaarnummer 477) keurde principieel de oprichting goed van een AG Culturele Instellingen Antwerpen als beheersstructuur voor de werking van de stedelijke culturele instellingen (musea, erfgoedinstellingen en Arenberg), waarvan de werking momenteel wordt gefaciliteerd/gerealiseerd door vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting (DMS) en het OCMW. Het gaat concreet over de volgende instellingen:

  • DMS/musea:
  1. Modemuseum (MoMu);
  2. Fotomuseum (FoMu);
  3. DIVA.
  •  vzw Antwerpen Kunstenstad/musea en erfgoedinstellingen:
  1. Museum Plantin-Moretus;
  2. Rubenshuis;
  3. Rubenianum;
  4. Museum Mayer van den Berg;
  5. Middelheimmuseum;
  6. Letterenhuis, inclusief Antwerpen Boekenstad en exploitatie Lijsternest;
  7. Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience;
  8. Museum aan de Stroom (MAS);
  9. Red Star Line Museum;
  10. Museum Vleeshuis.
  • vzw Antwerpen Kunstenstad/schouwburg:
  1. Arenberg, inclusief programmatie OLT en culturele stadsprojecten.
  • OCMW:
  1. Maagdenhuis (2019_RMW_00092).

Met het besluit van 23 september 2019 (jaarnummer 545) keurde de gemeenteraad goed om ook de financiële werking van het Vredescentrum onder te brengen binnen de binnen de beheersstructuur van het op te richten AGB Culturele instellingen Antwerpen, met een specifiek voor het Vredescentrum bestemd budget.

In een volgende fase zal ook het fiscaal potentieel onderzocht worden van de opname van (de ticketverkoop van) de grote schouwburgen binnen het AGB, conform de opdracht van het college op 5 juli 2019 (jaarnummer 5486).

Evaluatie vanuit Decreet Lokaal Bestuur

Het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de stad in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad een evaluatie moet doen van de uitvoering van de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten met extern verzelfstandigde agentschappen en van de verzelfstandiging zelf. Op 23 september 2019 (jaarnummer 477) nam de gemeenteraad kennis van de evaluaties van de vzw Antwerpen Kunstenstad en SON De Museumstichting. Hieruit bleek onder meer dat:

  • vzw Antwerpen Kunstenstand: wat betreft de evaluatie van het agentschap kan gesteld worden dat de argumenten die de basis vormden voor de oprichting van een vzw niet allemaal meer actueel zijn of ook binnen een andere organisatievorm kunnen worden opgevangen:
    • specifiek voor de werking van de musea en erfgoedinstellingen blijven flexibele reserveopbouw, btw-recuperatie en behoud van eigen inkomsten noodzakelijk;
    • specifiek voor de culturele stadsprojecten blijkt de nood om blijvend extern te verzelfstandigen minder actueel:
      • externe experten kunnen ook op een andere manier participeren;
      • overlegstructuren kunnen worden opgezet zonder de vorm van een afzonderlijke vzw aan te nemen;
      • ook binnen de stedelijke organisatie is een voldoende flexibel personeelsbeleid mogelijk en kunnen de nodige financiële afspraken worden gemaakt;
    • specifiek met betrekking tot sponsoring en subsidiëren blijft het een aandachtspunt dat sommige sponsors en subsidiënten geen lokale overheden rechtstreeks willen betoelagen;
  • SON De Museumstichting: ter verantwoording voor een mogelijk behoud van de verzelfstandiging worden een aantal argumenten benoemd, die mogelijk niet allemaal meer actueel zijn of ook binnen een andere organisatievorm kunnen worden opgevangen, onder andere:
    • het kunnen voeren van een decentrale boekhouding, behoud van eigen inkomsten en jaaroverschrijdende inzet van middelen;
    • externe partners uit de verschillende betrokken maatschappelijke actoren moeten voldoende kunnen betrokken worden bij het beheer van de musea.
Toekomstige inbedding: principiële beslissing voor een autonoom gemeentebedrijf (2019_GR_00477)

In opvolging van de principebeslissing van 22 februari 2019 (jaarnummer 1619) werd door de strategisch coördinator in samenwerking met de ambtelijke werkgroep groepsarchitectuur een voorstel van toekomstige inbedding uitgewerkt, alsook een plan van aanpak om dit te realiseren.

