Terug

2016_CBS_00407 - Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Bijzondere procedure. Voorwaardelijk gunstig advies - 20151947 - district Merksem - Carrettestraat ZN - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/01/2016 - 09:00 collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Philip Heylen, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2016_CBS_00407 - Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Bijzondere procedure. Voorwaardelijk gunstig advies - 20151947 - district Merksem - Carrettestraat ZN - Goedkeuring 2016_CBS_00407 - Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Bijzondere procedure. Voorwaardelijk gunstig advies - 20151947 - district Merksem - Carrettestraat ZN - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Nee

Regelgeving: bevoegdheid

In toepassing van artikel 4.7.26 § 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het college advies uit te brengen aan het Vlaamse gewest over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.

Aanleiding en context

Aanvragers: VIABUILD
De aanvraag omvat: gebeurlijk gebruiken van gronden en afval voor opslag/overslag van materieel en materialen
Dossiernummer: NME/B/P/20151947

Argumentatie

Het college beslist op basis van het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag.

Juridische grond

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist het gunstig advies, zoals geformuleerd in het bijgevoegd stedenbouwkundig verslag, goed te keuren voor een aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning, onder volgende voorwaarden:

  1. een rechtstreekse aansluiting te voorzien van de site op de Vaartkaai of de nieuwe omleidingsweg;
  2. vóór de start van de exploitatie dient een milieuvergunning verkregen te worden of een melding gedaan te worden in het kader van de Vlarem-wetgeving;
  3. de exploitant voorziet steeds wanneer nodig een sproei-installatie om stofvorming afkomstig van de breek- en opslagactiviteiten te voorkomen;
  4. alle voorzieningen worden getroffen om bevuiling van de openbare weg door het transport van de grond en het puin te voorkomen;
  5. de afvoer dient te gebeuren met afgedekte laadruimtes en, indien mogelijk, vindt de afvoer plaats via het kanaal.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst Taak
SW/V/SV Het advies te bezorgen aan de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar

Bijlagen