Terug
Gepubliceerd op 15/06/2020

2020_CBS_04953 - Omgevingsvergunning - OMV_2020041171. Weerstandlaan 17. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 12/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04953 - Omgevingsvergunning - OMV_2020041171. Weerstandlaan 17. District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_04953 - Omgevingsvergunning - OMV_2020041171. Weerstandlaan 17. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020041171

Gegevens van de aanvrager:

de heer Karim jebbara met als adres Weerstandlaan_BO 17 te 2140 Antwerpen

Ligging van het project:

Weerstandlaan 17 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 24sectie A nrs. 184V6 en 184Y5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          17/04/2020: vergunning (179#774) voor het bouwen van 11 volkswoningen op grond: Weerstandslaan;

-          29/03/2019: aanduiding (ID 302649) van de ‘Tuinwijk Weerstandlaan’ als vastgesteld bouwkundig erfgoed.

 

Vergunde toestand

 

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in halfopen bebouwing.

 

Huidige toestand

 

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in halfopen bebouwing.

 

Gewenste toestand

 

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in halfopen bebouwing, met een gelijkvloerse uitbreiding.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          er wordt een gelijkvloerse uitbouw onder plat dak voorzien tot op een bouwdiepte van 15m;

-          de scheidingsmuur aan de linkerkant wordt opgetrokken;

-          de nieuwe gevels worden afgewerkt met een roodbruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in antracietkleurig pvc;

-          de overige verdiepingen blijven ongewijzigd.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

10 april 2020

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor wegeninfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Weerstandlaan.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
 

De Weerstandlaan kenmerkt zich door eengezinswoningen met twee bouwlagen onder een hellend dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde bijna altijd uitgebreid met achterbouwen. 

 

In voorliggende aanvraag wordt de bestaande hoofdbouw behouden en aangevuld met een gelijkvloerse achterbouw tot een bouwdiepte van 15m. De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. De achterbouw wordt voorzien tegen de linker perceelsgrens en houdt een minimale afstand van 3,46m ten opzichte van de rechter perceelsgrens. Na deze uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.

 

Visueel-vormelijke elementen
 

In voorliggende aanvraag wordt de gelijkvloerse achterbouw opgetrokken in een roodbruine gevelsteen net zoals de bestaande hoofdbouw van de woning.

 

De Weerstandlaan wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door baksteengevels in roodbruine kleur waardoor de gekozen gevelsteen van de achterbouw in harmonie is met de omgeving.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

De werken zijn gesitueerd in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig zorgt dat er voor het eerst een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.


Om bovenstaande redenen werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies is voorwaardelijk gunstigen laat zich als volgt samenvatten:


“A. Cultuurhistorische waardestelling:
 

Tuinwijk bestaande uit een honderdtal woningen, gebouwd tijdens de eerste helft van de jaren 1920 naar ontwerp van architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, in opdracht van de samenwerkende maatschappij De Goedkope Woning van het Arrondissement Antwerpen (heden De Ideale Woning). De tuinwijk kwam in twee bouwfasen tot stand, namelijk 76 en 25 woningen, respectievelijk volgens plannen van 1921 en 1924. In 1951 werden aan de Weerstandlaan nog 11 wooneenheden gerealiseerd. Het pand in kwestie maakt deel uit van deze laatste fase.

De sociale woonwijk vormt een interessant voorbeeld van de tuinwijken ontworpen door architectenduo Cols-De Roeck in de omgeving van Antwerpen tijdens de jaren 1920. De algemene aanleg sluit aan bij de tuinwijkgedachte omwille van de aandacht voor perspectief vanuit de schikking van de straten en pleinen. De eenheid van het architecturaal geheel primeerde, onder meer in functie van de sociale cohesie van de wijk en vooral omwille van de behoefte aan een snel en goedkoop bouwproces met behulp van standaardisatie. Toch was er een belangrijke aandacht voor subtiele variatie tussen woningen onderling, zodat de bewoners ook een zekere individualiteit bezaten. Een beperkt aantal woningtypes werd op verschillende manieren gekoppeld per twee tot tien, zodat duidelijk te onderscheiden woninggroepen ontstonden, die werden ingeplant met aandacht voor de oriëntatie ten opzichte van zon en wind. Ook de insprongen van de woninggroepen ten opzichte van de rooilijn en de diagonale plaatsing van hoekpanden sloten aan bij het tuinwijkideaal. De woninggroepen waren omringd door omhaagde private voor- en achtertuinen, maar er was eveneens een belangrijke aandacht voor de publieke groenaanleg, bijvoorbeeld door de beboming van de straten en de op de plannen voorziene hofjes op de hoeken van de kruising van beide straten en de voorziene groenzone met speelplaats aan de Griffier Schobbenslaan (heden verhard sportterrein).
 

