2014_CBS_03967 - Bestek GAC/2014/2400 (P04699). Aanpassen wasplaats voor veegwagens en laadkade - Bestek en procedure - Goedkeuring

Artikel 57 § 3, 5° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat het college bevoegd is voor het vaststellen van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

Met de gemeenteraadsbeslissing van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521) werd bepaald dat aan de gemeenteraad per kwartaal kennis wordt gegeven van alle opdrachten van dagelijks bestuur die betrekking hebben op de buitengewone dienst en het bedrag van 67.000,00 euro (exclusief btw) overschrijden.

Voor de wasplaats voor veegwagens in de Straalstraat te Antwerpen ontving het bestuur een aanmaning van de Provincie Antwerpen Departement Leefmilieu, dienst milieuvergunningen. De audit van dit departement bracht aan het licht dat de bestaande slibvang van de wasplaats geen waterdicht bekken is, waardoor er bodemverontreiniging kan ontstaan. Bovendien wordt de overloop van dit bekken rechtstreeks geloosd in de riolering, zonder nog eerst over een KWS afscheider te gaan.

Op deze site wordt ook de strooizoutvoorraad bewaard. Tijdens de winterperiode komen hier de strooiwagens het zout laden. Om de strooiwagens te vullen wordt een helling gebruikt die verschillende gebreken vertoont:

• het beton van de omliggende keermuur is volledig gedesintegreerd;
• de helling is vrij steil en vrij kort waardoor het bijzonder moeilijk is om met een bulldozer tijdig te stoppen. De chauffeur heeft door de steile helling weinig zicht op het wegdek;
• de stootblokken achteraan de ramp zijn volledig stuk gereden;
• de steile helling verhindert het vlot en veilig aanleveren van zout.

De hierboven gestelde problemen zorgen ervoor dat het laden van de strooiwagens op een onveilige en tijdrovende manier wordt uitgevoerd.

De gemeenschappelijke aankoopcentrale stelt voor om voor deze werken vereenvoudigde onderhandelingsprocedure GAC/2014/2400 uit te schrijven.

Voor de nieuwe slibvanginstallatie worden 2 putten van 15m³ geplaatst die alternerend gebruikt zullen worden. De putten worden in een nieuwe betonverharding geplaatst, zodat een vloeistofdichte vloer ontstaat met een aangepaste afwatering. Beide slibvangputten worden via een NG4 KWS afscheider klasse 2 aangesloten op de riolering. Hierdoor kan voldaan worden aan de voorwaarden zoals gesteld door Provincie Antwerpen Departement Leefmilieu.

Om het geschetste probleem van de helling te verhelpen, wordt er gebruik gemaakt van de bestaande niveauverschillen in het terrein. Hiervoor wordt de bestaande helling afgebroken en gelijk gemaakt met de omliggende verharding. Een nieuwe laadkade kan dan gemaakt worden, waarvoor enkel wat extra asfalt verharding nodig is en een betonnen keermuur. Deze opstelling geeft een belangrijk voordeel voor de circulatie van voertuigen op de site en hierdoor kan op een soepele en veilige manier het vullen van de strooiwagens uitgevoerd worden.

De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die de laagste regelmatige offerte indient, dit is de offerte met de laagste prijs.

In toepassing van artikel 26 § 2 van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten, zal deze opdracht geplaatst worden bij vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking omdat het geraamde bedrag van de opdracht het bedrag van 600.000 euro zonder belasting over de toegevoegde waarde niet bereikt, zoals vastgesteld bij artikel 105 § 2, 1° van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011.

In toepassing van artikel 58 van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011, gaat de aanbestedende overheid over tot selectie van de inschrijvers in de mate dat de noodzakelijke inlichtingen en documenten aantonen dat ze cumulatief voldoen aan:

• de bepalingen betreffende het toegangsrecht tot de opdracht zoals omschreven in de artikelen 61 tot 66;
• de kwalitatieve selectiecriteria van financiële, economische of technische aard of inzake beroepsbekwaamheid die de aanbestedende overheid heeft vastgesteld op grond van de artikelen 67 tot 79.