Terug

2017_CBS_01563 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/02/2017 - 09:00 Collegezaal, stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Roel Verhaert, stadssecretaris

Afwezig

Glenn Verspeet, hoofdcommissaris van politie, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Roel Verhaert, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2017_CBS_01563 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring 2017_CBS_01563 - Rechtspositieregeling - Wijziging - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Op 26 september 2016 (jaarnummer 598) delegeerde de gemeenteraad de bevoegdheid tot vaststellen van de rechtspositieregeling aan het college.

Aanleiding en context

Op 9 december 2016 (jaarnummer 12722) keurde het college wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed.

Op 2 december 2016 besliste de Vlaamse regering om het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden te wijzigen aangaande het onbetaald verlof en het verlof voor deeltijdse prestaties. Er dienen daarom nieuwe richtlijnen in de rechtspositieregeling opgenomen te worden.

Argumentatie

Deel

Titel/ Hoofdstuk

Artikel

Argumentatie voor wijziging

 

5 5.1 

Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte mag tijdens de ziekte geen vergoeding ontvangen uit nevenactiviteiten die tijdens deze ziekteperiode worden uitgeoefend. Een personeelslid kan geen 2 verschillende vergoedingen voor hetzelfde moment ontvangen. Deze nevenactiviteiten kunnen de schijn opwekken van misbruik van het ziekteverlof.

5.1 14

De term onbetaald verlof die is opgenomen in dit artikel, wordt in overeenstemming gebracht met de nieuwe regeling voor onbetaald verlof die is opgenomen in deel 5, titel 5.3, artikelen 16 tot en met 18.

5

5.3.2

2 - 3

De mogelijkheid wordt ingevoerd om tot 15 vakantiedagen per jaar op te sparen en in een volgend jaar of later op te nemen. Zo kan betaalde vakantie meer gespreid worden over een loopbaan, aangezien medewerkers op sommige momenten meer/minder vakantie nodig hebben. De 20 dagen jaarlijkse vakantie die op basis van europsese richtlijn verplicht opgenomen moeten worden, kunnen niet overgedragen worden.
De artikelen over de jaarlijkse vakantiedagen worden hiervoor herschreven.

5

5.3.8 

16 – 18

De medewerker zal onbetaald verlof, voltijds of deeltijds, kunnen aanvragen. Dit verlof zal niet beperkt worden in tijd of tot bepaalde periodes. In kader van het nieuwe werken is het belangrijk dat medewerkers zelf, waar mogelijk voor de dienst en opdracht, kunnen beschikken over hun tijd. Daarnaast hebben sommige medewerkers extra persoonlijke tijd nodig naar aanleiding van de afschaffing van de loopbaanvermindering bij eindeloopbaan en het verlof deeltijdse prestaties. Het bestuur wil waar mogelijk voor de dienst en opdracht hier zoveel mogelijk aan tegemoetkomen. Elke aanvraag zal bekeken worden vanuit de wensen van de medewerker en de noodwendigheden van de organisatie.
Doordat het onbetaald verlof niet beperkt zal worden in tijd, is het niet mogelijk om het onbetaald verlof zomaar gelijk te stellen met dienstactiviteit of om het in te voeren als recht. Maximum twintig dagen voltijds onbetaald verlof per jaar zullen worden gelijkgesteld voor dienstactiviteit en voor de opbouw van vakantiedagen.

6

6.4

21

Indien de medewerker ervoor kiest om meer dan twintig werkdagen aaneensluitend voltijds onbetaald verlof op te nemen, dan wordt dit beschouwd als een structurele afwezigheid. Hierdoor wordt de premie voor de hospitalisatieverzekering niet meer ten laste genomen door de werkgever.

12

12.2

1

De wijzigingen aan de rechtspositieregeling die aangebracht worden door dit besluit treden in werking op 1 april 2017.

Bijlage II

 

 

In de tabel wordt een rij toegevoegd over loopbaanspaardagen volgens de bepaling van hoofdstuk 5.3.2. De rij van het onbetaald verlof aangepast volgens de bepalingen van hoofdstuk 5.3.8.

 

Juridische grond

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd op 3 juni 2016. Artikel 116 van het Gemeentedecreet biedt de mogelijkheid om af te wijken van de minimale voorwaarden in het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 op verschillende onderwerpen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt de wijzigingen aan de rechtspositieregeling goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Bijlagen

  • 20170217_bijlage_CBS_zonder_grijswaarden.pdf