Terug

2018_CBS_03933 - Omgevingsvergunning - OMV_2018006031. Gounodstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 27/04/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Rob Van de Velde, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris
2018_CBS_03933 - Omgevingsvergunning - OMV_2018006031. Gounodstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_03933 - Omgevingsvergunning - OMV_2018006031. Gounodstraat 9. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018006031

Gegevens van de aanvrager:

Dynamica Real Estate met als adres Frans Van Hombeeckplein 33 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Gounodstraat 9 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1543T14

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag

verbouwen van een woonhuis van 550m² naar 4 appartementen

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 11/09/1936: vergunning (18#5995) voor binnenveranderingen. 

Laatst vergunde toestand

  • het pand bestaat uit 4 bouwlagen onder een zadeldak;
  • het gebouw is ingericht als eengezinswoning en gecatalogeerd als inventarispand;
  • de kelder bevindt zich half ondergronds en werd volledig gebruikt als dienstruimtes, opslag en technieken;
  • de gelijkvloerse verdieping bestaat uit een inkomhal naar de bovengelegen verdiepingen, een leefruimte, keuken, wc, berging en toegang tot de tuin;
  • op de tussenverdieping van 0 naar 1 bevindt zich een bureel;
  • op de eerste verdieping bevinden zich 2 slaapkamers, een badkamer en een bureel;
  • op de tussenverdieping van 1 naar 2 bevindt zich ook een slaapkamer;
  • de 2de en 3de verdieping bestaan uit kamers;
  • achter de inkomhal is er nog een diensttrap; enkel deze biedt toegang tot de 3de verdieping. 

Bestaande toestand

  • conform de laatst vergunde toestand;
  • de modernistische uitbouw is niet uitgevoerd volgens de plannen; de deur naar de tuin staat niet centraal, alsook de cirkelvormige luifel is niet te zien op het getekende gevelaanzicht. 

Inhoud van de aanvraag:

  • de bestaande eengezinswoning wordt opgedeeld in 4 appartementen, één per niveau;
  • de voorgevel blijft ongewijzigd;
  • de kelder wordt voorzien van een fietsenberging;
  • achteraan wordt de vloer van de kelder verlaagd om verblijfsruimten te creëren die deel uitmaken van de woning op de gelijkvloerse verdieping;
  • in de kelder worden 2 slaapkamers ingericht en een badkamer;
  • de wijnkelder in de tuin wordt afgebroken om een open koer anglaise te krijgen;
  • op de gelijkvloerse verdieping komen de leefruimten, eetkamer, keuken, berging, en wc;
  • dit duplex appartement van 188m² nvo heeft de volledige tuin als buitenruimte;
  • de tussenverdiepingen van 0 naar 1 en van 1 naar 2 worden omgebouwd tot berging van de respectievelijk 1ste en 2de verdieping;
  • op de eerste verdieping worden een leefruimte ingericht met open keuken, een slaapkamer met badruimte, een wc, een dressing en een terras;
  • op de 2de verdieping worden een leefruimte ingericht met open keuken, een slaapkamer met badruimte, een wc, en een terras;
  • op de 3de verdieping, onder het zadeldak, wordt het plafond naar de bestaande zolder verwijderd, er worden veluxen voorzien in het dak aan de straatzijde;
  • de indeling van deze 3de verdieping bestaat uit een leefruimte ingericht met open keuken, slaapkamer met dressing, badkamer, en een terras.
  • het bouwvolume van de diensttrap wordt op de bovenste verdieping afgebroken met behoud van de gemene wand om het buitenterras te voorzien.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - Eandis / IMEA

23 maart 2018

 

Voorwaardelijk gunstig

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

23 maart 2018

24 april 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

28 februari 2018

23 maart 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 februari 2018

9 maart 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

28 februari 2018

Geen tijdig advies ontvangen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater). 

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid). 

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer. 

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009. 

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014. 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    het vloerniveau van de kelder ligt 1,90 meter onder het maaiveld van de tuin, in plaats van de gevraagde maximum van 1,10 meter om in aanmerking te komen als verblijfsruimte;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    op de plannen staat geen kelderruimte ingetekend als gemeenschappelijke afvalverzameling.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid. 

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets. 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. 

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften:

Omdat de vloerpas van de slaapkamers in de kelderverdieping meer dan 1,10 meter onder de pas van de tuin ligt, wijkt de aanvraag af van artikel 21§3 van de bouwcode. De voorgestelde oplossing van een Engelse koer (een buitenruimte onder het maaiveld) ter hoogte van de achtergevel is een kwalitatieve aanpassing van de bestaande tuintoegang van de kelder die ervoor zorgt dat de ruimtes in de kelder voldoende licht, lucht en ruimtegevoel kennen. Er kan dus een afwijking toegestaan worden op basis van artikel 3 van de bouwcode. 

In voorwaarde wordt opgelegd om een gemeenschappelijke ruimte voor afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode. 