De woningen zijn opgevat als kleinschalige eengezinswoningen en voormalige winkelhuizen in regionalistische baksteenarchitectuur met invloeden van de cottagestijl. Woningtypes met één bouwlaag onder een in het mansardedak ingewerkte bovenverdieping, worden op een speelse manier gecombineerd met woningen van twee bouwlagen onder zadeldaken. Deze variatie wordt versterkt door de afwisseling tussen lijstgevels en mijtervormige gevelverhogingen (sporadisch punt-, tuit- en puntgevels). De woningen zijn gekoppeld tot overwegend symmetrische, doch levendige ensembles, waarbij haakse uitbouwen van de zijgevels voorzien zijn van een mijtervormige geveltop en gemarkeerd worden door een uitkragend schouwvolume. Het rode baksteenparement wordt verlevendigd met een rijke variatie aan decoratieve of structurerende metselverbanden, eventueel uitgevoerd in een donkerbruine baksteen. Deze worden bijvoorbeeld toegepast als omlijstingen van de muuropeningen en als decoratieve afwerking van de borstweringen en geveltoppen. Rechthoekige vensteropeningen in combinatie met rondboogvormige of rechthoekige deuropeningen, voorzien van quasi volledig vernieuwd schrijnwerk. Mariabeeld tegen de gevel van Weerstandlaan nummer 10.
 

Drie woningen van de tweede bouwfase (1924) sluiten aan bij woninggroepen van de eerste bouwfase, terwijl de andere werden gekoppeld per zeven of acht eenheden en duidelijk te onderscheiden zijn omwille van hun soberheid en beperktere variatie in parement en gevelbeëindiging. Deze woninggroepen worden horizontaal geaccentueerd door zware bepleisterde lateien.
 

De indeling van de woningen sluit aan bij de gestandaardiseerde woningtypes, die toegepast werden door Cols en De Roeck in hun diverse tuinwijkontwerpen. Het hoofddoel van de planopbouw was het creëren van een gezonde leefomgeving voor kroostrijke gezinnen. Kenmerkend was de aanwezigheid van een kelder, een gelijkvloerse verdieping bestaande uit een sas met de trap, de keuken aan de straatzijde, en achteraan een kleinere kamer en een afzonderlijke wasplaats, evenals drie slaapkamers op de bovenverdieping. De planindeling van de winkelhuizen in de wijk sloot hierbij aan, namelijk met, volgens de bouwplannen, een winkelruimte aan de straatzijde, aan de achterzijde de woonkamer en wasplaats, en op de bovenverdieping vier slaapkamers. Het standaardplan van de tweede bouwfase was licht afwijkend, namelijk met op gelijkvloerse verdieping een gang en trap, een kleinere kamer aan de voorzijde, een achterliggende, over de volledige breedte van de woning uitgewerkte woonkamer, en een uitbouw met wasplaats, toilet en bergplaats. Op de bovenverdieping waren er volgens de bouwplannen ook drie slaapkamers voorzien.
 

Evaluatie:
 

De wijk is exemplarisch binnen de tuinwijkontwerpen van architecten Cols-De Roeck. Ondanks aanpassingen van schrijnwerk en voortuinstroken, zijn de architecturale eenheid van het ensemble en de stedenbouwkundige aanleg herkenbaar bewaard. Zeker de woningen van de eerste bouwfase vertonen een hoge architecturale kwaliteit. Aanwezige erfgoedelementen zijn de inplanting (variatie ten opzichte van de rooilijn en diagonaal ingeplante hoekhuizen), de groenaanleg en overgang tussen de publieke en private ruimte, en eveneens de architecturale eenheid op het vlak van schaal, stijl en materialiteit (kleinschalige, bakstenen koppelwoningen in regionalistische stijl), doch in combinatie met variatie in de volumewerking en detaillering van het metselwerk.
 

