Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening De aanvraag betreft het plaatsen van een uitstalling met een lengte van 4,20 meter en een diepte van 0,60 meter ter hoogte van het pand Sint-Bernardsesteenweg 1146 te Hoboken.
Volgens artikel 236 van de Code van politiereglementen moet er voor voetgangers altijd een obstakelvrije loopweg worden voorzien van minimaal 1,50 meter breed en 2,20 meter hoog.
Na controle van de aanvraag werd vastgesteld dat de voetpadbreedte tot aan het fietspad 1,60 meter bedraagt ter hoogte van het pand. Rekening houdende met artikel 236 is het in principe niet mogelijk om een uitstalling te plaatsen volgens de aangevraagde diepte.
De aanvrager stalt op een beperkte ruimte voor zijn winkel (ter breedte van het verkeerslicht dat voor het pand is geplaatst ) reeds jarenlang planten uit. Met de aanvraag wenst hij zijn situatie te bestendigen naar rechtszekerheid. Volgens het wijkteam van de lokale politie zijn er geen klachten over de inname van het voetpad en geen ongevallen gekend op deze locatie. Op te merken valt dat ter hoogte van de aangevraagde ruimte voor de uitstalling een verkeerslicht op het openbaar domein staat dat de nuttige voetpadbreedte reeds beperkt. De logische looplijn (en dus nuttige ruimte) van voetgangers valt, omwille van dit verkeerslicht, reeds buiten de aangevraagde zone.
Omwille van het rechtszekerheidsbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel komt de aanvraag alsnog voor een toelating in aanmerking.
De Code van politiereglementen (politiecodex) van 16 december 2013.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, definitief vastgesteld door de gemeenteraad van 25 oktober 2010 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 maart 2011.
| Aanvragers: | Stefan Van Antenaeken, Sint-Bernardsesteenweg 1146, 2660 Hoboken (Antwerpen) |
| De aanvraag omvat: | plaatsen van een uitstalling |
| Ligging van het perceel: | Sint-Bernardsesteenweg 1146, 2660 Hoboken (Antwerpen) |
| Dossiernummer: | ZHO/U/2017680 |
Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet van 27 maart 2008 (= datum publicatie in Belgisch Staatsblad) bepaalt dat de burgemeester in het bijzonder belast is met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnanties, de politieverordeningen en de politiebesluiten.
Artikel 64 § 1 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 bepaalt: behoudens zijn bevoegdheden inzake de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en inzake dringende politieverordeningen, is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen.
Het college neemt kennis van het besluit van de burgemeester met betrekking tot de goedkeuring voor het plaatsen van een uitstalling op de openbare weg.