Terug

2018_CBS_05664 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022258.Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/07/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_05664 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022258.Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_05664 - Omgevingsvergunning - OMV_2018022258.Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

 

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

9 mei 2018

14 mei 2018

Voorwaardelijk gunstig

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

3 april 2018

19 april 2018

Ongunstig

Digit - Eandis / IMEA

3 april 2018

27 april 2018

Voorwaardelijk gunstig

Digit - Rio-link (Aquafin)

3 april 2018

26 april 2018

Ongunstig

 Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

3 april 2018

Geen tijdig advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

3 april 2018

Geen tijdig advies ontvangen

stadsontwikkeling/energie en milieu Antwerpen

18 juni 2018

22 juni 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 25 Vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur:

bij een manueel te bedienen deur dient er een opstelruimte van 50 cm naast de deur voorzien te worden om opstelruimte en draairuimte te kunnen garanderen.  Er is geen 50cm opstelruimte aan beide interne toegangen naar kleine eetplaats op het gelijkvloers. 

Algemene bouwverordeningen

Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

 De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
  • artikel 38 Groendaken:

het is verplicht om nieuwe daken aan te leggen als een groendak.  Het dak werd niet van groendak voorzien.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er is geen aanleiding om het college te adviseren beargumenteerd af te wijken van de geldende voorschriften.

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van school blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging.

De lagere school was destijds deels gehuisvest in gebouw A, het gebouw parallel met de Willem Gijsselsstraat. Omwille van stabiliteitsredenen werd het gebouw gesloten en werden er containerklassen geplaatst, dit met de nodige vergunningen.

Deze containerklassen hebben ook maar een beperkte levensduur zodat een nieuwbouw zich opdrong. Deze nieuwbouw maakt dus onderwerp uit van de aanvraag.

Deze nieuwbouw vervangt dus een bestaand gebouw dat aan vervanging toe is. Er is geen uitbreiding van de school of aantal leerlingen.

De parkeerbehoefte van dit nieuw schoolgebouw is 0

In de laatst vergunde toestand is er een ondergrondse parking. De inrit naar deze parking verdwijnt.

Er verdwijnen door de verbouwing 2 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

De plannen voorzien in 20 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 20.

Dit aantal is toereikend.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

Fietsvoorzieningen:

Er wordt een nieuwe fietsenstalling gebouwd voor 160 fietsen ter vervanging van de bestaande.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de bouw van een nieuwe vleugel voor de lagere school. Het nieuwe gebouw wordt links van het bestaande administratief gebouw voorzien langsheen de Halewijnlaan, schermt enerzijds de school af van deze weg, anderzijds vormt het gebouw een poort naar de school.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

Visueel-vormelijke elementen

Voorliggende aanvraag werd voorafgaandelijk voorgelegd aan de welstandscommissie. Na een ongunstig advies op 20 januari 2017 werd het ontwerp herzien en aangepast aan de opmerkingen van de welstandscommissie en opnieuw voorgelegd aan de stadsbouwmeester op 20 oktober 2017. De stadsbouwmeester meldt de aanpassingen te appreciëren.

Het is echter onduidelijk hoe donker het donkergrijze gevelsteen zal worden uitgevoerd. De bouwcode wijst er op dat het gebruik van donkere materialen, met het oog op het voorkomen van de stedelijke opwarming, niet gewenst is. Bijkomend dient opgemerkt dat donkergrijs parement niet in harmonie is met de directe omgeving. In voorwaarde wordt hierom opgelegd het parement in een lichtere kleurstelling, meer in harmonie met de in de omgeving voorkomende bebouwing uit te voeren.

Hydraulische en technische aspecten

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan Water-link.

Zij oordeelden dat het project niet gunstig kan geadviseerd worden om volgende redenen:

-       Het regenwater wordt opgevangen in een regenwatervolume voor hergebruik bij twee toiletten en een buitenkraantje. Het is niet duidelijk of er voldoende hergebruik zal zijn om dit volume optimaal te benutten. Dit hergebruik dient gemotiveerd te worden.

