Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1° de gemeentelijke projecten;
2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of de deputatie bevoegd is.
Voorafgaand aan de beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014, meermaals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten bepalen dat niemand zonder voorafgaande omgevingsvergunning een project dat onderworpen is aan vergunningsplicht mag uitvoeren, exploiteren, verkavelen of veranderen.
Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij het college, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Aanvrager: Onderwijsinrichtingen Zusters der Christelijke Scholen Zuid-Antwerpen vzw, Gemeenteplein 8 te 2550 Kontich. De aanvraag omvat het slopen van bestaande schoolgebouwen en het bouwen van nieuwe met heraanleg van het schoolterrein.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden na te leven:
Stedenbouwkundige voorwaarden:
1. Er dient een afgescheiden afvalberging van minimaal 4 m² groot voorzien;
2. De nieuwe platte daken dienen als groen dak te worden uitgevoerd;
3. Aan de toog tussen de keuken en de refter en aan de balie in het bureau TAC dient een verlaagde zone voorzien te worden conform artikel 28 van de verordening toegankelijkheid.
4. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
5. Er dient een indoordekking voorzien te worden conform het extern advies van ASTRIDveiligheidscommissie;
6. De fietsenstalling dient zo ingericht te worden dat er op een comfortabele manier 322
fietsstalplaatsen voorzien kunnen worden. Dit kan door het voorzien van zowel
hangfietsplaatsen als staanplaatsen;
7. De hekwerken ter hoogte van de grote fietsenstalling en de sporthal dienen als schuifpoort te worden uitgevoerd zodoende dat deze een geheel vormen met de wanden ter afsluiting van de fietsenbergingen langs beide kanten van het sportveld. Zie rode aanduiding op het inplantingsplan.
8. Voor de omheining op het hoekpunt van gebouw Q1 en Q3 dient gezocht te worden naar een verdiepingshoge rolpoort of inklapbare poort om de maximale hindervrije doorwaardbaarheid van de buitenruimtes te garanderen. Zie rode aanduiding op het inplantingsplan.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 28 september 2018 voor onbepaalde duur.
Het college beslist de plannen, bijgevoegd bij dit besluit, goed te keuren.