2018_CBS_03899 - Patrimonium Stadsbeheer. Den Bell, Francis Wellesplein 1 - Onderzoeksrapport. Stopzetting architectenopdracht. Aanstelling architect. Overeenkomst. Ondertekening. Vastlegging krediet - Goedkeuring

Artikel 57 §3,4° van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het voeren van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

Kennisname onderzoeksrapport
Na de uitvoering van een inspectie van de gevels van Den Bell (zowel toren als sokkelgebouw), gecombineerd met een materiaal- en labotechnisch onderzoek, werden de resultaten van deze studie gebundeld in een onderzoeksrapport.

Volgende eerste conclusies worden getrokken in het rapport:

voor het torengebouw:

• waar gevelpanelen afgenomen werden voor onderzoek kunnen diverse grindnesten vastgesteld worden. Op deze plaatsen is de wapening aan het roesten, wat op zijn beurt vrijwel zeker de oorzaak is voor het barsten van de gevelpanelen;
• de voegen tussen de panelen zijn sterk verweerd: langs deze weg kan water achter de panelen komen, welke de corrosie van de paneelverankeringswapening alleen maar versnelt;
• door voornoemde barstvorming er is een reëel gevaar voor vallende brokstukken.

voor het sokkelgebouw:

• de meeste betonschade wordt vastgesteld ter hoogte van de kroonlijsten met weggedrukte stukken beton en blootliggende roestende wapening. Deze schade is te wijten aan onvoldoende betondekking van wapening;
• de aangebrachte coating en cementering heeft op de meeste plaatsen een beschermende rol gespeeld;
• ter hoogte van een onderzochte zone in de Sint-Laureisstraat wordt een zeer ernstige aantasting vastgesteld. In deze zone is er een gevaar voor vallende brokstukken.

Op basis van deze conclusies worden volgende adviezen tot herstel geformuleerd:

voor het torengebouw:

• na plaatselijke verwijdering van de panelen dient het beton ter hoogte van grindnesten uitgehakt te worden, roestende wapeningsstaven vrijgemaakt en ontroest te worden om vervolgens te behandelen met anticorrosiebescherming;
• na deze reparaties is het essentieel om het beton in de toekomst te beschermen tegen vocht: dit wordt bekomen door een integrale vernieuwing van de voegen tussen de gevelpanelen;
• er wordt eveneens geadviseerd een waterafstotende oppervlaktebehandeling aan te brengen op de panelen om waterdoorslag en oppervlaktevervuiling te beperken.

voor het sokkelgebouw:

• analoog aan het torengebouw dient ook hier ter plaatse van betonschade een klassiek herstel toegepast te worden;
• waar mogelijk dient bij zones met zeer lage betondekking een extra dekkingslaag voorzien te worden;
• na het betonherstel dient opnieuw een coating aangebracht te worden.

Toewijzing studieopdracht opmaak uitvoeringsdossier en controle van de werken
Bij de toekenning van de studieopdracht aan het studiebureau LMS Vermeersch bvba voorzag het bestek in een vast deel (de opmaak van het inspectierapport) en een voorwaardelijk deel (de uitwerking van de studie tot een aanbestedingsdossier en controle op de werkzaamheden).

Stadsbeheer adviseert op basis van de vaststellingen, conclusies en adviezen in het rapport de opmaak van een uitvoeringsdossier voor herstel van de gevels van toren- en sokkelgebouw van Den Bell op te starten en toe te wijzen aan het eerder aangestelde studiebureau.

Stopzetting bestaande overeenkomst en afsluiten nieuwe overeenkomst met bijgesteld ereloonpercentage
Naar aanleiding van het door het studiebureau opgemaakte onderzoek met bijhorende raming, moest een ingrijpende toename van de initieel vooropgestelde bouwkost vastgesteld worden. Deze toename van de bouwkost is thans nodig om een ook op lange termijn duurzaam eindresultaat voor de gevelrestauratie te bereiken.

Evenwel door de toename van deze bouwkost staat het bij aanvang van de opdracht bepaalde ereloonpercentage niet langer in correlatie met de verwachte bouwkost. In die zin wordt een actualisatie van het ereloonpercentage vooropgesteld, gecalculeerd volgens de berekeningstabel voor de restauratiepool, maar wel uitgaande van de bijgestelde raming van de bouwkost.

Omdat de bepalingen in de huidige overeenkomst een omgekeerd evenredige aanpassing van het percentage niet toelaten indien de vooropgestelde bouwkost toeneemt, adviseert de bedrijfseenheid Stadsbeheer om de bestaande overeenkomst stop te zetten (bij de vaste gedeelten, en dus de voorwaardelijke delen niet toe te wijzen binnen de bestaande overeenkomst) en gelijktijdig een nieuwe overeenkomst (met de geactualiseerde raming en daarop afgestemd percentage) af te sluiten voor de volgende fases, met name opmaak uitvoeringsdossier en controle van de werken. Vermits de in de studie voorziene werken vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, zal deze fase niet toegewezen worden.