Een object/complex is beeldondersteunend wanneer voor het exterieur de stedenbouwkundige of architecturale waarde hoog is.  Bebouwing die de uitstraling van het plangebied ondersteunt. Ze draagt bij aan de  architecturale context door haar vormgeving en materiaalgebruik. Ze draagt bij aan de  stedenbouwkundige context door haar vorm, inplanting, homogeniteit of dynamiek in het straatbeeld en haar contextwaarde. Deze bebouwing bevat vaak waardevolle elementen of is waardevol als element van een geheel. Daarbij geldt de historiek van het geheel vaak als  motivering voor de waarde van de relicten die ertoe behoren. Ook de architectuur waarvan het oorspronkelijk ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar die de context van het plangebied nog ondersteunen behoren tot deze categorie.

 

B. Afweging:

 

Men wenst een nieuwe uitbouw te voorzien. Deze springt beperkt uit ten opzichte van het voorhuis. Ter hoogte van de voorgevel wordt het houten schrijnwerk vervangen door grijze pvc.

 

Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar voor wat betreft de aanbouw. De samenhang van de wijk wordt bepaald op grotere schaal door de volumetrische opbouw en de inplanting van de panden. De impact op het hoofdvolume, dat mee de eenheid van de tuinwijk ondersteunt, is laag.

 

Op kleinere schaal bepaalt de materialisatie de uniformiteit en de samenhang van de wijk, zijnde  (rode pannen dakbedekking, bakstenen gevels met geschilderd bandwerk, houten schrijnwerk..) Gezien het pand een stadslandschappelijke waarde heeft in de wijk, wordt er bijzondere aandacht voor de voorgevel gevraagd. Ter hoogte van de voorgevel wenst men het houten schrijnwerk te wijzigen door pvc. Het vervangen van het schrijnwerk moet steeds in detail bekeken worden. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed.

 

In de vroeg 20ste-eeuwse tuinwijk Weerstandlaan waren de panden in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor een ander materiaal doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering) die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt.  Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor de vroeg 20ste-eeuwse vormentaal en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht. Het gewenste schrijnwerk gaat hieraan voorbij.

Google streetview  (foto uit 2014) toont aan dat het oorspronkelijk schrijnwerk nog aanwezig is ter hoogte van nummer 13 (voordeur en raam op het gelijkvloers). De bouwtekening bewaard in het Felixarchief (inv. Nr. 179#774) toont een iets andere verdeling van de ramen op de eerste verdieping.

 

C. Advies:

 

Voorwaardelijk gunstig. Gezien de architecturale en esthetische waarde van het tuinwijkpand worden voorwaarden opgelegd mbt buitenschrijnwerk in de voorgevel:

-          Het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonijst) dient in eenzelfde kleur te worden   geschilderd.

-          Het schrijnwerk dient naar oorspronkelijk model te worden vervangen, in dit geval correct geprofileerd geschilderd hout. Het pand Weerstandlaan 13 of het oorspronkelijk bouwplan (te verkrijgen in het Felixarchief, inventarisnummer 179#774) zijn het uitgangspunt. Detailtekeningen aan te leveren aan onze dienst ter bespreking.”

 

De bovenvermelde voorwaarden van de stedelijke dienst monumentenzorg worden opgenomen als voorwaarden voor vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Voor de realisatie van de gelijkvloerse achterbouw wordt in voorliggende aanvraag de scheimuur met de linker aanpalende opgehoogd met 0,70m over een afstand van 3,12m en uitgebreid tot een bouwdiepte van 15m. Door de oriëntatie van de scheimuur en de nieuwe achterbouw wordt geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel gegenereerd.  