-       Het is niet duidelijk door hoeveel leerlingen en andere gebruikers het sanitair zal gebruikt worden dat naar deze septische put aansluit. Hierdoor is het niet duidelijk of de septische put correct gedimensioneerd is. De dimensionering van de septische put dient gemotiveerd te worden op basis van het verwachte aantal gebruikers equivalenten en de Antwerpse bouwcode.

-       Het is niet duidelijk of de infiltratiecapaciteit en oppervlakte van de groenzones voldoende is om het afstromend water van de verharde oppervlaktes te verwerken. Dit dient gemotiveerd te worden. Eventueel kunnen de groenzones als ondiepe wadi’s aangelegd worden waardoor er meer infiltratievolume ontstaat. Verder is het ook onduidelijk of de grondwaterstand voldoende laag is om ondergronds te kunnen infiltreren met infiltratiebakken en bovendien zijn er op sommige plaatsen infiltrerende groenzones voorzien bovenop de ondergrondse infiltratiebakken.

-       De diameter van de RWA-overloop naar de riolering dient minstens 125 mm tot maximaal 200 mm te bedragen (is nu 110 mm volgens het plan).

Bovenstaande redenen kunnen in voorwaarden worden opgelegd waardoor het advies kan worden aangepast als een voorwaardelijk gunstig advies kan gelezen worden.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Strijdig met de verordening toegankelijkheid dient opgemerkt dat er geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast de deur naar de eetplaats op het gelijkvloers is. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan en dient te worden aangepast zodat deze conform de bepalingen is van de verordening.

Dit kan door de voorziene schuifdeur te automatiseren of door de schuifdeur te vervangen door een draaideur en de afstand tussen de twee evenwijdige muren verder uit elkaar te plaatsen zodat er naast de deur nog een vrije wand- en vloerbreedte is van minimum 50 cm.

Verder dient opgemerkt dat er, strijdig met de bouwcode, geen groendak voorzien werd. Hier kan geen afwijking op toegestaan worden. In voorwaarde zal worden opgelegd het dak uit te voeren als groendak.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. De deur naar de eetplaats op het gelijkvloers aan te passen zodat er naast de deur een voldoende brede vlakke wand- en vloerbreedte ontstaat, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
  3. Het parement  in een lichtere kleurstelling, meer in harmonie met de in de omgeving voorkomende bebouwing uit te voeren.
  4. Het dak als groendak uit te voeren;
  5. Het opgevangen regenwater maximaal te hergebruiken;
  6. De septische put te dimensioneren conform de bepalingen van art. 43 van de bouwcode;
  7. De diameter van de RWA-overloop naar de riolering dient minstens 125 mm tot maximaal 200 mm te bedragen;
  8. De groenzones als ondiepe wadi’s aan te leggen in functie van meer infiltratievolume;
  9. RWA en DWA volledig gescheiden tot op de rooilijn te brengen. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;
  10. Indien er afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster) lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding, de aansluiting te beveiligen tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp;
  11. De aansluiting te voorzien op een diepte van 80 cm onder het straatniveau.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 februari 2018

Volledig- en ontvankelijk

29 maart 2018

Opening openbaar onderzoek

10 april 2018

Afsluiten openbaar onderzoek

9 mei 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 juli 2018

Verslag GOA

8 juni 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

10 april 2018

9 mei 2018

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018022258

Gegevens van de aanvrager:

de heer Alfons Van Dijck met als adres Noorderlaan 108 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Halewijnlaan 90 te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nr. 834A11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een nieuw schoolgebouw aan een reeds bestaande school

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

27/02/1959: vergunning (18#38147) voor veranderingswerken

  • 12/09/2014: vergunning (20171582 ) voor het regulariseren van tijdelijke containerklassen en sanitair;
  • 05/12/2014: vergunning (20142246)  voor de nieuwbouw van een sanitair blok;
  • 30/12/2014: vergunning (20142621) voor de regularisatie tijdelijke containerklassen;
  • 23/12/2016: vergunning (20162287 ) voor het slopen van een scoutslokaal op een schoolterrein; 
  • 24/05/2017: vergunning (2017612) voor het bouwen van een luifel tussen blok C en sanitair blok. 

