Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.
De aanvraag handelt over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, met een beperkte breedte van 4.34 m en een bouwdiepte van 11 m. Een openbaar onderzoek leverde geen bezwaren op. De gemeentelijk omgevingsambtenaar schrijft de afwijkingen ten opzichte van het Bijzonder Plan van Aanleg “BPA nr 1-3A Hagelkruis en omgeving” weg. . Zo blijkt het achterste deel van het gelijkvloers, het deel voorbij 13 m diepte, 40 cm hoger te zijn opgetekend dan de maximaal opgelegde 3 m. Gelet echter op het zeer beperkte verschil en het feit dat dergelijke bouwhoogte met de heden gehanteerde vrije plafondhoogtes een aanvaardbaar gabarit oplevert voor dit soort gebouwdelen, kan gefundeerd worden afgeweken voor dit deel van het gebouw.
Bijkomend blijkt de bouwhoogte van een deel van de badkamer op de eerste verdieping het in het Bijzonder Plan van Aanleg opgelegde schuine profiel achteraan te overschrijden. Ook ditis echter van beperkte aard daar waar bovendien algemeen het doorgaans gehanteerde gabarit kan aanvaard worden dat een volwaardige bouwdiepte van 13 m toelaat op de eerste verdieping. Indien met deze laatste richtlijn wordt rekening gehouden, dan valt de gehele uitbreiding op de eerste verdieping binnen acceptabele grenzen en kan ook hier gefundeerd worden afgeweken van het opgelegde gabarit.
De weigeringsgrond naar voorgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar stoelt voornamelijk op de tegensprekelijke behandeling van voor- en achterzijde van de woning waarbij aan de achterzijde 2 bouwlagen onder plat dak en 2 bouwlagen onder hellend dak worden gepresenteerd en aan de voorzijde 1 bouwlaag onder hellend dak. Deze vreemde vorm wordt bovendien benadrukt door het feit dat de woning aan één zijde vrij blijft door het ontbreken van bebouwing aan deze zijde (het vrijstaande inventarispand aan deze zijde verdraagt geen uitbreiding) en vermelde verschijningsvorm extra zichtbaar is aan deze kant.
Deze woning is gelegen in een straat gekenmerkt door een gedifferentieerde bebouwing de voorgestelde werken sluiten hierbij aan er kan bezwaarlijk van een harmonie in deze buurt gesproken worden. Gezien de beperkte breedte van de woning en de zeer kleine oppervlakte van gelijkvloers (+/- 47 m²), de inplanting van de ruimtes en de voordeur is de functionaliteit van de bestaande woning en de relatie met de tuin ondermaats. Door het gangetje naast de woning te benutten wordt de inkom naar achteren gebracht en kunnen kwalitatieve verblijfsruimtes voorzien worden die beantwoorden aan het hedendaagse wooncomfort en de relatie met de tuin optimaliseert. De bouwdiepte op het gelijkvloers sluit aan bij de bouwdiepte van de rechterbuur.
De nieuwe uitsprong aan de linkerzijde van de woning situeert zich op 3.84 m van de voorgevel, en volgt verder het gabarit van de rechterbuur tot een bouwdiepte van 15 m van de voorgevel. Het eerste verdiep wordt uitgebouwd tot 11.61 m en volgt ook hier het gabarit van de rechterbuur, de uitbouw blijft 2 m van de rechterbuur om zontoetreding daar te garanderen. De verbouwingen hebben geen invloed op het linker perceel.
De voorgestelde verbouwingswerken passen zich in, in de omgeving en zijn ruimtelijk aanvaardbaar.
Aangezien het gebruik van het voorgestelde materiaal niet als een precedent optreedt in deze buurt kan het gebruik ervan onderschreven worden.
De aanvraag beoogt eveneens het isoleren van de gevels, betreffende is uiteraard toegestaan vanuit een duurzaamheidsprincipe. Gelet op de eenvormigheid echter wordt opgelegd om, in
overeenstemming met het geldende rooilijndecreet, een totaalpakket van 14 cm te hanteren,inclusief afwerking en dat te allen tijde een vrije voetpadbreedte van minimaal 1,50 m dient over te blijven na opdikking, boordsteen niet inbegrepen.