 

Het vergroten van de eengezinswoning door de realisatie van de gelijkvloerse achterbouw, verhoogt de leefkwaliteit van de woning aanzienlijk. Het groot raam dat in de nieuwe gelijkvloerse achtergevel wordt voorzien, versterkt het contact tussen de verblijfsruimte en de achterliggende stadstuin wat de woonkwaliteit ten goede komt. Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het nieuw buitenschrijnwerk dient naar oorspronkelijk model te worden vervangen, in dit geval correct geprofileerd geschilderd hout. Het pand Weerstandlaan 13 of het oorspronkelijk bouwplan (te verkrijgen in het Felixarchief, inventarisnummer 179#774) zijn het uitgangspunt. Detailtekeningen zijn aan te leveren aan de stedelijke dienst monumentenzorg ter bespreking;

2.      het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonlijst) dient in eenzelfde kleur te worden geschilderd;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

10 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

9 juli 2020

Verslag GOA

5 juni 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

Tijdens de periode van de bevraging van de omwonenden werd 1 bezwaarschrift ingediend, dit laat zich als volgt laten samenvatten:

 

1.      Bouwdiepte:

Bezwaarindiener vraagt zich af of de voorgestelde bouwdiepte stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

Beoordeling:

De Weerstandlaan kenmerkt zich door eengezinswoningen met twee bouwlagen onder een hellend dak. De hoofdbouwen zijn er aan de achterzijde bijna altijd uitgebreid met achterbouwen. De aanvraag werd getoetst aan dit referentiebeeld waarbij achterbouwen in variërende bouwdieptes veel voorkomend zijn. De achterbouw genereert door zijn oriëntatie geen negatieve gevolgen voor de bezonning van de naastliggende percelen en is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Het bezwaar is ongegrond.

 

2.      Privacy:
De uitvoering van de nieuwe achterbouw in doorzichtige materialen zou de privacy van de aanpalende percelen in het gedrang kunnen brengen. 

Beoordeling:

Ter realisatie van de nieuwe achterbouw die in voorliggende aanvraag wordt voorzien, wordt de scheimuur met de linker aanpalende uitgebreid in een ondoorzichtig bouwmateriaal tot een bouwdiepte van 15m. Het raam in de nieuwe gelijkvloerse achtergevel houdt een afstand van 2,00m ten opzichte van de linker perceelsgrens en een afstand van 8,46m ten opzichte van de rechter perceelsgrens. Ter hoogte van de rechter perceelsgrens houdt de nieuwe achterbouw een afstand van minimaal 3,46m. 
Het bezwaar is ongegrond.

 

3.      Scheimuur:

De bezwaarindiener uit zijn/haar bezorgdheid over het gebruik van de gemene scheimuur en de mogelijke beschadigingen die dit met zich kan meebrengen. 

Beoordeling:

In voorliggende aanvraag wordt de scheimuur verhoogd met 0,70m over een afstand van 3,12m en uitgebreid tot een bouwdiepte van 15m. De uitbreiding van de scheimuur gebeurt met een massief en ongeperforeerd materiaal met een dikte van 0,18m. Dit betreft echter een burgerrechterlijke aangelegenheid. Het bezwaar betreft elementen die niet van stedenbouwkundige aard zijn en die bijgevolg niet mee in afweging kunnen worden genomen bij de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggend project.

Het bezwaar is ongegrond.

 

4.      Tuinafsluitingen:

De bezwaarindiener wenst dat de levendige en volgroeide haag die de perceelsafsluiting van de eigendommen vormt zoveel mogelijk behouden blijft. 

Beoordeling:

De haag waarvan sprake wordt in voorliggende aanvraag verwijderd over een afstand van 3,51m ter realisatie van de uitbreiding van de scheimuur. De rest van de haag wordt behouden zoals voorzien op de plannen.

Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het nieuw buitenschrijnwerk dient naar oorspronkelijk model te worden vervangen, in dit geval correct geprofileerd geschilderd hout. Het pand Weerstandlaan 13 of het oorspronkelijk bouwplan (te verkrijgen in het Felixarchief, inventarisnummer 179#774) zijn het uitgangspunt. Detailtekeningen zijn aan te leveren aan de stedelijke dienst monumentenzorg ter bespreking;

2.      het schrijnwerk (ramen + voordeuren, kroonlijst) dient in eenzelfde kleur te worden geschilderd;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.