Terug

2018_CBS_08563 - Omgevingsvergunning - OMV_2018060276. Pollepelstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 28/09/2018 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Marc Van Peel, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_08563 - Omgevingsvergunning - OMV_2018060276. Pollepelstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_08563 - Omgevingsvergunning - OMV_2018060276. Pollepelstraat 12. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Adviezen

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

22 juni 2018

3 juli 2018


Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

         De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt van RUP 2060:

  • 1.2.1 Bouwdiepte: de maximale bouwdiepte is afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5 meter afstand van de achterste perceelsgrens. Deze 5 meter wordt gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone. Het nieuwe volume wordt tot tegen de achtergrens gebouwd.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt(en):
    • Artikel 17: Behoud en heraanplanting: in het groene binnengebied wordt een volwassen boom gekapt;
    • Artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: de slaapkamers onder het schuine dak hebben een lichtdoorlatende oppervlakte van minder dan 10%  van de netto-vloeroppervlakte van de ruimte;
    • Artikel 27: Open ruimte: de achtertuin wordt op de patio na tot tegen de perceelgrens met de achterburen bebouwd;
    • Artikel 34: Stabiliteit en scheidingsmuren: het nieuwe volume wordt tussen de bestaande bakstenen (tuin)muren opgetrokken uit multiplex.
    • Raamprostitutie: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ‘Raamprostitutie’ (verder genoemd verordening raamprostitutie), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 21 september 2009 en goedgekeurd bij besluit van 17 december 2009.
      De verordening raamprostitutie is niet van toepassing op de aanvraag.

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt

geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
    Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voorliggend ontwerp is niet in overeenstemming met artikel 1.2.1 van het geldende RUP 2060. Volgens het artikel geldt er een minimale en maximale bouwdiepte. De minimale bouwdiepte is 8m. De maximale bouwdiepte is afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5m afstand van de achterste perceelsgrens. Aangezien de voorliggende aanvraag tot op de achterste perceelsgrens bouwt is de aanvraag niet in overeenstemming. Echter, door de vorm van het perceel (L-vorm) en door een het voorzien van een kwalitatieve patio en achtertuin die samen een percentage van ongeveer 44% van het perceel bedragen, kan er geconcludeerd worden dat er meer dan voldoende open ruimte aanwezig is en dat de woonkwaliteit niet in het gedrang komt. Bovendien veroorzaakt de gelijkvloerse uitbreiding geen noemenswaardige storende effecten voor de omgeving. Een afwijking op artikel 1.2.1 dat stelt dat op 5m afstand van de achterste perceelsgrens niet gebouwd mag worden kan worden bekomen wegens de kwalitatieve input van de aanvraag.

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning met een uitbreiding achteraan op het gelijkvloers tot op de achterste perceelsgrens. Een patio wordt in het midden toegevoegd. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Pollepelstraat.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De gelijkvloerse uitbreiding (zie ook ‘beoordeling afwijkingen van de voorschriften) veroorzaakt vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen overlast aangezien de hoogte beperkt blijft (2,98m). Het verplichte percentage open ruimte wordt overstegen. Op de eerste verdieping wordt de badkamer achteraan, met een bouwdiepte van 4,22 m en een eigenlijke bouwhoogte van 2,80 m, gesloopt, waardoor zuidelijk en westelijk zonlicht terug tot bij woning nr. 10 en nr. 228 kan vallen.

De lange van Bloerstraat nr 51 heeft voor akkoord getekend voor de scheidingsmuurwijziging achteraan het perceel.

Visueel-vormelijke elementen

De voorgevel van de aanvraag wijzigt niet. Het straatbeeld wordt niet aangetast. De achtergevel wordt uitgevoerd in een gladde lichtgrijze gevelpleister met lichtgrijs geschilderd buitenschrijnwerk en een fijne aluminium structuur ter begeleiding van begroeiing op de achtergevel. De toegepaste materialen zijn neutraal en aanvaardbaar. Er worden geen storende effecten verwacht inzake visuele en vormelijke elementen.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het voorzien van een patio brengt natuurlijk licht tot in het midden van de woning en zorgt deze voor een koelend effect in de zomer. Bovendien maakt de patio het mogelijk om op groen te kijken vanuit verschillende invalshoeken, wat de woonkwaliteit ten goede komt. Tegenover de bestaande toestand wordt de tuin minder verhard, waardoor water kan infiltreren en krijgt de tuin een kwalitatieve invulling. Het voorzien van een draagstructuur ter begeleiding van opgaande groenstructuren kan enkel maar positief worden geadviseerd in een stedelijke omgeving. De leefruimte wordt doorgetrokken naar boven toe door een extra leefruimte te voorzien met aanliggende studeerruimte die zicht heeft op een groendak en de patio. De gelijkvloerse uitbreiding veroorzaakt inzake privacy en lichtinval geen storende factoren voor de omwonenden.