Functionele inpasbaarheid:

De Gounodstraat wordt gekenmerkt door een mix van eengezins- en meergezinswoningen. De aangevraagde functie past in de omgeving. 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid:

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Door het uitbreiden van het woonprogramma met 3 woonentiteiten wordt de draagkracht van de site niet overschreden. De inrichting geschiedt voornamelijk binnen het bestaand volume van het pand, enkel worden op de platte daken van de achterbouw dakterrassen gerealiseerd. 

Het dakterras op de eerste verdieping is niet in overeenstemming met artikel 679 van het Burgerlijk Wetboek inzake rechtstreekse zichten op het naastliggend goed. Er moet een afstand van minstens 190cm ten opzichte van de eigendomsgrens gehouden worden om de privacy van de buren te garanderen. Er wordt in deze aanvraag niet voldoende gemotiveerd hoe de hinderlijke inkijk bij de buren kan beperkt worden. Het gedeelte van het terras in strijd met het burgerlijk wetboek, wordt uitgesloten van deze vergunning, zoals in rood aangeduid op de plannen.

Cultuurhistorische aspecten:

Aangezien het pand bekend staat als waardevol bouwkundig erfgoed, werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen: “Het pand in de Gounodstraat 9 is vastgesteld als bouwkundig erfgoed van 14/09/2009 tot heden.  Het is een karakteristiek burgerhuis uit het vierde kwart van de 19e eeuw.  Het werd vormgegeven in de toen populaire eclectische stijl.  Het werd ontworpen door bouwmeester Jean-Laurent Hasse in 1882. 

Artikel 5§1 van de stedelijke bouwcode onderwerpt de wijziging van de bestaande toestand van deze gebouwen aan de wenselijkheid van behoud. Met name het behoud van de elementen met cultuurhistorische waarde.  Bij de aanvraag werd een CHE-rapport toegevoegd.  Het rapport laat ons conform artikel 5§2 van de bouwcode toe om het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen af te wegen.  Alsook de impact van de herbestemming tot meergezinswoning.

Het voorgestelde ontwerp respecteert de plattegrond volgens de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.  Ook de aanwezige interieurelementen worden geïntegreerd in het ontwerp.  De geplande herbestemming tot meergezinswoning is dan ook aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. Gezien het beeldbepalend karakter van dit burgerhuis worden voorwaarden opgelegd mbt behoud van de erfgoedwaarde.  Aanpassingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel of aanpassingen in functie van brandveiligheid aan het interieur moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg.” 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woningen aan de actuele eisen wat betreft gebruiksgenot en wooncomfort. De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte):

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen. 

Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit:

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van een ééngezinswoning naar 4 appartementen. (drie bijkomende wooneenheden)

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 

De werkelijke parkeerbehoefte is 3.” 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

“Er zijn geen parkeerplaatsen voorzien.” 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 0 = 3.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen. 

Het advies Mobiliteit bevat ook het volgende over de fietsvoorzieningen:

“Voor de 3 bijkomende wooneenheden moeten er 8 fietsstalplaatsen voorzien worden:

  • 2 appartementen met 2 slaapkamers = 2 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 6
  • 1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 11 extra) = 2

Er worden in de kelder 12 fietsstalplaatsen voorzien in een hangsysteem. Een hangsysteem kan niet door iedereen gebruikt worden dus er worden best gewone fietsstalplaatsen voorzien (hoog-laag systeem).

De fietsenberging is te bereiken via een kleine draaitrap maar op zo’n trap kan je niet comfortabel met een fiets naar boven of beneden. Er moet een andere oplossing gezocht worden voor de 8 fietsstalplaatsen.”

Dit advies kan echter genuanceerd worden. Hoewel een draaitrap inderdaad geen optimale toegang is voor de fietsenberging, is dit gezien de erfgoedwaarde van het pand een aanvaardbare oplossing. Het relatief kleine pasverschil tussen inkom en kelder en de ruime afmetingen van de gang komen het gebruiksgemak ten goede. De afmetingen van de fietsenberging laten bovendien perfect toe dat deze ruimte gebruikt wordt voor gewone fietsplaatsen in plaats van een hangsysteem. Dit wordt aanbevolen in functie van een goed gebruik. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven.
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;
  • aanpassingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel of aanpassingen in functie van brandveiligheid aan het interieur moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg;
  • na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Uitsluitingen

  • het gebruik van het terras op de eerste verdieping wordt gedeeltelijk uitgesloten van de vergunning zoals aangeduid in rood op de plannen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

2 februari 2018

Volledig- en ontvankelijk

28 februari 2018

Opening openbaar onderzoek

geen

Afsluiten openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 april 2018

Verslag GOA

24 april 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven.
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode;
  • aanpassingen aan het buitenschrijnwerk in de voorgevel of aanpassingen in functie van brandveiligheid aan het interieur moeten worden voorgelegd aan de stedelijke dienst monumentenzorg;
  • na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Uitsluitingen

Het gebruik van het terras op de eerste verdieping wordt gedeeltelijk uitgesloten van de vergunning zoals aangeduid in rood op de plannen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.