De werkzaamheden van de ambtelijke werkgroep groepsarchitectuur, de bedrijfseenheid Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving en een kerngroep musea brachten een contextueel kader, de risico’s en knelpunten van inkanteling (onder meer fiscaliteit), de mogelijkheden tot interne verzelfstandiging en aspecten van werking in beeld (één groep met aandacht voor mandaat van de museumdirecteuren, alsook meerwaarde en vormen van samenwerking, internationaal musea comité).

Verschillende scenario’s werden onderzocht, met name: interne werking/ delegaties en budgethouderschap/ intern verzelfstandigd agentschap, intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid en een extern verzelfstandigd agentschap.

De ambtelijke werkgroep groepsarchitectuur oordeelde dat interne verzelfstandiging en een autonoom gemeentebedrijf mogelijke vormen van inbedding zijn.

Op basis van het geheel van de eerder vermelde werkzaamheden kon worden vastgesteld dat:

  • interne verzelfstandiging zonder rechtspersoon geen optimale organisatievorm voor de musea en erfgoedinstellingen is;
  • externe verzelfstandiging geen nood is voor andere beleidsdomeinen die nu door een vzw worden ondersteund, behalve voor de culturele instellingen;
  • musea en erfgoedinstellingen als specifieke organisatievorm een duidelijk mandaat vragen.

Hetzelfde geldt voor de enige andere grote stedelijke culturele instelling, namelijk Arenberg.

Met het besluit van 23 september 2019 (jaarnummer 477) besliste de gemeenteraad principieel om de werking (activiteiten, activa en passiva) van de stedelijke culturele instellingen (musea, erfgoedinstellingen en Arenberg) vanaf  1 januari 2020 onder te brengen in één beheersstructuur, in te bedden binnen de stedelijke organisatie en te faciliteren door de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf (AGB) Culturele Instellingen Antwerpen (werktitel).

Toekomstige inbedding: motivering voor externe verzelfstandiging onder de vorm van twee autonome gemeentebedrijven ("tweeling-AGB's")

Een AGB biedt garanties voor de realisatie van de beleidsnota’s/beheersovereenkomsten, een vlot financieel beheer en de nood/wens tot externe verzelfstandiging (zie risico’s en knelpunten, waaronder de mogelijkheden op fiscaal vlak en qua eigen inkomsten/sponsoring/legaten/enzovoort). Een AGB laat ook een flexibele realisatie toe van een omvangrijke publieksgerichte werking en aanbod binnen een overheidscontext, zodat er geen verlies is aan slagkracht, financiële middelen en noodzakelijke betrokkenheid van stakeholders.

De bevoegdheid van dit AGB kan zich beperken tot de werking van de stedelijke culturele instellingen (inclusief Vredescentrum), omdat voor andere beleidsdomeinen geen nood werd gedetecteerd tot functionele entiteit voor wat niet ingekanteld kan worden. Het AGB brengt de musea, erfgoedinstellingen en Arenberg in één beheersstructuur samen en vervangt de vzw/SON. Een AGB staat binnen de groepsarchitectuur dichter bij de stad dan een vzw of SON.

Op het vlak van werking kan het AGB in ieder geval instaan voor de realisatie van de basisfuncties van actuele musea als instellingen met maatschappelijke meerwaarde binnen een stedelijke, Vlaamse en internationale context en met een duidelijk artistiek en zakelijk mandaat van de museumdirecteur. Dit geldt ook voor Arenberg.

Fiscaal biedt een AGB meer potentiële voordelen dan andere verzelfstandigingsvormen. Door de mogelijkheid om winstoogmerk toe te kennen aan een AGB, kan een vollediger recht op btw-aftrek worden gerealiseerd tegenover andere vormen van externe verzelfstandiging.

In opvolging van de opdrachten van het college (2019_CBS_05486) werd inmiddels verder fiscaal onderzoek gevoerd. Dit onderzoek bevestigt de mogelijkheid tot volledig recht op btw-aftrek, op voorwaarde dat (1) een statutair winstoogmerk aan het AGB kan worden toegekend, (2) het AGB boekhoudkundig break-even kan draaien zonder werkingstoelage van de stad en (3) de werkingstoelagen van de stad in een prijssubsidie worden omgezet.