Wegens het rooien van een boom om zo de gelijkvloerse uitbreiding te kunnen realiseren werd advies gevraagd aan groen en begraafplaatsen. Het advies luidt als volgt: ‘Wat in het dossier wordt omschreven als een boom, blijkt een grote struik seringen te zijn. Enerzijds beschouwen we dit niet als een boom en anderzijds valt hij binnen de zone van 15m tegen over van een vergund gebouw, waardoor er geen vergunning nodig is.’ Het rooien van de ‘boom’ is bijgevolg aanvaardbaar.

Volgens de plannen wordt het nieuwe volume op het gelijkvloers opgetrokken uit een houten structuur met multiplex beplating, tussen de bestaande bakstenen muren in. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Volgens het artikel dienen scheidingsmuren een brandweerstand te hebben van Rf 2 uur. Inzake veiligheid kan er niet worden afgeweken van de strijdigheid. In voorwaarde wordt opgenomen om de scheidingsmuur uit te voeren conform artikel 34 van de bouwcode.

De bestaande slaapkamer op de bovenste bouwlaag wordt gesplitst in twee slaapkamer door een interne muur toe te voegen. Daardoor verminderd de hoeveelheid daglicht in beide slaapkamers waardoor de woonkwaliteit verminderd. De drie bestaande dakramen zijn kleiner dan 1m², waardoor ze strijdig zijn met artikel 24 dat stelt dat elke verblijfsruimte openingen dient te hebben met een minimum van 1m² lichtdoorlatende oppervlakte per opening en minimaal 10% van de nette-vloeroppervlakte. Door de drie dakramen te vergroten naar minimaal 1m² wordt voldaan aan artikel 24 en wordt de woon- en verblijfskwaliteit gegarandeerd. Dit wordt in voorwaarde opgenomen.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  1. de drie dakramen vergroten naar minimaal 1m² lichtdoorlatende oppervlakte per dakraam, conform artikel 24 van de bouwcode;
  2. de scheidingsmuur van de nieuwe uitbreiding op het gelijkvloers uit te voeren conform artikel 34 van de bouwcode;
  3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

24 mei 2018

Volledig- en ontvankelijk

22 juni 2018

Start openbaar onderzoek

28 juni 2018

Einde openbaar onderzoek

27 juli 2018

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

5 oktober 2018

Verslag GOA

18 september 2018

naam GOA

Wim Van Roosendael

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 juni 2018

27 juli 2018

0

0

0

0

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Projectnummer :

OMV_2018060276

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Elisabeth Lecok met als adres Turnhoutsebaan 258 bus 5 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) en de heer Maarten Quanten met als adres Turnhoutsebaan 258 bus 5 te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Ligging van het project:

Pollepelstraat 12 te 2060 Antwerpen (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 5 sectie E nr. 704Y4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning


Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

  • 29/03/1895: vergunning ( 1895#244) voor keuken met verdieping;
  • 26/03/1931: vergunning (1931#38880) voor gevelveranderingen;
  • 9/09/1938: vergunning (18#11064) voor binnenveranderingen;
  • 21/10/1938: vergunning (18#11269) voor septisch stelstel.

Laatst vergunde toestand

  • De laatst vergunde toestand is gelijk aan de bestaande toestand.

Bestaande toestand

  • het pand heeft 3 bouwlagen onder een schuin, betonnen pannendak;
  • de voorgevel is afgewerkt met een witte pleisterlaag en heeft houten schrijnwerk;
  • achteraan rechts is er een entresol van 2 bouwlagen hoog;
  • het perceel maakt achteraan rechts een zijsprong naar een onbebouwd stuk tuinzone van 7,33 bij 4,71 meter;
  • de bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 8,11 meter;
  • van de voorgevellijn tot aan de parallelle tuinmuur bedraagt de diepte van het perceel 15,58 meter.

Inhoud van de aanvraag

  • het betreft de verbouwing van een eengezinswoning;
  • de entresol wordt afgebroken;
  • achter het hoofdvolume wordt een gelijkvloerse uitbreiding opgetrokken tot tegen de achterste tuinmuur met een patio links in het midden;
  • de boom, die in de doorgang naar de zijtuin staat, wordt gekapt;
  • de bestaande raamopeningen van de hoofdbouw blijven op dezelfde plaats op de verdiepingen;
  • de achtergevel wordt afgewerkt in een lichtgrijze gladde pleister en heeft lichtgrijs geschilderd houten schrijnwerk;
  • van aan het dak van het gelijkvloerse volume tot halverwege de 2de bouwlaag wordt een dunne aluminium structuur geplaatst ter begeleiding van de opgaande begroeiing tegen de gevel.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
  2. de drie dakramen vergroten naar minimaal 1m² lichtdoorlatende oppervlakte per dakraam, conform artikel 24 van de bouwcode;
  3. de scheidingsmuur van de nieuwe uitbreiding op het gelijkvloers uit te voeren conform artikel 34 van de bouwcode;
  4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.