Terug

2018_CBS_03678 - Omgevingsvergunning - OMV_2018010202. Jan Van Beersstraat 23. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/04/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Glenn Verspeet, waarnemend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris
2018_CBS_03678 - Omgevingsvergunning - OMV_2018010202. Jan Van Beersstraat 23. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_03678 - Omgevingsvergunning - OMV_2018010202. Jan Van Beersstraat 23. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 februari 2018

15 maart 2018

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

28 februari 2018

30 maart 2018

 

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid:

De Jan Van Beersstraat en omgeving wordt gekenmerkt door klassieke herenhuizen, opgericht als één - of meergezinswoning, in gesloten bebouwing. De meergezinswoning, die onderwerp uitmaakt van voorliggende aanvraag, omvat vier wooneenheden conform de bouwtoelating van 1957. De bestaande functie ‘meergezinswoning’ blijkt ongewijzigd en is inpasbaar in de omgeving.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:

De bezettingsgraad wijzigt niet, de vier vergunde wooneenheden blijven behouden.

De beoogde uitbreiding, achteraan de gelijkvloerse verdieping -tot een diepte van circa 15m70- is aanvaardbaar. Na uitbreiding rest er op het perceel nog voldoende open/onbebouwde ruimte.

De uitbreiding op de eerste verdieping, bevindt zich tussen het volume van de eigen achterbouw en de hoger opgaande, blinde scheimuur van de linker aanpalende. Deze uitbreiding is niet storend voor de goede ruimtelijke ordening van de omgeving. Het aanpassen van het bestaande zadeldak tot een volwaardig mansardedak laat toe ook verblijfsruimten in te richten op de dak verdieping. Hierdoor wordt het ruimtegebruik op eigen terrein gemaximaliseerd.

Visueel-vormelijke elementen:

De Jan Van Beersstraat wordt gekenmerkt door klassieke herenhuizen met drie en vier hoge bouwlagen onder schuin of mansardedak. De beoogde wijziging van de dakvorm van zadel - naar mansardedak is inpasbaar in het referentiebeeld en vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.

Opgemerkt wordt wel, dat de rechter scheimuur boven het dak van de buur, bekleed wordt met leien. Aangezien deze scheimuur boven het aangrenzend pand sterk in beeld komt, gezien een bekleding met leien niet voorkomt in de straat en gezien ligging in een woongebied met cultuurhistorische en esthetische waarde, wordt als voorwaarde opgelegd de scheimuur af te werken met bepleistering naar analogie met de voorgevel.

Cultuurhistorische aspecten:

Gezien de ligging van het gebouw in een zone die volgens het gewestplan werd ingekleurd als een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

“ De Jan Van Beerstraat is een straat gelegen op "Zuid", tussen de Troon- en Bolivarplaats. De straat behoort tot het originele verkavelingsplan van het Zuid, dat in 1875 werd opgemaakt. Typerend voor dat plan zijn de rechte straten, die vaak straalsgewijs gebundeld zijn omheen een plein. In 1876 werd de straat Belgenstraat genoemd, in 1888 kreeg de straat de huidige benaming naar de toen net overleden letterkundige Jan Van Beers (1821-1888).

De bebouwing van de straat sluit aan bij wat gangbaar is op het Zuid, met burgerwoningen die tussen 1880 en 1910 werden gebouwd. De afwisseling van neoclassicistische lijstgevels met eclectische of renaissance bakstenen topgevels is eveneens een typische architecturaal kenmerk van het Zuid, maar komt in de Jan Van Beersstraat heel sterk tot uiting.

De pare zijde van de straat bestaat vooral uit vrij vlakke neoclassicistische gevelrijen, deels opgetrokken in eenheidsbebouwing. Aan onpare zijde komen vrij veel bakstenen gevels voor, met een concentratie van neo-Vlaamse renaissance woningen van nummer 25 tot nummer 43. Dat deze kleurige bakstenen gevels niet altijd geapprecieerd werden, bewijst de witschildering van de gevels van nummers 25 en 27. Nummer 27 is een ontwerp van L. Moerenhoudt van 1903 voor A. Engels. N Een neoclassicistisch voorbeeld is de stadswoning op nummer 5 gebouwd volgens een plan van Ch. De Doncker voor Horse rond 1899. Nummer 6 is een burgerhuis dat in 1900 ontworpen werd door Jules Dries voor Frans Dussen. Een voorbeeld van een neoclassicistisch ensemble vinden we op nummers 32 tot 38, gebouwd voor M. Van Reeth circa 1897, maar ondertussen sterk vervlakt en aangepast. 

Het pand in kwestie, een versoberde neoklassieke lijstgevel van 3 traveeën en 4 bouwlagen onder zadeldak wordt verticaal geritmeerd door rechthoekige vensters. Het bespleisterde en beschilderde gevelparement ontdaan van alle ornamentiek wordt beëindigd door een kroonlijst op klossen.

Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar tegen de interne verbouwingen. Eerdere verbouwingen hebben de erfgoedwaarde uitgehold en de planopbouw van het voorhuis blijft afleesbaar. De aanpassingen aan het exterieur meer bepaald aan de bedaking zijn niet aanvaardbaar. Hoewel een mansarde een passende dakvorm is voor een neoklassieke onderbouw is de manier waarop de mansarde werd vormgegeven geen meerwaarde voor de onderbouw, het straatbeeld en de omliggende che-bebouwing. Een klassieke benadering van de mansarde met beperkte dakopstand beëindigd door een kroon of daklijst, uitgevoerd in zink of leien en ingevuld met 2 kleine standvensters of 1 centraal standvenster uitgelijnd op de onderliggende traveeën is wel bespreekbaar.”

De aandachtspunten van de dienst monumentenzorg worden opgenomen in voorwaarden. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:

De verbouwingswerken optimaliseren het wooncomfort. Het voorzien van buitenruimte voor de bestaande appartementen verhoogt de woonkwaliteit, zonder hinderende inkijk naar de omliggende eigendommen te creëren.

Opgemerkt wordt wel dat de inrichting en aanleg van de buitenruimte niet vermeld wordt op de plannen. De fotobijlage gevoegd bij de aanvraag toont een volledig verharde buitenruimte.

Om de aanvraag in overeenstemming te brengen met de bouwcode en de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, wordt als voorwaarde opgelegd de buitenruimte zo veel mogelijk groen en onverhard aan te leggen. Gezien de oppervlakte van de buitenruimte 49m² bedraagt is verharding toegestaan tot een maximale oppervlakte van 20m².

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte):

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  • De algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven.
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de buitenruimte te verharden tot een maximale oppervlakte van 20m²;
  • de rechter scheimuur, boven het dak van de aanpalende, af te werken met bepleistering;
  • het mansardedak dient uitgevoerd te worden met een klassieke benadering: mansarde met beperkte dakopstand beëindigd door een kroon of daklijst, uitgevoerd in zink of leien en ingevuld met 2 kleine standvensters of 1 centraal standvenster uitgelijnd op de onderliggende traveeën;
  • na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

 

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 januari 2018

Volledig- en ontvankelijk

28 februari 2018

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 april 2018

Verslag GOA

19 april 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2018010202

Gegevens van de aanvrager:

 NOYEZ IMMO BVBA met als adres Villapark 7 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

Jan Van Beersstraat 23 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 11 sectie L nr. 3761T

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag

verbouwen van een meergezinswoning met vier wooneenheden

 

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 8/02/1957: vergunning (18 # 36239) voor verbouwingswerken. 

Laatst vergunde toestand en bestaande toestand

  • meergezinswoning met vier wooneenheden in gesloten bebouwing met vier bouwlagen onder zadeldak, elke bouwlaag bevat één wooneenheid.

Inhoud van de aanvraag:

  • verbouwen van een bestaande meergezinswoning met vier wooneenheden;
  • alle niveaus zullen verbouwd worden met als doel het creëren van een beter wooncomfort;
  • de gelijkvloerse veranda, links achteraan, wordt vervangen door een nieuwe aanbouw die een bijkomende slaapkamer voor het gelijkvloers appartement omvat;
  • op de eerste verdieping wordt er, tegen de hoger opgaande, blinde scheimuur aan de linkerzijde, een uitbreiding voorzien die de nachthal omvat en toegang verschaft tot een buitenruimte op het platte dak van de gelijkvloerse aanbouw;
  • op de tweede verdieping beperken de werken zich tot een interne, functionele herindeling;
  • het zadeldak wordt omgevormd tot mansardedak, deze daklaag wordt toegevoegd als duplex verdieping bij het appartement op de derde verdieping;
  • de leefruimten bevinden zich op de derde verdieping, op de daklaag zullen er twee slaapkamers en een badkamer gecreëerd worden;
  • rechts achteraan de derde verdieping wordt een klein deel van de achterbouw afgebroken, op deze plek wordt in aansluiting bij de keuken een klein terras voorzien;,  
  • de achtergevel wordt geïsoleerd en afgewerkt met grijs/witte bepleistering en voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in zwart aluminium;
  • de daklaag wordt afgewerkt met zwartgrijze zink, de rechter scheimuur met leien.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de buitenruimte te verharden tot een maximale oppervlakte van 20m²;
  • de rechter scheimuur, boven het dak van de aanpalende, af te werken met bepleistering;
  • het mansardedak dient uitgevoerd te worden met een klassieke benadering: mansarde met beperkte dakopstand beëindigd door een kroon of daklijst, uitgevoerd in zink of leien en ingevuld met 2 kleine standvensters of 1 centraal standvenster uitgelijnd op de onderliggende traveeën;
  • na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.