Terug

2013_CBS_11993 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - Femm bvba, Boterhamvaartweg 2, haven 138, 2030 Antwerpen. Dossiernummer AN2013/621/AVG - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/11/2013 - 09:00 Collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Liesbeth Homans, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Philip Heylen, schepen; Marc Van Peel, schepen; Serge Muyters, waarnemend korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2013_CBS_11993 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - Femm bvba, Boterhamvaartweg 2, haven 138, 2030 Antwerpen. Dossiernummer AN2013/621/AVG - Goedkeuring 2013_CBS_11993 - Milieuvergunningen Vlarem klasse 2 - Femm bvba, Boterhamvaartweg 2, haven 138, 2030 Antwerpen. Dossiernummer AN2013/621/AVG - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.

Aanleiding en context

Aanvrager: Femm bvba - Boterhamvaartweg 2 - haven 138 - 2030 Antwerpen. De aanvraag omvat een inrichting voor de opslag en verkoop van scheepsbenodigdheden.

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Juridische grond

Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijk inrichting mag exploiteren.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een milieuvergunning klasse 2 goed te keuren aan Femm bvba, Boterhamvaartweg 2, 2030 Antwerpen, om op de percelen gelegen te 2030 Antwerpen, Boterhamvaartweg 2, haven 138, een inrichting voor de opslag en verkoop van scheepsbenodigdheden te exploiteren.

Artikel 2

Het college wijst erop dat de volgende algemene en sectorale milieuvoorwaarden van toepassing zijn:

Algemene milieuvoorwaarden:

algemene milieuvoorwaarden – hoofdstuk 4.1, 4.7, 4.9 en bijlagen 4.1.9.1.6, 4.1.9.2.3.1, 4.1.9.2.3.2, 4.1.9.2.3.4 en 4.8;

algemene milieuvoorwaarden, oppervlaktewater – hoofdstuk 4.2. en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4;

algemene milieuvoorwaarden – lucht – hoofdstuk 4.4 en bijlagen 4.4.1 tot 4.4.6. en hoofdstuk 4.10;

algemene milieuvoorwaarden, geluid – hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2,4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6;

algemene milieuvoorwaarden, licht – hoofdstuk 4.6.

Sectorale voorwaarden:

opslag van gevaarlijke stoffen / ondergrondse en bovengrondse houders – hoofdstuk 5.17.1 en bijlage 5.17.1;

opslag van gevaarlijke stoffen / bovengrondse houders – hoofdstuk 5.17.3 en bijlagen 5.17.2 tot 5.17.4 en bijlage 5.17.7;

beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen bij opslag en verlading van benzine – hoofdstuk 5.17.4 en bijlage 5.17.9, 5.17.10, 5.17.11 en 5.17.12.

Artikel 3

Het college beslist dat de exploitant de volgende bijzondere en brandweervoorwaarden dient na te leven:

Bijzondere milieuvoorwaarde:

  • conform artikel 4.2.8.1.1.§2 (Vlarem II) moet de lozing van huishoudelijk afvalwater in het individueel te optimaliseren buitengebied gezuiverd worden door middel van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater, waarvan de capaciteit is afgestemd op het aangesloten IE. Aan deze verplichting kan eveneens worden voldaan door een collectieve behandelingsinstallatie te plaatsen samen met de aanpalende bedrijven.

Brandweervoorwaarden:

Snelblustoestellen

Snelblustoestellen van minstens anderhalf bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 9 kg poeder type ABC - dienen goed verdeeld aangebracht à rato van 1 toestel per 150 m² (binnenruimte). Voor brandcompartimenten kleiner dan 300 m² dienen er in elk geval minstens twee toestellen aanwezig te zijn.

Muurhaspels + muurhydrant

Muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) + muurhydrant (volgens de norm NBN 571 en voorzien van vaste koppelstukken doormeter 45 mm volgens Koninklijk Besluit van 30 januari 1975) met gemeenschappelijke watertoevoer met een binnendiameter van tenminste 70 mm dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden.

Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels.

De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 liter per minuut.

De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

De geplaatste muurhaspels dienen voorzien van een vergrendeling derwijze dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder het openen van een handbediende afsluiter op de watertoevoer.

De waterlevering moet te allen tijde, ook tijdens vorstperiode, gewaarborgd zijn.

Artikel 4

Het college beslist dat de milieuvergunning ingaat op 29 november 2013 en eindigt op 29 november 2033.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen voor de stad of het OCMW.