Uit het voorlopige financieel plan blijkt alvast dat er effectief boekhoudkundig break-even kan worden gedraaid. Een rulingaanvraag werd voorbereid, enerzijds met de vraag of het AGB kan worden beschouwd als instelling die handelt met winstoogmerk, anderzijds met de vraag of de kostenloze terbeschikkingstelling van het personeel, de collectie en de gebouwen geen vorm van rechtsmisbruik is.

Uit het onderzoek en overleg blijkt dat het toekennen van winstoogmerk in de statuten van het AGB op dit ogenblik in strijd kan zijn met het Vlaamse decreet Cultureel Erfgoed: "(artikel 8) Om in aanmerking te komen voor een kwaliteitslabel, voldoet een collectiebeherende organisatie aan de volgende ontvankelijkheidsvoorwaarden: 1° beheerd worden door een publiekrechtelijke of een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstgevend doel.”  Dit kwaliteitslabel is een voorwaarde voor subsidiëring. Het toekennen van winstoogmerk aan het AGB houdt dus een reëel risico op het verlies van Vlaamse subsidiëring voor de musea en erfgoedinstellingen in. Het Cultureel Erfgoeddecreet is op zijn beurt geïnspireerd op de ethische code van International Council of Museums (ICOM): "(artikel 1.1) Het bestuur draagt er zorg voor dat een museum een beginselverklaring, statuut of ander openbaar document bezit, in een geschreven en gepubliceerde vorm, overeenkomstig de nationale wettelijke regels, inzake zijn rechtspositie, zijn missie, zijn voortbestaan en zijn niet op winst gerichte karakter.

In afwachting van een mogelijke decreetswijziging en een fiscale ruling, beslist de stad tot de oprichting van twee maximaal gelijkaardige autonome gemeentebedrijven ("tweeling-AGB's"), die momenteel samen de beheersstructuur van de culturele instellingen zullen vormen: AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten.

Het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed omvat de werking van de verschillende musea en erfgoedinstellingen, alsook van het Vredescentrum. In de statuten van dit AGB is het winstoogmerk nu voorlopig uit voorzichtigheid niet weerhouden, in afwachting van verdere gesprekken met de FOD Financiën en een eventuele decreetswijziging op Vlaams niveau. Ook zonder de beoogde bijkomende fiscale optimalisatie biedt een AGB immers voordelen ten aanzien van een intern verzelfstandigd agentschap, qua oplossingen voor de opgelijste risico’s en knelpunten. De keuze voor een autonoom gemeentebedrijf zonder winstoogmerk is fiscaal neutraal ten opzichte van de huidige structuur van een vzw en SON, d.w.z. het AGB zal net als de vzw en SON een gedeeltelijk recht op btw-aftrek hebben.

De stad gaat over tot de oprichting van een tweede AGB, AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, specifiek voor de werking van Arenberg (inclusief programmatie OLT en culturele stadsprojecten) en met een statutair winstoogmerk. De werking van Arenberg is niet afhankelijk van Vlaamse toelagen op basis van Cultureel Erfgoeddecreet of Kunstendecreet, zodat er wat dat betreft geen bezwaar is tegen het toekennen van een statutair winstoogmerk. In de toekomst worden binnen dit AGB mogelijk de (ticketverkopen van) de andere grote schouwburgen opgenomen. Deze mogelijkheid zit reeds vervat in de statuten. 

AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten zal, met uitzondering van het maatschappelijk doel, identieke statuten en beheersovereenkomsten, dezelfde samenstellingen van raad van bestuur en directiecomité, financiële en andere procedures... kennen als AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed ("tweeling-AGB's"). Op die manier worden de administratieve en financiële lasten tot een minimum beperkt en kan er snel tot een samenvoeging van beide AGB's worden overgegaan op het moment dat een decreetswijziging en een fiscale ruling toelaten om ook aan de beheersstructuur voor de musea en erfgoedinstellingen een statutair winstoogmerk toe te kennen.

Externe leden kunnen formeel in het bestuur van een AGB worden opgenomen (mogelijkheid voorzien in de statuten), naast uiteraard bijkomende mogelijkheden op informeel en adviserend vlak, bijvoorbeeld door opname van externe specialisten in een internationaal museaal comité.

