2017_CBS_07860 - Patrimonium Samen Leven. Sint-Jacobstraat 9, Antwerpen. Sint-Jacobskerk - Beheersplan - Goedkeuring

De Sint-Jacobskerk werd in 1938 beschermd als monument (OA000274) omwille van haar artistieke en oudheidkundige waarde en komt, voor wat de restauratiewerken - zowel exterieur als interieur - betreft, in aanmerking voor subsidiëring door de Vlaamse overheid. De kerk is eigendom van de stad Antwerpen. Stad Antwerpen heeft bouwheerschap opgenomen voor zowel de restauratiewerken aan het exterieur als voor de restauratiewerken aan het interieur.

In het Onroerend Erfgoeddecreet van 12 juli 2013 (artikel 8.1.1 en 8.1.3) en het Onroerend Erfgoedbesluit van 16 mei 2014 (artikel 8.1.1 tot en met 8.1.10) wordt de opmaak van een beheersplan voorzien. Voor de Sint-Jacobskerk omvat dit het volledige gebouw, inclusief orgels en torens. Er kunnen binnen de regelgeving van het Onroerend Erfgoedbesluit – in voege sinds 1 januari 2015 -  geen restauratiepremies meer aangevraagd worden bij de Vlaamse overheid zonder dat een door Onroerend Erfgoed goedgekeurd beheersplan voorhanden is.

Op 19 januari 1988 keurde de gemeenteraad de overeenkomst met Steenmeijer architecten goed voor de restauratiewerken aan de Sint-Jacobskerk. Een uitbreiding van dit contract met de studie van technische uitrustingen en de restauratie van verschillende delen interieur werd door respectievelijk de gemeenteraad op 23 november 1998 en het college van burgemeester en schepenen op 21 oktober 2005 goedgekeurd.

Naast de restauratie/ vernieuwing van de daken zijn volgende subsidiedossiers nog op te maken, in te dienen bij de hogere overheid en uit te voeren werken:

• restauratie niet geschilderd meubilair;
• restauratie polychroom meubilair en houten beeldhouwwerk;
• schilderwerk deel 2, polychromie;
• restauratie van beelden, beeldhouwwerk en klein meubilair in steen;
• restauratie orgels;
• restauratie schilderijen;
• nieuw meubilair.

Deze opdracht werd, in het verlengde van de bestaande opdracht, als aanvullende opdracht besteld aan Steenmeijer architecten bvba, die deze opdracht volgens de richtlijnen van het Agenschap Onroerend Erfgoed uitvoerde. Het beheersplan bestaat uit de volgende delen:

In het bijzonder zijn te voorzien:

• een identificatie van het onroerend erfgoed of van het op zichzelf staande deel ervan waarvoor het beheersplan opgesteld wordt;
• actualiseren en aanvullen van het bouwhistorisch onderzoek (Verstraete & Vanhecke NV) en de interpretatie ervan in zoverre dit relevant is voor de opdracht;
• inventarisatie van de erfgoedelementen en cultuurgoederen binnen de afbakening, geïllustreerd met recente plannen en foto’s;
• een situering en beschrijving van de erfgoedwaarden en de juridische toestand van het onroerend erfgoed;
• een onderbouwde visie op de ontsluiting en het beheer van het onroerend erfgoed en de beheersdoelstellingen die daaruit voorvloeien;
• een opsomming van en verantwoording van concrete richtlijnen, éénmalige en terugkerende maatregelen en werkzaamheden die nodig zijn om de beheersdoelstellingen te verwezenlijken;
• een voorstel voor de opvolging en evaluatie van de beoogde beheersdoelstellingen. 

Tijdens meerdere overlegmomenten werd het beheersplan aan alle betrokkenen toegelicht. Het beheersplan werd naar het preadvies van het Agentschap Onroerend Erfgoed aangepast. Zowel de kerkraad (als gebruiker en beheerder van het goed) als AG Vespa (als beheerder voor de stad Antwerpen van aanpalend vastgoed) keurden het beheersplan goed. Na goedkeuring van het beheersplan door het college, wordt het ter goedkeuring ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Na goedkeuring van dit beheersplan door het Agentschap, kan dit vervolgens  worden toegevoegd aan het meerjarenpremieovereenkomstdossier dat voor dit totaalproject werd opgemaakt, voor indiening.

Conform artikel 8 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 kan de zakelijkrechthouder van een onroerend erfgoed een beheersplan opmaken en ter goedkeuring indienen bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid.

Artikel 57 §3, 1° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de daden van beheer over gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de gemeenteraad vastgestelde algemene regels dient uit te voeren.