Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.
Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en sluit zich aan bij deze motivatie.
Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijke inrichting mag exploiteren.
Aanvrager: ADM Antwerp nv - Rostockweg 17 - 2030 Antwerpen. De aanvraag omvat: de wijziging en uitbreiding van een bedrijf voor het afvullen van plantaardige oliën en voor kunststofverwerking.
Het college beslist een milieuvergunning klasse 2 goed te keuren aan ADM Antwerp nv, Rostockweg 17, 2030 Antwerpen, om op de percelen gelegen op hetzelfde adres, een bedrijf voor het afvullen van plantaardige oliën en kunststofverwerking uit te breiden en te wijzigen.
Het college wijst erop dat de exploitant de algemene en sectorale voorwaarden dient na te leven.
Het college beslist dat de exploitant de volgende bijzondere milieuvoorwaarden dient na te leven:
Het college beslist dat de exploitant de volgende brandweervoorwaarden dient na te leven:
B1
Onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende milieureglementering alsmede via het milieuvergunningsbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand, door de houder van de milieuvergunning te treffen in uitvoering van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hiernavermelde blusmiddelen voor eerste tussenkomst:
S1
Er dienen minstens twee snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - gelijkmatig verdeeld over de inrichting, te worden aangebracht.
S9
Een snelblustoestel van 5 kg CO2 - ½ bluseenheid conform NBN EN 3-7 - dient aangebracht nabij de toegang tot de hoogspanningscabine.
S23
Snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 - bij voorkeur 6 kg poeder type ABC - dienen aangebracht bij elk punt of lokaal met verhoogd risico, zoals ondermeer pompen, compressoren, lasposten, belangrijke elektriciteitsborden, enz.
In de inrichting dienen minstens twee toestellen aanwezig te zijn.
Er mogen nochtans gedeeltelijk mobiele bluseenheden of snelblustoestellen van een ander type aangewend worden op de plaatsen waar zij meer aangewezen zijn, voor zover de aangebrachte blusmiddelen minstens eenzelfde bluseenheid conform NBN EN 3-7 bezitten en evenwaardig zijn aan de bovenvermelde.
Het college beslist dat de milieuvergunning ingaat op 27 april 2018 en eindigt op 24 augustus 2020.