Laatste vergunning en bestaande toestand  

  • schoolcomplex met bijgebouwen gelegen tussen de Louis Frarynlaan, de Willem Gijsselsstraat en de Halewijnlaan.

Inhoud van de aanvraag:

  • het bouwen van een nieuwe, vrijstaande vleugel voor de lagere school, parallel grenzend aan de Halewijnlaan;
  • nieuwbouw:
    • 3 bouwlagen onder plat dak, variatie in hoogtes van 3,5m, 9m en 11,65m; 
    • grondoppervlakte van 626.94m²;
    • de gevels worden voorzien in prefab beton gecombineerd met donkergrijze baksteen met grote ramen in zwart aluminium;
    • aan de linker zijgevel wordt zonnewering met horizontale lamellen voorzien boven de ramen; 
    • aan de achter- en rechter zijgevel worden uitkragende luifels voorzien, bekleed met felgroene, volkern/aluminium platen;
    • het gebouw voorziet verschillende eetplaatsen, een leskeuken, les- en vaklokalen, bureau voor de prefect + ziekenkamer, bergingen; 
    • de tweede verdieping (72,14m²) wordt als technische ruimte voorzien;
  • administratief gebouw (bestaand):
    • in de linkerzijgevel wordt de garagepoort en raamopening dicht gemetst;
    • deze gevel wordt voorzien van nieuwe gevelsteen;
  • fietsenstalling:
    • voorzien voor 320 fietsen; 
    • wordt voorzien op de huidige speelplaats, waardoor deze laatste verkleind;
    • het gebouw is 3,5m hoog en heeft een oppervlakte van 284m²;
    • halfopen constructie opgebouwd in ivoorkleurige gevelsteen (conform sanitair blok);
    • afgesloten met gegalvaniseerde roosters aan zijde speelplaats;
    • gesloten gevel met 3 ramen aan de parkingzijde;
    • voorzien van een groendak;
    • aansluiting afwatering op infiltratiebekken;
  • parking:
    • de bestaande parkings (boven- en ondergronds) aan de Halewijnlaan worden verwijderd;
    • aanleg van een nieuwe parking in grasdallen met nieuwe toegang voorzien aan de Louys Frarynlaan;
  • terrein:
    • verwijderen van 2 containerklassen;
    • het rooien van bomen (op plaats waar nieuwbouw komt te staan);
    • aanleg van nieuwe paden in klinkers rondom het gebouw en naar parking en speelplaats;  
    • aanplanten van nieuwe bomen;
    • rondom het terrein wordt een metalen hekwerk en enkele poorten in metaal (h: 1,8m) geplaatst.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  • de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  • de deur naar de eetplaats op het gelijkvloers aan te passen zodat er naast de deur een voldoende brede vlakke wand- en vloerbreedte ontstaat, conform de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
  • het parement  in een lichtere kleurstelling, meer in harmonie met de in de omgeving voorkomende bebouwing uit te voeren.
  • het dak als groendak uit te voeren;
  • het opgevangen regenwater maximaal te hergebruiken;
  • he septische put te dimensioneren conform de bepalingen van art. 43 van de bouwcode;
  • de diameter van de RWA-overloop naar de riolering dient minstens 125 mm tot maximaal 200 mm te bedragen;
  • eventueel de groenzones als ondiepe wadi’s aan te leggen in functie van meer infiltratievolume;
  • RWA en DWA volledig gescheiden tot op de rooilijn te brengen. De vergunningsaanvrager dient een externe toezichtmogelijkheid op beide aansluitingen te voorzien;
  • de afvoerpunten van het gebouw (bijv. klokrooster)  die lager gelegen zijn dan het straatniveau t.h.v. de leiding, de aansluiting te beveiligen tegen terugstroming. Dit kan door aan te sluiten via een terugslagklep of pomp;
  • de aansluiting te voorzien op een diepte van 80 cm onder het straatniveau.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.