De stad bepaalt wat de bevoegdheid van de AGB's is en kiest ervoor om de gehele werking van de opgesomde stedelijke culturele instellingen onder te brengen in en te faciliteren door AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, ondersteund door een uitgewerkt mandaat van de directeuren en een helder samenwerkingsmodel tussen de instellingen. De stad maakte met het gemeenteraadsbesluit van 23 september 2019 (jaarnummer 477) principieel de keuze om personeel, collectie en infrastructuur binnen de stad in te bedden, uiterlijk met ingang op 1 januari 2020. Dit biedt de mogelijkheid om de volledige werking van de culturele instellingen te garanderen en tegelijk schaalvoordelen te benutten (bijvoorbeeld personeelsadminstratie).

Door geen personeel te voorzien binnen de AGB's, bestaat er geen fiscaal nadeel maar ontstaat er de mogelijkheid tot optimalisatie in het geval ook het AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed in de toekomst een statutair winstoogmerk kan hebben. Voor het personeel biedt het onderbrengen bij de stad alvast een aantal voordelen zoals deelname aan de interne arbeidsmarkt en gelijke arbeidsvoorwaarden voor medewerkers met een zelfde functie. Bovendien ligt de keuze voor een AGB zonder personeel in de lijn van de overige reorganisaties zoals die in de vorige legislatuur werd uitgezet.

Het stedelijk eigendom van de collectie heeft geen impact op de werking, omdat de musea en erfgoedinstellingen kunnen blijven instaan voor het verwerven, bewaren, onderzoeken en publieksgericht ontsluiten van de collectie. Aankopen (op bijvoorbeeld veilingen) via het AGB en een collectiefonds zijn nodig.

De verdere concrete uitwerking zal gebeuren in functie van het oplossen van geïnventariseerde risico’s en knelpunten, binnen de specificiteit van de culturele instellingen. Bijzondere aandacht bij het vormgeven van de AGB's dient daarbij te gaan naar het concreet uitwerken van de volgende aspecten op basis van onder andere kosten-baten:

  • financiën: voldoende snelle en wendbare processen zijn nodig om de operationele werking te kunnen garanderen. Het is mogelijk om dit binnen het AGB in functie van de werking van de afzonderlijke instellingen en met aandacht voor hun verschillen te realiseren. Hierbij zal voldoende aandacht gaan naar de keuze en opzet van een geschikt boekhoudpakket, het vlot rapporteren over alle kosten verbonden met de instelling en garanties voor het behoud van middelen van de groep musea en de afzonderlijke instellingen (eigen inkomsten, waaronder subsidies en sponsoring) voor ieder van die instellingen, ook over de jaren heen (aanleggen van bestemde reserves);
  • fiscaliteit: naast het maximaliseren van het potentieel van de mogelijkheden tot btw-recuperatie van de culturele instellingen binnen de geldende museale en fiscale regelgeving (zie hoger), is een herbevestiging nodig van de bestaande ruling in verband met het MAS op het moment dat ook aan het AGB voor de musea en erfgoedinstellingen winstoogmerk kan worden toegekend. Verder moeten de eventuele mogelijkheden van de tax shelter worden opgevolgd.

AGB's als beheersstructuur

De AGB's worden opgericht als beheersstructuur voor de werking van de stedelijke culturele instellingen. Dit betekent in eerste instantie een focus op het realiseren van een vlot financieel en administratief beheer. De oprichting van de AGB's en het samenbrengen van de verschillende culturele instellingen kan uiteraard niet los worden gezien van de organisatiestructuur binnen het beleidsdomein cultuur. Gelijktijdig met de voorbereiding en oprichting van de nieuwe AGB's zal daarom ook worden verder gewerkt aan een transitie van de culturele instellingen.

