Terug

2018_CBS_06182 - Omgevingsvergunning. OMV_2018012820 - Laar zn. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 06/07/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_06182 - Omgevingsvergunning. OMV_2018012820 - Laar zn. District Ekeren - Goedkeuring 2018_CBS_06182 - Omgevingsvergunning. OMV_2018012820 - Laar zn. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

DL adresbeheer (huisnummers)

23 maart 2018

24 maart 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt in de verkaveling EK/2013/V/0013, goedgekeurd op 11 oktober 2013, meer bepaald in lot(en) 1. 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:

  • artikel 2.1.D. Verschijningsvorm:
    de dakvorm is vrij te kiezen op de volumes tot 9 meter. Buiten deze 9 meter, op de gelijkvloerse uitbouwen alsook op de eerste verdieping, worden de volumes afgewerkt met een plat dak. Er wordt hier echter een hellend dak voorzien.
  • artikel 3.2. Verhardingen:
    de oppervlakte van de terrassen wordt beperkt tot 40 m²; hier heeft het terras echter een oppervlakte van 47 m².
     

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag. 

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag. 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.

De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.

De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 § 1 Tuinafsluitingen:
    de voortuin moet afgesloten worden; er is echter geen afsluiting voorzien.
  • artikel 27 § 4 Open ruimte:
    de voortuin dient vrij te zijn van verhardingen. Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden. In de voortuin is er een verharding van 30 m² dewelke niet het  toegangspad betreft.
     

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’.

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag vertoont een afwijking inzake het te bouwen volume en de verschijningsvorm van het gebouw. Zo voorziet het achterste deel, dat volgens de voorschriften slechts over een plat dak hoort te beschikken, een hellend dak dat inloeft in het dak van het hoofdgebouw. Bijgevolg valt dit gebouwdeel ook hoger uit dan voorzien.

Gelet echter op de beperkte afwijking, het feit dat dit extra hellende dak voor een consequente behandeling van alle dakvolumes zorgt en dat dergelijke daktypologie veelvuldig voorkomt in deze omgeving, kan gefundeerd worden afgeweken van dit artikel uit de verkaveling en wordt geadviseerd dit te bekrachtigen. 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voor het bouwen van een eengezinswoning is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling. Gelet hierop is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

Voor projecten tot 5 wooneenheden is de verhouding 1 stalplaats per woning. Gelet op het feit dat het hier één eengezinswoning betreft is de parkeerbehoefte dus 1.

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit aantal is toereikend.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Uitgezonderd het dak van het achterste deel van de woning is de aanvraag geheel in overeenstemming met de voorschriften inzake bouwvolume van de van kracht zijnde verkaveling. De volumevergroting achteraan is echter beperkt en past zich qua typologie geheel aan aan de resterende delen van het gebouw en aan de bebouwing in de omgeving. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg gunstig. 

Visueel-vormelijke elementen

De combinatie van lichtgekleurde baksteen, houten schrijnwerk, donkere dakpannen en riet is in overeenstemming met de materiaalvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is dan ook eenduidig gunstig. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. de verharding van het terras achteraan dient beperkt te worden tot een maximale oppervlakte van 40 m²;
  2. de voortuin dient afgesloten te worden in overeenstemming met artikel 19 van de bouwcode;
  3. de waterdoorlatende grind verharding van 30 m² in de voortuin mag niet voorzien worden – deze zone dient groen aangelegd te worden;
  4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 februari 2018

Volledig- en ontvankelijk

22 maart 2018

Start 1e openbaar onderzoek

29 maart 2018

Einde 1e openbaar onderzoek

27 april 2018

Start 2e openbaar onderzoek

10 mei 2018

Einde 2e openbaar onderzoek

8 juni 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 september 2018

Verslag GOA

26 juni 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken. 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

29 maart 2018

27 april 2018

0

0

0

1

10 mei 2018

8 juni 2018

0

0

0

0

Bespreking van de bezwaren 

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag die nog relevant zijn, worden hier ook besproken. 