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-3A Hagelkruis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 mei 1993.
Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in een zone a voor woningen.
Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op de volgende punten:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt onder andere af ten opzichte van de voorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg inzake bouwvolume. Zo blijkt het achterste deel van het gelijkvloers, het deel voorbij 13 m diepte, 40 cm hoger te zijn opgetekend dan de maximaal opgelegde 3 m. Gelet echter op het zeer beperkte verschil en het feit dat dergelijke bouwhoogte met de heden gehanteerde vrije plafondhoogtes een aanvaardbaar gabarit oplevert voor dit soort gebouwdelen, kan gefundeerd worden afgeweken voor dit deel van het gebouw.
Bijkomend blijkt de bouwhoogte van een deel van de badkamer op de eerste verdieping het in het Bijzonder Plan van Aanleg opgelegde schuine profiel achteraan te overschrijden. Ook dit is echter van beperkte aard daar waar bovendien algemeen het doorgaans gehanteerde gabarit kan aanvaard worden dat een volwaardige bouwdiepte van 13 m toelaat op de eerste verdieping. Indien met deze laatste richtlijn wordt rekening gehouden, dan valt de gehele uitbreiding op de eerste verdieping binnen acceptabele grenzen en kan ook hier gefundeerd worden afgeweken van het opgelegde gabarit.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt louter de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning en gelet op de situering ervan in een zone voor woningen volgens het Bijzonder Plan van Aanleg is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een aangepaste volumetrie dan in de bestaande toestand waarbij aan deze woning van één bouwlaag onder hellend dak voornamelijk aan de achterzijde uitbreidingen worden voorzien, waaronder ook op de eerste verdieping. Dit zorgt echter voor een vreemd, atypisch en inconsequent beeld van de totale woning waarbij aan de achterzijde gedeeltelijk sprake is van 2 lagen onder plat dak en gedeeltelijk 2 lagen onder hellend dak; daar waar er aan de voorzijde sprake blijft van 1 bouwlaag onder hellend dak. Dit tegensprekelijk uitzicht tussen voor- en achterzijde van de woning wordt bovendien extra geaccentueerd door het feit dat de woning, ook al betreft het rijbebouwing, aan de linkerzijde grenst aan een gedeeltelijk onbebouwd perceel waardoor betreffende uitermate zichtbaar is en vreemd voorkomt. Een stelselmatige en gelijke behandeling van voor- en achterzijde is dan ook wenselijker. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De geplande afwerking van het hellende dak is in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van het Bijzonder Plan van Aanleg. De gevelafwerking in witte pleister is dit echter niet; de voorschriften leggen hier het gebruik van rode baksteen op, dit om het homogene straatbeeld zo maximaal mogelijk te behouden. Vermeld materiaal druist dan ook zwaar in ten opzichte van deze voorschriften waardoor het advies voor dit deelaspect van de aanvraag ongunstig is.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag beoogt eveneens het isoleren van de gevels; betreffende is uiteraard toegestaan vanuit een duurzaamheidsprincipe. Gelet op de eenvormigheid echter wordt opgelegd om, in overeenstemming met het geldende rooilijndecreet, een totaalpakket van 14 cm te hanteren, inclusief afwerking, en dat ten allen tijde een vrije voetpadbreedte van minimaal 1,50 m dient over te blijven na opdikking. Gelet op de huidige breedte van het voetpad, dat nu reeds slechts 1,20 m breed blijkt te zijn, is bijkomende opdikking aan de zijde van de voorgevel dus uitgesloten. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook ongunstig.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 maart 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
12 april 2018 |
Opening openbaar onderzoek |
20 april 2018 |
Afsluiten openbaar onderzoek |
19 mei 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 juli 2018 |
Verslag GOA |
1 juni 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Openbaar onderzoek
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
20 april 2018 |
19 mei 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018025087 |
Gegevens van de aanvrager: |
Frank Honorine Thieleman met als adres Dorpsstraat 71 te 9130 Beveren |
Ligging van het project: |
Groot Hagelkruis 123 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35 sectie F nr. 749R |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag:
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist om de omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.