De uitwerking van het mandaat van de directeuren van de instellingen, afgestemd en gekaderd binnen een samenwerkingsmodel tussen de musea, vormt een essentiële stap in de transitie. Binnen het mandaat van de directeur van een culturele instelling kunnen in overeenstemming met de beleidsnota en de beheersovereenkomst van de instelling de concrete opdrachten, randvoorwaarden en resultaatsgebieden worden vastgelegd, ook in functie van samenwerking tussen musea en erfgoedinstellingen, personeelsplanning en inzet van medewerkers. De directeuren zijn deel van het middenmanagement van de stad en zijn mee verantwoordelijk voor het behalen van de vooropgestelde resultaten van de stad en de groep musea en erfgoedinstellingen. In functie daarvan maken ze in het kader van de meerjarenplanning ook een indicatieve personeelsplanning op die jaarlijks kan worden bijgestuurd tijdens de budgetopmaak en de budgetwijziging. 

Bij de transitie van de culturele instellingen zal ook rekening worden gehouden met de overige geïnventariseerde risico's en kneplunten, binnen de specificiteit van de musea en erfgoedinstellingen, onder meer inzake personeel, organisatie en marketing en communicatie (zie de gemeenteraadsbeslissing van 23 september 2019, jaarnummer 477).

Voorliggend besluit handelt over de oprichting van de beheersstructuur (AGB's). De overdracht van het personeel (vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting en vzw Vredescentrum) en de collectie (SON De Museumstichting) naar de stad, alsook eventuele andere aspecten van de transitie zal via afzonderlijke besluitvorming verlopen.

Statuten en beheersovereenkomsten

De autonome gemeentebedrijven worden opgericht bij voorliggende gemeenteraadsbeslissing. Het Decreet Lokaal Bestuur (artikel 231) stelt dat de gemeenteraad met de oprichtingsbeslissing ook de statuten van het autonoom gemeentebedrijf vaststelt. Het autonoom gemeentebedrijf verkrijgt rechtspersoonlijkheid op de datum van deze oprichtingsbeslissing. Deze statuten moeten minstens volgende elementen bevatten (Decreet Lokaal Bestuur, artikel 232):

  1. de naam en eventueel de afkorting;
  2. het maatschappelijke doel, inzonderheid een omschrijving van de beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang waarmee het autonoom gemeentebedrijf belast is;
  3. de maatschappelijke zetel, gevestigd in de oprichtende gemeente;
  4. de samenstelling, de vergaderwijze, de werkingsvoorwaarden en de bevoegdheden van de organen;
  5. de wijze van ontbinding en vereffening van het autonoom gemeentebedrijf.

De voorstellen van statuten van de AGB's AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed en AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten zijn opgenomen in bijlage bij dit besluit en zijn gebaseerd op de stedelijke modelstatuten (2019_MT_00217). In afwijking van deze modelstatuten:

  • zijn de bepalingen omtrent het personeel niet overgenomen uit de modellen, gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 23 september 2019 (jaarnummer 477) om geen personeel in de AGB's te voorzien;
  • is de mogelijkheid voorzien om aan externe bestuurders presentiegeld toe te kennen (artikel 17 van de statuten).

Toekomstige wijzigingen in de statuten worden aangebracht bij beslissing van de gemeenteraad, op voorstel of na advies van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf in kwestie.

Tussen de stad en de autonome gemeentebedrijven zullen na onderhandeling beheersovereenkomsten worden afgesloten. Bij het onderhandelen over de beheersovereenkomsten wordt de stad vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen en de autonome gemeentebedrijven door de - identiek samengestelde - raden van bestuur (Decreet Lokaal Bestuur, artikel 234). Het stedelijk sjabloon van beheersovereenkomst (2019_MT_00217) zal hiervoor als uitgangspunt worden gehanteerd.

Alle rechten en verplichtingen van vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting en vzw Vredescentrum zullen met ingang van 1 januari 2020 worden overgenomen door deze AGB's.

Timing en en verder plan van aanpak

Met het besluit van 23 september 2019 (jaarnummer 477) stelde de gemeenteraad een stappenplan voor de inkanteling voor. Rekening houdend met de beschikbare informatie, wordt dit stappenplan als volgt geactualiseerd.

Streefdatum nieuwe aanpak werking binnen AGB: 1 januari 2020.