Er werd binnen de looptijd van het openbaar onderzoek één bezwaarschrift ingediend, dat handelt over de volgende bezwaren:

1. De moeilijke contacten met de aanpalenden: er waren in het recente verleden reeds enkele conflicten, voornamelijk aangaande het plaatsen van een tuinafsluiting.

Beoordeling:

Het vernoemde betreft een burgerrechtelijke aangelegenheid die niet onderhevig is aan een stedenbouwkundige beoordeling. Het bezwaar is ongegrond. 

2. De te uitgesproken bouwhoogte: in tegenstelling tot het vooraf besproken voorstel waarbij slechts een gelijkvloers onder plat dak zou voorzien worden daar waar nu een voorstel op tafel ligt met 2 bouwlagen onder hellend dak en dus een totale hoogte van 9 meter. Op het aangrenzende perceel werd destijds een project met een gelijkaardige hoogte geweigerd;

Beoordeling:

Gelet op het feit dat betreffend lot gelegen is binnen een verkaveling met specifieke bouwvoorschriften qua bouwhoogte en –diepte zijn de projecten op de aangrenzende percelen geen referentie. Het voorstel voegt zich wat de bouwhoogte en typologie van het hoofdgebouw betreft geheel in de geldende voorschriften. Het bezwaar is ongegrond. 

3. Het feit dat zonder overleg tot op de perceelgrens kan gebouwd worden: hiervoor diende bij het buurpand destijds voorafgaandelijk een schriftelijk akkoord met de buur te worden voorgelegd;

Beoordeling:

Een dergelijke procedure is heden ten dage niet verplicht aangezien in de aanvraagprocedure opgenomen is dat de aanpalenden dienen te worden bevraagd, hetgeen in deze gebeurd is, gelet op het ingediende bezwaarschrift. De wettelijk vastgelegde procedure werd in deze gevolgd.

Het bezwaar is ongegrond. 

4. Tegensprekelijke informatie op de plannen: de buurwoning staat in de huidige toestand hoger ten opzichte van de straat dan op de plannen aangeduid. Dit zou als gevolg hebben dat de twee naast elkaar gelegen opritten niet op hetzelfde niveau komen te liggen.

Beoordeling:

Er kan aan de hand van de aangeleverde tekeningen en foto’s niet eenduidig besloten worden dat de informatie foutief zou zijn. Een eventueel pasverschil tussen de twee aanpalende inritten is trouwens ook aanvaardbaar. Het bezwaar is ongegrond.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018012820

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Anouk Ida Van de Cruys met als adres Thibautstraat 54 te 2100 Deurne en de heer Jay  Van den Bosch met als adres Thibautstraat 54C te 2100 Deurne ( Antwerpen )

Ligging van het project:

Laar zn te 2180 Ekeren. ( Antwerpen )

Kadastrale gegevens:

afdeling 34 sectie E nr. 185X

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning op lot 1 van verkaveling 201370

Omschrijving aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 11/10/2013: verkavelingsvergunning. 

Laatst vergunde toestand

  • niet van toepassing. 

Bestaande toestand

  • braakliggend terrein. 

Inhoud van de aanvraag:

  • bouwen van een eengezinswoning met twee bouwlagen en een zolder onder hellend dak;
  • gelijkvloers met keuken, eetruimte, zitruimte, bureel, berging en garage;
  • eerste verdieping met 3 slaapkamers, 2 badkamers, dressing en wasplaats;
  • kroonlijsthoogte van 6,40 meter en nokhoogte van 9,42 meter.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

  • de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
  • het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  • de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
  • de verharding van het terras achteraan dient beperkt te worden tot een maximale oppervlakte van 40 m²;
  • de voortuin dient afgesloten te worden in overeenstemming met artikel 19 van de bouwcode;
  • de waterdoorlatende grind verharding van 30 m² in de voortuin mag niet voorzien worden – deze zone dient groen aangelegd te worden;
  • na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.