Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
22 juni 2018 |
3 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt van RUP 2060:
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggend ontwerp is niet in overeenstemming met artikel 1.2.1 van het geldende RUP 2060. Volgens het artikel geldt er een minimale en maximale bouwdiepte. De minimale bouwdiepte is 8m. De maximale bouwdiepte is afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5m afstand van de achterste perceelsgrens. Aangezien de voorliggende aanvraag tot op de achterste perceelsgrens bouwt is de aanvraag niet in overeenstemming. Echter, door de vorm van het perceel (L-vorm) en door een het voorzien van een kwalitatieve patio en achtertuin die samen een percentage van ongeveer 44% van het perceel bedragen, kan er geconcludeerd worden dat er meer dan voldoende open ruimte aanwezig is en dat de woonkwaliteit niet in het gedrang komt. Bovendien veroorzaakt de gelijkvloerse uitbreiding geen noemenswaardige storende effecten voor de omgeving. Een afwijking op artikel 1.2.1 dat stelt dat op 5m afstand van de achterste perceelsgrens niet gebouwd mag worden kan worden bekomen wegens de kwalitatieve input van de aanvraag.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning met een uitbreiding achteraan op het gelijkvloers tot op de achterste perceelsgrens. Een patio wordt in het midden toegevoegd. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Pollepelstraat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De gelijkvloerse uitbreiding (zie ook ‘beoordeling afwijkingen van de voorschriften) veroorzaakt vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen overlast aangezien de hoogte beperkt blijft (2,98m). Het verplichte percentage open ruimte wordt overstegen. Op de eerste verdieping wordt de badkamer achteraan, met een bouwdiepte van 4,22 m en een eigenlijke bouwhoogte van 2,80 m, gesloopt, waardoor zuidelijk en westelijk zonlicht terug tot bij woning nr. 10 en nr. 228 kan vallen.
De lange van Bloerstraat nr 51 heeft voor akkoord getekend voor de scheidingsmuurwijziging achteraan het perceel.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel van de aanvraag wijzigt niet. Het straatbeeld wordt niet aangetast. De achtergevel wordt uitgevoerd in een gladde lichtgrijze gevelpleister met lichtgrijs geschilderd buitenschrijnwerk en een fijne aluminium structuur ter begeleiding van begroeiing op de achtergevel. De toegepaste materialen zijn neutraal en aanvaardbaar. Er worden geen storende effecten verwacht inzake visuele en vormelijke elementen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het voorzien van een patio brengt natuurlijk licht tot in het midden van de woning en zorgt deze voor een koelend effect in de zomer. Bovendien maakt de patio het mogelijk om op groen te kijken vanuit verschillende invalshoeken, wat de woonkwaliteit ten goede komt. Tegenover de bestaande toestand wordt de tuin minder verhard, waardoor water kan infiltreren en krijgt de tuin een kwalitatieve invulling. Het voorzien van een draagstructuur ter begeleiding van opgaande groenstructuren kan enkel maar positief worden geadviseerd in een stedelijke omgeving. De leefruimte wordt doorgetrokken naar boven toe door een extra leefruimte te voorzien met aanliggende studeerruimte die zicht heeft op een groendak en de patio. De gelijkvloerse uitbreiding veroorzaakt inzake privacy en lichtinval geen storende factoren voor de omwonenden.
Wegens het rooien van een boom om zo de gelijkvloerse uitbreiding te kunnen realiseren werd advies gevraagd aan groen en begraafplaatsen. Het advies luidt als volgt: ‘Wat in het dossier wordt omschreven als een boom, blijkt een grote struik seringen te zijn. Enerzijds beschouwen we dit niet als een boom en anderzijds valt hij binnen de zone van 15m tegen over van een vergund gebouw, waardoor er geen vergunning nodig is.’ Het rooien van de ‘boom’ is bijgevolg aanvaardbaar.
Volgens de plannen wordt het nieuwe volume op het gelijkvloers opgetrokken uit een houten structuur met multiplex beplating, tussen de bestaande bakstenen muren in. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Volgens het artikel dienen scheidingsmuren een brandweerstand te hebben van Rf 2 uur. Inzake veiligheid kan er niet worden afgeweken van de strijdigheid. In voorwaarde wordt opgenomen om de scheidingsmuur uit te voeren conform artikel 34 van de bouwcode.
De bestaande slaapkamer op de bovenste bouwlaag wordt gesplitst in twee slaapkamer door een interne muur toe te voegen. Daardoor verminderd de hoeveelheid daglicht in beide slaapkamers waardoor de woonkwaliteit verminderd. De drie bestaande dakramen zijn kleiner dan 1m², waardoor ze strijdig zijn met artikel 24 dat stelt dat elke verblijfsruimte openingen dient te hebben met een minimum van 1m² lichtdoorlatende oppervlakte per opening en minimaal 10% van de nette-vloeroppervlakte. Door de drie dakramen te vergroten naar minimaal 1m² wordt voldaan aan artikel 24 en wordt de woon- en verblijfskwaliteit gegarandeerd. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
24 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
22 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
28 juni 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
27 juli 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
5 oktober 2018 |
Verslag GOA |
18 september 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
28 juni 2018 |
27 juli 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018060276 |
Gegevens van de aanvrager: |
mevrouw Elisabeth Lecok met als adres Turnhoutsebaan 258 bus 5 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) en de heer Maarten Quanten met als adres Turnhoutsebaan 258 bus 5 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Pollepelstraat 12 te 2060 Antwerpen (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nr. 704Y4 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.