  • Stap 1 (gerealiseerd):
    • gemeenteraad 23 september 2019 (jaarnummer 477):
      • principebeslissing tot oprichting van een AG Culturele Instellingen Antwerpen als beheersstructuur voor de werking van de stedelijke culturele instellingen (musea, erfgoedinstellingen en Arenberg) waarvan de werking momenteel wordt gefaciliteerd/gerealiseerd door de vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting en het OCMW;
      • principebeslissing tot overdracht van de werking van de stedelijke culturele instellingen (musea, erfgoedinstellingen en Arenberg) vanuit vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting en het OCMW naar het AG Culturele Instellingen Antwerpen en start van de werking van de stedelijke culturele instellingen binnen het AGB vanaf 1 januari 2020;
      • principebeslissing dat uiterlijk gelijktijdig met de start van deze werking binnen het AGB naast het gebouwenpatrimonium ook de collectie in eigendom van de stad en het personeel in dienst van de stad is;
      • (afzonderlijk besluit jaarnummer 545) beslissing tot onderbrengen van de financiële werking van het Vredescentrum binnen de beheersstructuur van het op te richten AG Culturele Instellingen Antwerpen, met een specifiek voor het Vredescentrum bestemd budget;.
  • Stap 2: voorbereiding van de overdracht en overleg met de vzw's, de SON en OCMW, onder meer over:
    • personeel, inclusief mandaat van de directeuren;
    • organisatie, inclusief marketing en communicatie;
    • financiën, inclusief fiscaliteit (huidig en potentieel);
    • governance, inclusief internationaal museaal comité.

Daarnaast moet de stad ook nog een aantal andere voorbereidingen treffen:

  • budgettaire voorbereidingen, onder andere in opmaak meerjarenplan en voorbereiding implementatie BBC-regelgeving;
  • contractuele voorbereidingen, onder andere overdracht of opzeg contracten;
  • uitwerking van de beheersovereenkomst tussen de stad en het AGB;
  • samenstelling van de raad van bestuur.

De raden van bestuur van de vzw en de SON verlenen op verzoek van de stad hun advies over ontbinding en vereffening van het betreffende agentschap.

  •  Stap 3:
    • college 4 oktober 2019: oprichtingsverslag AGB's en ontwerpen van statuten;
    • gemeenteraad 21 oktober 2019: oprichting AGB's, vaststelling statuten.
  • Stap 4:
    • gemeenteraad 25 november 2019: samenstelling raad van bestuur AGB's;
    • raad van bestuur AGB: vaststellen meerjarenplan AGB's, ontwerp van beheersovereenkomsten...
  • Stap 5:
    • gemeenteraad 16 december 2019: goedkeuring meerjarenplannen AGB's en beheersovereenkomsten;
    • start van de activiteiten binnen de nieuwe structuur vanaf 1 januari 2020;
    • uiteraard kan het college indien nodig alle noodzakelijke overgangsmaatregelen goedkeuren.
  • Stap 6:
    • ontbinding en vereffening in één stap (verkorte procedure, zonder vereffenaar) via een beslissing van de gemeenteraad en de raden van bestuur van de vzw Antwerpen Kunstenstad en De Museumstichting;
    • specifiek voor De Museumstichting: formele ontbinding door rechtbank van eerste aanleg;
    • timing: kwartaal 1 van 2020.

Deze stappen verlopen deels parallel, en worden uitgewerkt tot een gedetailleerd stappenplan en een daarop afgestemd communicatieplan.

Juridische grond

Artikel 231 van het Decreet over het Lokaal Bestuur luidt als volgt: "Een autonoom gemeentebedrijf wordt opgericht bij gemeenteraadsbeslissing op grond van een door het college van burgemeester en schepenen opgemaakt verslag. In dat verslag worden de voor- en de nadelen van externe verzelfstandiging tegen elkaar afgewogen en wordt aangetoond dat beheer binnen de rechtspersoonlijkheid van de gemeente niet dezelfde voordelen kan bieden. Die oprichtingsbeslissing stelt de statuten van het autonoom gemeentebedrijf vast. Het autonoom gemeentebedrijf verkrijgt rechtspersoonlijkheid op de datum van die oprichtingsbeslissing."

Aanleiding en context

Op 20 oktober 2014 (jaarnummer 823) keurde de gemeenteraad de statuten van het extern verzelfstandigd agentschap (EVA) vzw Antwerpen Kunstenstad goed. De vzw Antwerpen Kunstenstad is de omvorming van vzw Musea en Erfgoed Antwerpen na integratie van de activiteiten van vzw Antwerpen Open.