Voor de reeds uitgevoerde fases (schetsontwerp en voorontwerp – het zogenaamd vaste gedeelte van de initiële overeenkomst) zal een afrekening van de prestaties gebeuren in overeenstemming met de contractuele bepalingen: hierbij wordt het aanvangspercentage gehanteerd, maar wel toegepast op de geactualiseerde bouwkostraming.

Bij de nieuwe modelovereenkomst wordt eveneens een projectdefinitie gevoegd welke bijgestuurd werd op basis van de bevindingen uit het onderzoeksrapport.

Op 31 oktober 2014 (jaarnummer 11065) keurde het college de selectie goed van 10 kandidaten om deel uit te maken van de pool van ontwerpers voor restauratieopdrachten.

Op 16 september 2016 (jaarnummer 08062) keurde het college de gunning goed aan LMS Vermeersch bvba, Beenhouwersstraat 51, 8000 Brugge, ondernemingsnummer BE 0864.033.735, voor deelopdracht P06857 voor gevelherstellingswerken aan Den Bell. 

Op 24 februari 2017 werd deze opdracht uitgebreid met de bijzondere opdracht voor het uitvoeren van een materiaal- en labotechnisch onderzoek.

Raming werkzaamheden gevelherstellingen
Op basis van het onderzoeksrapport en de aangepaste raming (versie dd. 3 april 2018 – tot stand gekomen na overleg met de architect met verwerking van aanpassingen ten opzichte van de initiële versie in voornoemd onderzoeksrapport) kunnen de kosten voor herstel en bescherming van de gevels als volgt geraamd worden (exclusief btw):

Erelonen studieopdracht extern studiebureau
De erelonen voor de opmaak van het aanbestedingsdossier en controle op de werken worden conform de ereloontabel die deel uitmaakt van de raamovereenkomst “aanstellen pool architecten voor restauratieopdrachten” berekend als een degressief percentage op de totale bouwkost.

Bijstelling ereloon fase 1 en 2 (bestaande modelovereenkomst)
Bij het afsluiten van de initiële overeenkomst, werd de vooropgestelde bouwkost vastgelegd op 500.000,00 EUR (450.000,00 EUR bouwwerken / 50.000,00 EUR stabiliteit). Op basis hiervan werd conform calculatiemodel restauratiepool het ereloonpercentage bepaald op 11,07%.

Voor de reeds afgewerkte fases 1 en 2 zal volgens bestaande overeenkomst een afrekening van het ereloon opgemaakt worden. Hierbij zal het ereloonpercentage van de oorspronkelijke overeenkomst gehanteerd worden (11,07%), maar de bijgestelde raming van het goedgekeurde voorontwerp (1.192.862,42 EUR).

Berekening ereloon fase 4 tot en met 7 (nieuwe modelovereenkomst)
Bij een herberekening van het ereloonpercentage volgens dezelfde ereloontabel uit de raamovereenkomst op basis van de huidige ramingscijfers bedraagt dit bijgestelde percentage 7,20%. De actualisatie naar het aangepaste ereloonpercentage zal toegepast worden in de nieuw goed te keuren studieopdracht voor de toekomstige fases (fases 4 tot en met 7). 
Voor de verdeling over de loten wordt op basis van de inhoud van de door de architect opgestelde meetstaat de volledige kost ondergebracht in het lot bouwwerken. 

De fase voor schetsontwerp en voorontwerp werden reeds deels afgerekend op basis van de eerdere modelovereenkomst. De fase voor opmaak van de bouwvergunning wordt in de nieuwe overeenkomst niet toegewezen wegens niet van toepassing in dit dossier. 

Om de continuïteit van de betalingen te verzekeren bij een toewijzing van de studieopdracht dienen bijkomende kredieten vastgelegd te worden.

Gelet op bovenstaande berekening dient 75.465,24 EUR + 15.847,70 EUR (21% btw) = 91.312,94 EUR inclusief btw bijkomend vastgelegd te worden voor de opvolging van de studieopdracht vermeld in titel. De uitgave voor dit werk zal verrekend worden op het investeringsbudget 2018 en 2019. Voor de spreiding van de budgetten wordt verwezen naar de financiële tabel.

De uitgaven voor de vastlegging van dit ereloon bedraagt 75.465,24 EUR + 15.847,70 EUR (21% btw) = 91.312,94 EUR en zal verrekend worden op het investeringsbudget. Er is voldoende krediet beschikbaar.