Terug

2018_CBS_05663 - Omgevingsvergunning. OMV_2018025087 - Groot Hagelkruis 123. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/07/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_05663 - Omgevingsvergunning. OMV_2018025087 - Groot Hagelkruis 123. District Ekeren - Goedkeuring 2018_CBS_05663 - Omgevingsvergunning. OMV_2018025087 - Groot Hagelkruis 123. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.

De aanvraag handelt over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, met een beperkte breedte van 4.34 m en een bouwdiepte van 11 m. Een openbaar onderzoek leverde geen bezwaren op. De gemeentelijk omgevingsambtenaar schrijft de afwijkingen ten opzichte van het Bijzonder Plan van Aanleg “BPA nr 1-3A Hagelkruis en omgeving” weg. . Zo blijkt het achterste deel van het gelijkvloers, het deel voorbij 13 m diepte, 40 cm hoger te zijn opgetekend dan de maximaal opgelegde 3 m. Gelet echter op het zeer beperkte verschil en het feit dat dergelijke bouwhoogte met de heden gehanteerde vrije plafondhoogtes een aanvaardbaar gabarit oplevert voor dit soort gebouwdelen, kan gefundeerd worden afgeweken voor dit deel van het gebouw.

Bijkomend blijkt de bouwhoogte van een deel van de badkamer op de eerste verdieping het in het Bijzonder Plan van Aanleg opgelegde schuine profiel achteraan te overschrijden. Ook ditis echter van beperkte aard daar waar bovendien algemeen het doorgaans gehanteerde gabarit kan aanvaard worden dat een volwaardige bouwdiepte van 13 m toelaat op de eerste verdieping. Indien met deze laatste richtlijn wordt rekening gehouden, dan valt de gehele uitbreiding op de eerste verdieping binnen acceptabele grenzen en kan ook hier gefundeerd worden afgeweken van het opgelegde gabarit.

De weigeringsgrond naar voorgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar stoelt voornamelijk op de tegensprekelijke behandeling van voor- en achterzijde van de woning waarbij aan de achterzijde 2 bouwlagen onder plat dak en 2 bouwlagen onder hellend dak worden gepresenteerd en aan de voorzijde 1 bouwlaag onder hellend dak. Deze vreemde vorm wordt bovendien benadrukt door het feit dat de woning aan één zijde vrij blijft door het ontbreken van bebouwing aan deze zijde (het vrijstaande inventarispand aan deze zijde verdraagt geen uitbreiding) en vermelde verschijningsvorm extra zichtbaar is aan deze kant.

Deze woning is gelegen in een straat gekenmerkt door een gedifferentieerde bebouwing de voorgestelde werken sluiten hierbij aan er kan bezwaarlijk van een harmonie in deze buurt gesproken worden. Gezien de beperkte breedte van de woning en de zeer kleine oppervlakte van gelijkvloers (+/- 47 m²), de inplanting van de ruimtes en de voordeur is de functionaliteit van de bestaande woning en de relatie met de tuin ondermaats. Door het gangetje naast de woning te benutten wordt de inkom naar achteren gebracht en kunnen kwalitatieve verblijfsruimtes voorzien worden die beantwoorden aan het hedendaagse wooncomfort en de relatie met de tuin optimaliseert. De bouwdiepte op het gelijkvloers sluit aan bij de bouwdiepte van de rechterbuur.

De nieuwe uitsprong aan de linkerzijde van de woning situeert zich op 3.84 m van de voorgevel, en volgt verder het gabarit van de rechterbuur tot een bouwdiepte van 15 m van de voorgevel. Het eerste verdiep wordt uitgebouwd tot 11.61 m en volgt ook hier het gabarit van de rechterbuur, de uitbouw blijft 2 m van de rechterbuur om zontoetreding daar te garanderen. De verbouwingen hebben geen invloed op het linker perceel.

De voorgestelde verbouwingswerken passen zich in, in de omgeving en zijn ruimtelijk aanvaardbaar.

Aangezien het gebruik van het voorgestelde materiaal niet als een precedent optreedt in deze buurt kan het gebruik ervan onderschreven worden.

De aanvraag beoogt eveneens het isoleren van de gevels, betreffende is uiteraard toegestaan vanuit een duurzaamheidsprincipe. Gelet op de eenvormigheid echter wordt opgelegd om, in

overeenstemming met het geldende rooilijndecreet, een totaalpakket van 14 cm te hanteren,inclusief afwerking en dat te allen tijde een vrije voetpadbreedte van minimaal 1,50 m dient over te blijven na opdikking, boordsteen niet inbegrepen.