Door de goedkeuring van het Decreet van 18 november 2016 betreffende de nieuwe taakstelling van de provincies, werden de taakstellingen van de provincies beperkt en werden een aantal bevoegdheden overgedragen naar andere bestuursniveaus. Zo zijn de provincies vanaf 1 januari 2018 niet langer bevoegd voor de persoonsgebonden bevoegdheden, zoals cultuur, jeugd, welzijn en sport. De taakstellingen werden verdeeld tussen de lokale besturen en de Vlaamse overheid. De stad Antwerpen trad met ingang van 1 januari 2018 als bevoegd gezag op voor het Modemuseum, Fotomuseum, het Museum voor Edelsmeedkunst (DIVA) en Arenberg.

Het Modemuseum, Fotomuseum en DIVA werden ondergebracht in De Museumstichting SON, een Stichting van Openbaar Nut. SON De Museumstichting werd opgericht als een provinciaal extern verzelfstandigd agentschap waarbij de stad Antwerpen vanaf 1 januari 2018 rechtsopvolger werd. Op 18 december 2017 (jaarnummer 814) keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Antwerpen en het extern verzelfstandigd agentschap De Museumstichting goed.

De stad en de provincie Antwerpen keurden op 11 maart 2016 (jaarnummer 2152) goed dat de stad in een volgende legislatuur in eer en geweten een standpunt kan innemen over het stedelijk museumlandschap, de plaats van De Museumstichting daarin en het eigendomsrecht van de collectie.

Op 15 september 2017 (jaarnummer 8096) nam het college kennis van de beleidsnota van minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel van 27 juni 2017 waarin vermeld werd dat de Arenbergschouwburg werd overgeheveld naar de stad Antwerpen. Het college keurde eveneens de overdracht van Arenbergschouwburg principieel goed waarbij bij de overname de bestaande werking van Arenbergschouwburg wordt behouden en de artistieke en inhoudelijke continuïteit wordt verzekerd.

Op 18 december 2017 (jaarnummer 10) keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Antwerpen en vzw Antwerpen Kunstenstad ten behoeve van Arenberschouwburg goed.

In het bestuursakkoord 2019-2024 heeft het Antwerpse stadsbestuur een aantal beleidskeuzes geformuleerd met betrekking tot een meer efficiënte en transparante groepsarchitectuur en het doordacht deelnemen in verenigingen en samenwerkingsverbanden. De in de vorige legislatuur ingeslagen weg van de groepsoptimalisatie wordt verdergezet en waar het opportuun is, wordt de architectuur van de groep stad Antwerpen verder afgeslankt, zodat het aantal structuren en de eraan verbonden kosten beperkt worden, maar zonder daarbij aan slagkracht te verliezen. De mogelijkheden, onder meer van interne verzelfstandiging, worden daarbij bekeken, waarbij het realiseren van doelstellingen en beleidsnota’s vooropstaat en er een garantie moet zijn op een vlot financieel beheer.

Met de beslissing van 22 februari 2019 (jaarnummer 1619) nam het college op basis van een aantal resoluties in het nieuwe bestuursakkoord een principebesluit waardoor de musea en erfgoedinstellingen waarvoor ze bevoegd is in één groep worden samengebracht en waarbij wordt gekozen voor:

  • interne verzelfstandiging (garantie realisatie beleidsnota’s en vlot financieel beheer);
  • duidelijk mandaat voor directeurs van musea en erfgoedinstellingen;
  • omvorming vzw tot functionele entiteit voor wat niet ingekanteld kan worden.

Het principebesluit formuleerde bovendien de volgende opdrachten:

  • oprichting internationaal museaal comité (werking en samenstelling);
  • statuut van de collecties (en dat statuut groepsbreed afstemmen);
  • onderzoek fiscaliteit (in het bijzonder btw).

Het college gaf de opdracht aan de strategisch coördinator om, in samenwerking met de verantwoordelijke bedrijfsdirecteur, een gedetailleerd plan van aanpak uit te werken teneinde de toekomstige inbedding te realiseren binnen de vooropgestelde termijn.

