Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.
Aanvrager: All Truck Trailer Services nv (ATTS nv) - Schoebroekstraat 61, 3581 Beringen-Paal. De aanvraag omvat uitbreiding en wijziging van een bestaande inrichting voor het onderhoud en reparatie van motorvoertuigen.
Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijk inrichting mag exploiteren.
Het college beslist een milieuvergunning klasse 2 goed te keuren aan All Truck Trailer Services nv, Schoebroekstraat 61, 3583 Beringen-Paal, om op de percelen gelegen te 2030 Antwerpen, Noorderlaan 185, een bedrijf voor het onderhouden, herstellen en stallen van rollend materiaal uit te breiden en te wijzigen.
Het college wijst erop dat de volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van toepassing zijn:
Algemene milieuvoorwaarden:
algemene milieuvoorwaarden – hoofdstuk 4.1, 4.7, 4.9 en bijlagen 4.1.9.1.6, 4.1.9.2.3.1, 4.1.9.2.3.2, 4.1.9.2.3.4 en 4.8; |
algemene milieuvoorwaarden, geluid – hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2,4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6; |
algemene milieuvoorwaarden, oppervlaktewater – hoofdstuk 4.2. en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4; |
algemene milieuvoorwaarden, licht – hoofdstuk 4.6. |
Sectorale voorwaarden:
bedrijfsafvalwaters – afdeling 5.3.2 en bijlage 5.3.2, sector 59a; |
garages, parkeerplaatsen en herstellingswerkplaatsen voor motorvoertuigen – hoofdstuk 5.15; |
gassen – gemeenschappelijke bepalingen – afdeling 5.16.1 en bijlage 5.16.5; |
gassen – koelinrichtingen/compressoren – afdeling 5.16.3; |
opslag van gevaarlijke stoffen/ondergrondse en bovengrondse houders – afdeling 5.17.1 en bijlage 5.17.1; |
opslag van gevaarlijke stoffen/bovengrondse houders – afdeling 5.17.3 en bijlagen 5.17.2 tot 5.17.4 en bijlage 5.17.7; |
metalen – hoofdstuk 5.29. |
Het college beslist dat de exploitant de volgende bijzondere en brandweervoorwaarden dient na te leven:
Bijzondere milieuvoorwaarden:
Brandweervoorwaarden:
Herstelplaats + magazijn wisselstukken
Bluswatervoorziening buiten de herstelplaats / magazijn (zie bouwvergunning advies brandweer H.00222.A3.0002)
Op het bouwplan aangegeven plaatsen, bevinden zich bovengrondse hydranten BH 100, conform de norm NBN S 21.019, met afsluiters op beide uitgeefkanten van 70 mm diameter.
Gevoed door een leiding waarvan de minimale binnendiameter 150 mm bedraagt. De brandleiding wordt hetzij rechtstreeks gevoed door het openbaar net of via een autonome pompgroep zodat een debiet van minimaal 2 000 liter/min/3 bar op het verst afgelegen afname punt gegarandeerd is. De leidingen dienen vervaardigd uit staal of uit een materiaal dat dezelfde waarborgen biedt.
Bluswatervoorziening in de herstelplaats / magazijn (zie bouwvergunning advies brandweer H.00222.A3. 0002)
Muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) aangesloten via een aangepaste leiding op de openbare waterbedeling of ander gelijkwaardig voedingssysteem, dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden.
Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels.
De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 liter per minuut. De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.
De geplaatste muurhaspels dienen voorzien van een vergrendeling derwijze dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder het openen van een handbediende afsluiter op de watertoevoer.
Snelblustoestellen: herstelplaats / magazijn
Snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - dienen aangebracht op volgende plaatsen:
Verder dient men de overige snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - doelmatig te verdelen over de inrichting tot men in totaal over 1 toestel per 150 m² beschikt.
Een snelblustoestel van 5 kg CO2 – ½ bluseenheid conform NBN EN 3-7 - dient in overtal aangebracht nabij elk belangrijk elektriciteitsbord, compressors,...
Rook en warmte afvoer (zie bouwvergunning advies brandweer H00222.A3.0002)
De RWA-installatie voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in de norm NBN S21.208-1 Behoudens de punten 18 en 19.
De RWA-installatie wordt bediend door de automatische branddetectie-installatie.
De materialen voor de lichtstraten voldoen aan de klasse B-s1-do.
Branddetectie (zie bouwvergunning advies brandweer H00222.A3.0002)
De herstelplaats/magazijn is uitgerust met een automatische branddetectie-installatie welke voldoet aan de vigerende reglementen en normen ter zake in het bijzonder NBN821-100.
Bouwtechnische bemerkingen (zie bouwvergunning advies brandweer H00222.A3.0002)
De dakbedekking behoort tot de klasse B ROOF t1
Ter hoogte van de compartimentswanden dienen de draagstructuren ontdubbeld of andere technieken toegepast welke de stabiliteit van de brandmuur garanderen bij het mogelijk bezwijken van horizontale of verticale structuren langs één van de twee zijden.
De brandweer adviseert om:
Burelen (zie bouwvergunning advies brandweer H00222.A3.0002)
Snelblustoestellen van het type 6 kg poeder ABC dienen aangebracht op volgende plaatsen:
Gelijkvloers t.h. v.
1ste verdieping
Het college beslist dat de milieuvergunning ingaat op 29 november 2013 en eindigt op 29 november 2033.