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de grenzen van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-3A Hagelkruis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 mei 1993.

Volgens dit bijzonder plan van aanleg ligt het goed in een zone a voor woningen.

Bijzondere plannen van aanleg kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op de volgende punten:

  • Artikel 4 Hoofdgebouwen. Afmetingen van de gebouwen: a) maximum profiel: de hoogte van de achterbouw is hoger dan het maximaal toegelaten bouwvolume. De hoogte van de achterbouw bedraagt 3,40 meter terwijl de voorschriften een hoogte voorschrijven van 2,50 tot 3 meter. Bijkomend blijkt het achterste deel van de badkamer op de eerste verdieping hoger te zijn dan de schuine lijn die in het Bijzonder Plan van Aanleg wordt opgelegd als maximaal gabarit;
  • Artikel 5 Welstand van de gebouwen. B Gevels en muren. 3) gevelmaterialen: de voorgevel wordt bepleisterd in een witte kleur. In overeenstemming met artikel 3 gevelmaterialen mogen de gevels niet bepleisterd of geschilderd worden. De gevels dienen uitgevoerd te worden in rode gevelsteen.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    Het totale bouwgabarit van de woning, dat uitermate zichtbaar is aan de linkerzijde, stemt niet overeen met het gabarit dat wordt vooropgesteld door het Bijzonder Plan van Aanleg en dat door de meerderheid van de panden in het eigen straatbeeld wordt gehanteerd; in dat opzicht is de uitbreiding niet in harmonie met zijn omgeving.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt onder andere af ten opzichte van de voorschriften van het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg inzake bouwvolume. Zo blijkt het achterste deel van het gelijkvloers, het deel voorbij 13 m diepte, 40 cm hoger te zijn opgetekend dan de maximaal opgelegde 3 m. Gelet echter op het zeer beperkte verschil en het feit dat dergelijke bouwhoogte met de heden gehanteerde vrije plafondhoogtes een aanvaardbaar gabarit oplevert voor dit soort gebouwdelen, kan gefundeerd worden afgeweken voor dit deel van het gebouw.

Bijkomend blijkt de bouwhoogte van een deel van de badkamer op de eerste verdieping het in het Bijzonder Plan van Aanleg opgelegde schuine profiel achteraan te overschrijden. Ook dit is echter van beperkte aard daar waar bovendien algemeen het doorgaans gehanteerde gabarit kan aanvaard worden dat een volwaardige bouwdiepte van 13 m toelaat op de eerste verdieping. Indien met deze laatste richtlijn wordt rekening gehouden, dan valt de gehele uitbreiding op de eerste verdieping binnen acceptabele grenzen en kan ook hier gefundeerd worden afgeweken van het opgelegde gabarit.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag beoogt louter de verbouwing en uitbreiding van een bestaande eengezinswoning en gelet op de situering ervan in een zone voor woningen volgens het Bijzonder Plan van Aanleg is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag voorziet een aangepaste volumetrie dan in de bestaande toestand waarbij aan deze woning van één bouwlaag onder hellend dak voornamelijk aan de achterzijde uitbreidingen worden voorzien, waaronder ook op de eerste verdieping. Dit zorgt echter voor een vreemd, atypisch en inconsequent beeld van de totale woning waarbij aan de achterzijde gedeeltelijk sprake is van 2 lagen onder plat dak en gedeeltelijk 2 lagen onder hellend dak; daar waar er aan de voorzijde sprake blijft van 1 bouwlaag onder hellend dak. Dit tegensprekelijk uitzicht tussen voor- en achterzijde van de woning wordt bovendien extra geaccentueerd door het feit dat de woning, ook al betreft het rijbebouwing, aan de linkerzijde grenst aan een gedeeltelijk onbebouwd perceel waardoor betreffende uitermate zichtbaar is en vreemd voorkomt. Een stelselmatige en gelijke behandeling van voor- en achterzijde is dan ook wenselijker. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer ongunstig.

