Ja
Artikel 4.7.12. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening stelt dat het college bevoegd is om de beslissing te nemen over een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Aanvragers: | Katoen Natie |
De aanvraag omvat: | renovatie van een appartementsgebouw in Duboisstraat 34 met achterliggend magzijn + renovatie van eengezinswoning die aansluitend ligt in De Waghemakerestraat 31 |
Dossiernummer: | AN3/B/digitaal/2017948 |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Het college volgt de zienswijze van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar niet inzake de overeenstemming met het RUP 2060 en de bouwcode en argumenteert dit als volgt.
Het referentiebeeld in de Duboisstraat en in de onmiddellijke omgeving is bijzonder heterogeen, gekenmerkt door gebouwen met sterk variërende hoogtes. Bovendien zijn er hier ook nog historische bedrijfspanden met gesloten gevels en poorten gesitueerd tussen de woningen en appartementen of over een gans bouwblok, zoals aan de overkant van de straat. Verderop in de straat zijn er pakhuizen en meergezinswoningen van 4 tot 5 bouwlagen. Er wordt inderdaad een extra bouwlaag toegevoegd, echter een bouwhoogte van 4 bouwlagen is niet van die aard dat de ruimtelijke draagkracht overschreden wordt en deze is in harmonie met de omgeving.
Op één van de percelen is er inderdaad aan afname van de buitenruimte met 5m². In de totaliteit van het project wordt echter meer buitenruimte gemaakt door het afbreken van bijgebouwen. Dit resulteert in een toename van de open ruimte op beide percelen met +/- 20m² ten opzichte van de vergunde toestand. Het college staat dan ook een afwijking toe op artikel 1.7.1 dat stelt dat “bij verbouwingen, uitbreiding of toevoeging van bijgebouwen moet het percentage open ruimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. De vergunningverlenende overheid kan een afwijking hierop toestaan, indien de perceelsdiepte afwijkt van de courante maat en voor zover zij de draagkracht van het gebied respecteert”. De perceelsdiepte wijkt inderdaad af van de courante maat door de aanwezigheid van het magazijn in het binnengebied en de draagkracht van het gebied wordt gerespecteerd omdat de buitenruimte in totaliteit wel toeneemt.
In de voorwaarden dient opgelegd te worden:
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.
Het college volgt de zienswijze van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar niet inzake de overeenstemming met het RUP 2060 op basis van de hierboven vermelde argumentatie.