Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie |
22 mei 2018 |
15 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
22 mei 2018 |
5 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
22 mei 2018 |
1 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
22 mei 2018 |
15 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Binnenstad", goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verbouw en uitbreiden van een kantoorgebouw door de middenzone met 1 verdieping dicht te bouwen. Vooraan wordt er een logo geplaatst. Dit project past in de visie van de beleidsnota kantoren rond het renoveren van bestaande kantoren en rond het verweven van vergunde kantoren in woongebied.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van de kantoren. Er wordt een tussenverdiep toegevoegd van +- 85m² 85m² kantoren met parkeernorm 1.1/100m² à 85m² x 1.1/100m² = 0.94 à 1 De werkelijke parkeerbehoefte van de uitbreiding is 1 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Er wordt geen extra parking ingetekend op de plannen, hoewel er duidelijk plaats is voor een extra parking. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Het magazijn op het gelijkvloers is voldoende groot om nog een extra parking, buiten de bestaande parkings, te voorzien. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de uitbreiding van het kantoor met 85m² moet 1 fietsenstalling voorzien worden. (85m² x 1.25/100m² = 1.06 à 1). De magazijnruimte op het gelijkvloers is groot genoeg om minstens 1 fietsparkeerplaats te voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De open middenzone op de eerste verdieping wordt dichtgebouwd om een nieuwe vergaderzaal te voorzien. De scheidingsmuur aan de rechterzijde wordt opgehoogd om deze middenzone te kunnen dichtbouwen. Inzake schaal en ruimtegebruik is het voorzien van een nieuwe vergaderzaal toelaatbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wijzigt door de ramen en inkomdeur te voorzien van zwart buitenschrijnwerk in aluminium. De borstwering van de ramen wordt uitgevoerd in donkerkleurige composietsteen (dekton). Boven de toegangsdeur wordt een logo in losse letters geplaatst met het opschrift ‘MRFG’. Het logo is visueel niet storend en voldoet aan de geldende regelgeving (artikel 33). De nieuwe gevels van de achtergevel worden bepleisterd en voorzien van vast raamwerk in aluminium. De ramen op de 2de en 3de verdieping worden uitgevoerd in zwart aluminium buitenschrijnwerk. De toegepaste materialen zijn aanvaardbaar en veroorzaken geen storende effecten.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in woongebied met culturele, historische en/ of esthetische waarde. Advies werd gevraagd aan onroerend erfgoed. Het advies luidt als volgt: “De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Aan de beschrijvende nota werd geen cultuurhistorische motiveringsnota toegevoegd. De aanvraag voldoet niet aan artikel 5§2.
Vanuit oogpunt monumentenzorg geen bezwaar. De ingrepen doen geen afbreuk aan de beperkte erfgoedwaarde van het pand en aan de che-waarde van de omliggende bebouwing.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bureauruimten worden gezien als verblijfsruimten aangezien werknemers een volledige werkdag in de ruimte werken en dus verblijven. Bureauruimten dienen te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode. Door het dichtbouwen van de midden zone tussen de voor en achterbouw voldoet de bureauruimte achteraan op de 1ste verdieping, dat in de laatst vergunde toestand (27/06/1969) ingevuld was als archief en refter, niet aan artikel 24 van de bouwcode. Deze ruimte wordt niet meer voorzien van rechtstreeks licht en lucht. De vier nieuwe dakkoepels geven onvoldoende kwaliteit en kunnen door het ontbreken van rechtstreeks daglicht van verticale of schuine openingen niet in rekening worden genomen in de daglichtberekening. Concreet betekent dit dat door het dichtbouwen van de open midden zone de bureauruimte achteraan op de eerste verdieping onvoldoende natuurlijk daglicht ontvangt. Bovenstaande redenering geld ook voor de kantoren in de voorbouw. Dichtbouwen van de midden zone heeft als gevolg dat de kantoren in de voorbouw niet worden voorzien van rechtstreeks licht en lucht toetreding.
Om bovenstaande redenen wordt geen vergunning verleend voor het dichtbouwen van de midden zone tussen de voor- en achterbouw zoals in rood aangeduid op de plannen.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Uitsluitingen
Het dichtbouwen van de midden zone tussen de voor en achterbouw zoals in rood aangeduid op de plannen.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
17 april 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
15 juli 2018 |
Verslag GOA |
28 juni 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018046190 |
Gegevens van de aanvrager: |
VLIMMO met als adres Bellevuedreef 11A te 2970 Schilde |
Ligging van het project: |
Generaal Belliardstraat 23 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 2 sectie B nr. 163F |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden en verbouwen van een kantoorgebouw |
Omschrijving aanvraag
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Uitsluitingen
Het dichtbouwen van de midden zone tussen de voor en achterbouw zoals in rood aangeduid op de plannen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.