Het Decreet Lokaal Bestuur legt met betrekking tot de stedelijk extern verzelfstandigde agentschappen en OCMW-verenigingen een aantal verplichtingen op in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden. Zo moeten er evaluaties van de uitvoering van de beheers- en samenwerkingsovereenkomsten en van de verzelfstandiging zelf gebeuren. Het college besliste op 22 februari 2019 (jaarnummer 1619) welke stedelijk extern verzelfstandigde agentschappen en OCMW-verenigingen een evaluatie dienen op te maken. Het college gaf de opdracht aan de strategisch coördinator om deze decretaal verplichte evaluaties te organiseren aan de hand van een modelvragenlijst en de resultaten van de bevraging aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn voor te leggen.

De gemeenteraad nam op 23 september 2019 (jaarnummer 477) kennis van de evaluaties van SON De Museumstichting en vzw Antwerpen Kunstenstad en keurde principieel de oprichting goed van een autonoom gemeentebedrijf (AGB) AG Culturele Instellingen Antwerpen als beheersstructuur voor de werking van de stedelijke culturele instellingen (musea, erfgoedinstellingen en Arenberg), waarvan de werking momenteel wordt gefaciliteerd/gerealiseerd door vzw Antwerpen Kunstenstad, SON De Museumstichting (DMS) en het OCMW.

De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 23 september 2019 (jaarnummer 92) goed om de werking van het Maagdenhuis over te dragen naar het nieuw op te richten AG Culturele Instellingen Antwerpen, vanaf 1 januari 2020.

De gemeenteraad keurde op 23 september 2019 (jaarnummer 545) goed om de financiële werking van het Vredescentrum vzw onder te brengen binnen de beheersstructuur van het op te richten AGB Culturele instellingen Antwerpen, met een specifiek voor het Vredescentrum bestemd budget. Het herbestemde netto-actief van vzw Vredescentrum wordt binnen het AGB voorbehouden voor de toekomstige werking van het Vredescentrum.

Beleidsdoelstellingen

7 - Sterk bestuurde stad
1TSB10 - De groep stad Antwerpen is efficiënt en effectief georganiseerd met aandacht voor democratische controle
1TSB1002 - Er komt een complexiteitsreductie en bijhorende optimalisatie binnen de groep tot stand
1TSB100201 - Maximale synergie zorgt voor de afbouw van de overhead en overlap binnen de groep
5 - Bruisende stad
1SBR07 - Evenementen versterken de verschillende troeven van de stad op lokaal, nationaal en internationaal niveau
5 - Bruisende stad
1SBR03 - Bewoners en bezoekers beleven cultureel erfgoed in Antwerpen als een gedeelde grondstof en waarderen het verleden als een bron van kennis, inspiratie en genot
5 - Bruisende stad
1SBR02 - De kunsten en kunstenaars zijn de motor voor vernieuwing en creatie en zorgen mee dat Antwerpen één van de culturele hoofdsteden in Europa blijft

Besluit

De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, Groen, sp.a, CD&V, Open VLD en raadsleden Mohamed Chebaa Amimou en Khadija Chennouf.
Stemden nee: PVDA.
Hebben zich onthouden: Vlaams Belang. 

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de motivering om over te gaan tot externe verzelfstandiging van de beheersstructuur voor de stedelijke culturele instellingen.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed goed.

Artikel 3

De gemeenteraad stelt de statuten (in bijlage) van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed vast.

Artikel 4

De gemeenteraad keurt de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten goed.

Artikel 5

De gemeenteraad stelt de statuten (in bijlage) van het autonoom gemeentebedrijf AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten vast.

Artikel 6

De gemeenteraad beslist principieel dat AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten, met uitzondering van het maatschappelijk doel, identieke statuten en beheersovereenkomsten, dezelfde samenstellingen van raad van bestuur en directiecomité, financiële en andere procedures... zal kennen als AG Culturele Instellingen Antwerpen/Erfgoed ("tweeling-AGB's"). Op die manier worden de administratieve en financiële lasten tot een minimum beperkt en kan er snel tot een samenvoeging van beide AGB's worden overgegaan op het moment dat een decreetswijziging en een fiscale ruling toelaten om ook aan de beheersstructuur voor de musea en erfgoedinstellingen een statutair winstoogmerk toe te kennen.

Artikel 7

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.