Visueel-vormelijke elementen

De geplande afwerking van het hellende dak is in overeenstemming met de voorschriften dienaangaande van het Bijzonder Plan van Aanleg. De gevelafwerking in witte pleister is dit echter niet; de voorschriften leggen hier het gebruik van rode baksteen op, dit om het homogene straatbeeld zo maximaal mogelijk te behouden. Vermeld materiaal druist dan ook zwaar in ten opzichte van deze voorschriften waardoor het advies voor dit deelaspect van de aanvraag ongunstig is.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag beoogt eveneens het isoleren van de gevels; betreffende is uiteraard toegestaan vanuit een duurzaamheidsprincipe. Gelet op de eenvormigheid echter wordt opgelegd om, in overeenstemming met het geldende rooilijndecreet, een totaalpakket van 14 cm te hanteren, inclusief afwerking, en dat ten allen tijde een vrije voetpadbreedte van minimaal 1,50 m dient over te blijven na opdikking. Gelet op de huidige breedte van het voetpad, dat nu reeds slechts 1,20 m breed blijkt te zijn, is bijkomende opdikking aan de zijde van de voorgevel dus uitgesloten. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook ongunstig.

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van:

  1. de tegensprekelijke behandeling van voor- en achterzijde van de woning waarbij aan de achterzijde 2 bouwlagen onder plat dak en 2 bouwlagen onder hellend dak worden gepresenteerd en aan de voorzijde 1 bouwlaag onder hellend dak. Deze vreemde vorm wordt bovendien benadrukt door het feit dat de woning aan één zijde vrij blijft door het ontbreken van bebouwing aan deze zijde (het vrijstaande inventarispand aan deze zijde verdraagt geen uitbreiding) en vermelde verschijningsvorm extra zichtbaar is aan deze kant;
  2. het niet in overeenstemming zijn met de voorschriften inzake materiaalgebruik;
  3. een opdikking van de voorgevel door middel van isolatie en afwerking daar waar de vrije voetpadbreedte hiervoor te beperkt is.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

13 maart 2018

Volledig- en ontvankelijk

12 april 2018

Opening openbaar onderzoek

20 april 2018

Afsluiten openbaar onderzoek

19 mei 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 juli 2018

Verslag GOA

1 juni 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Openbaar onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 april 2018

19 mei 2018

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer :

OMV_2018025087

Gegevens van de aanvrager:

Frank Honorine Thieleman met als adres Dorpsstraat 71 te 9130 Beveren

Ligging van het project:

Groot Hagelkruis 123 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 35 sectie F nr. 749R

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

Omschrijving aanvraag

 

Stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 21/06/1960: toelating (803#217) voor het plaatsen van een staand dakraam;
  • 25/06/1962: toelating (803#820) voor een achtergevelverandering.

Laatst vergunde toestand

  • het plaatsen van een dakkapel in het achterste dakvlak.

Bestaande toestand

  • de eengezinswoning heeft één bouwlaag onder zadeldak;
  • de woning heeft ook een zijgangetje zodat de tuin rechtsreeks vanop de straat bereikbaar is;
  • de woning heeft een beperkte breedte van 4,34 meter en een bouwdiepte van 11 meter.

Inhoud van de aanvraag:

  • verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;
  • de inkom wordt 4,68 meter naar achter gebracht, op de plaats van de doorgang links van de woning, en komt tot tegen de linker perceelsgrens;
  • achter de inkom komt een leefruimte over de gehele breedte van het perceel zodat de relatie met de tuin verhoogd wordt;
  • de bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt 15 meter en sluit aan bij de aanpalende woning rechts;
  • op de verdieping wordt achter het bestaande hoofdvolume een beperkt volume voor een badkamer bijgevoegd;
  • de totale bouwdiepte op de verdieping bedraagt 11,61 meter;
  • deze verbouwing volgt volledig het gabarit van de woning rechts;
  • de gevels van de woning worden geïsoleerd en bepleisterd in een witte kleur;
  • het hellende, deels beschadigde, dak van tuinhuis/berging wordt vervangen door een plat dak;
  • de bouwhoogte van de tuinberging bedraagt 2,32 meter.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist om de omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

    1. een vrije voetpadbreedte van minimaal 1,50 m dient over te blijven na opdikking, boordsteen niet inbegrepen, indien dit niet kan gegarandeerd worden kan deze opdikking niet gerealiseerd worden
    2. de isolatie plus afwerkingsmateriaal met een totale dikte van 14 centimeter ten opzichte van de rooilijn uit te voeren;
    3. de arrière-corps te behouden. De arrière-corps moet vrij blijven van materiaal en isolatie;
    4. een plint in natuursteen te voorzien;
    5. de vooruitstekende delen van de gevel (raamdorpels, kroonlijst, …) te behouden door deze te verplaatsen of te vervangen door een nieuw element met dezelfde hoogte en uitsteek ten opzichte van het gevelvlak zoals in de bestaande toestand;
    6. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
    7. armaturen, nutsvoorzieningen, …. na de werken terug te monteren;
    8. de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de constructie;
    9. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
    10. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.