Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
20 augustus 2018 |
24 augustus 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
20 augustus 2018 |
29 augustus 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
20 augustus 2018 |
20 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het omvormen van een gelijkvloerse winkelruimte in een meergezinswoning met drie woongelegenheden, naar een bijkomend appartement. De woonfunctie blijft dus behouden, maar vermeerdert naar vier woongelegenheden. Op een niet-strategische locatie, zoals dit pand, is het behoud van een commerciële functie niet noodzakelijk. Omvorming naar woonruimte wordt op deze locaties gunstig beoordeeld, mits voldoende woonkwaliteit kan worden voorzien.
Het pand is in harmonie met de kenmerkende functies in de Gitschotellei.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 1. |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. De vergunde winkelruimte heeft echter een zodanig kleine oppervlakte dat deze geen parkeerbehoefte genereerde. Bijgevolg kan geen parkeerbehoefte in mindering gebracht worden. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Voor deze functiewijziging dienen 2 afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden, deze werden op de plannen niet ingetekend.
Rekening houdend met de aangevraagde bestaande toestand kan de voorwaarde om 2 fietsstalplaatsen te voorzien alleen gerealiseerd worden indien de inkomhal verbreed wordt, zodat de toegang tot de kelder verzekerd blijft. De interne indeling van het gelijkvloers dient dus herbekeken te worden. Ook omwille van deze reden wordt de aanvraag geweigerd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De functiewijziging beperkt zich binnen het bestaande en vergunde volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels blijven ongewijzigd en zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Op zich is het een goede zaak dat de leefruimte aan de voorgevel op het gelijkvloers wordt gepositioneerd, dit zorgt ervoor dat de meergezinswoning een levendige plint heeft die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te wandelen. In huidige aanvraag blijft de oorspronkelijke winkelpui en inkompartij in functie van de winkelruimte echter bewaard. Hierdoor geeft het appartement, zonder buffer door middel van een (inkom)hal, rechtstreeks uit op de straat en is de inkijk in het appartement vanop het voetpad te groot. Deze problematiek zou opgelost kunnen worden indien de gevelopening van de vitrine zou worden opgehoogd en eventueel verkleind en de inkomdeur naar voor zou worden verschoven tot in het gevelvlak. Daarnaast is er te weinig lichtinval in de slaapkamer achteraan en is er geen contact tussen de leefruimtes en de bestaande koer. Indien het oorspronkelijke raam in de achtergevel weer zou worden opengemaakt tot op het vloerniveau, zou dit verholpen kunnen worden.
Het behoud van de bestaande toestand zonder verdere aanpassingen aan de gevels en een herindeling van het gelijkvloers zorgt voor onvoldoende woonkwaliteit en hinder op vlak van privacy en veiligheid voor de gelijkvloerse woongelegenheid. De aanvraag wordt dan ook geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van strijdigheden met de bouwcode op vlak van woonkwaliteit:
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
20 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
19 oktober 2018 |
Verslag GOA |
18 september 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018093367 |
Gegevens van de aanvrager: |
Wim Geerts namens mevrouw Anita Nooyens met als adres Elzenberg 1 te 2330 Merksplas |
Ligging van het project: |
Gitschotellei 105 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 22 sectie A nr. 39T |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van het omvormen van een winkelruimte tot een wooneenheid |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/09/1973: vergunning (197317908) voor gevel- en binnenverbouwingen;
- 20/08/2003: vergunning (20032355) voor het wijzigen van de gevel;
- 14/03/2018: proces verbaal (11002_2018_6069_VPV) voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden en hoofdfunctiewijziging zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning van het college van burgemeester en schepenen.
Laatst vergunde toestand
- de vergunning uit 2003 is nooit uitgevoerd en bijgevolg vervallen;
- het pand bestaat uit vier bouwlagen onder een plat dak;
- het gebouw is ingericht als meergezinswoning met drie appartementen en een winkelruimte op de benedenverdieping;
- de voorgevel heeft op het gelijkvloers een vitrine;
- achteraan het perceel is een kleine koer.
Bestaande toestand
- op de benedenverdieping is de winkelruimte omgevormd tot wooneenheid;
- deze wooneenheid heeft een oppervlakte van circa 42,20 m².
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de winkelruimte naar appartement;
- de ruimte op de benedenverdieping wordt ingedeeld met een leefruimte aan de straatzijde en een slaapkamer aan de achterzijde;
- achteraan rechts wordt een keuken met daarachter een badkamer ingericht;
- de koer is toegankelijk vanuit de badkamer;
- er worden geen constructieve werken uitgevoerd;
- de voorgevel blijft ongewijzigd.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.