Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018076565 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Werner De Bondt met als adres Van Putlei 66 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Van Putlei 66 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 10 sectie K nr. 1908N2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
vervangen van het buitenschrijnwerk |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
de wijziging van het buitenschrijnwerk werd uitgesloten van vergunning.
Laatst vergunde - bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.
De aanvraag handelt over het vervangen van het bestaande witte buitenschrijnwerk door zwarte aluminium met heldere beglazing. In zitting van 9 februari 2018 heeft het college van burgemeester en schepenen een soortelijke aanvraag goedgekeurd mits uitsluiting van de vervanging van het buitenschrijnwerk dit op advies van de dienst monumentenzorg en dit bij gebrek aan kleinhoutverdeling. De woning is vastgesteld als een burgerhuis in cottagestijl waarbij het buitenschrijnwerk met kleinhoutverdeling een essentieel onderdeel is. Verder gaf de dienst monumentenzorg aan dat voor het buitenschrijnwerk van de voor- en zijgevel een nieuwe aanvraag diende ingediend te worden, deze aanvraag ligt nu voor. De kleinhoutverdeling wordt hierin toegepast, de aanvrager heeft de aanbeveling van de dienst monumentenzorg opgevolgd. De woning is gekoppeld aan woning # 68 in halfopen bebouwing volgens spiegelbeeldschema, door gebruik van donkere materialen met kleinhoutverdeling zullen beide gevels meer aansluiting bij elkaar vinden, de samenhang tussen beide woningen wordt bevorderd. De keuze van het type kleinhout, geprofileerd in plaats van recht sluit aan bij de vorm van het kleinhout dat voorkomt in # 68. Op deze wijze beantwoordt de aanvraag aan artikel 5 van de bouwcode – “Cultuurhistorisch erfgoed” – het buitenschrijnwerk van het historische ensemble wordt in overeenstemming gebracht.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
28 juni 2018 |
4 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De Van Putlei wordt gekenmerkt door eengezinswoningen in halfopen en gekoppelde bebouwing omgeven door grote, groene tuinen. De functie van de bestaande, vergunde eengezinswoning wijzigt niet en is inpasbaar in de residentiële omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken hebben geen invloed op het ruimtegebruik.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
In de recent verleende vergunning (college 09/02/2018 met dossiernummer 20173046) werd de wijziging van het vervangen van het houten schrijnwerk door nieuwe exemplaren in aluminium uitgesloten van vergunning naar aanleiding van een ongunstig advies van de stedelijke dienst monumentenzorg. Als voorwaarde bij de vergunning werd opgelegd het schijnwerk in voor - en zijgevel te behouden.
Voorliggende aanvraag beoogt wederom een aanpassing van het schrijnwerk van hout naar zwart aluminium. Gezien de opname van het pand in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, werd wederom het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“ De geplande werken hebben betrekking op een half open bebouwing in de Van Putlei. Dit pand werd vastgesteld als bouwkundig erfgoed als deel van gekoppelde burgerhuizen in cottagestijl.
Het pand heeft een ondersteunende stadslandschappelijke waarde. Het is representatief voor de oorspronkelijke bebouwing in de Van Putlei. Het behoud van het volume en de buitenarchitectuur wordt vooropgesteld gelet op het behoud van het globale stadslandschap en de samenhang met het buurpand. Interne verbouwingswerken zijn mogelijk. Bovendien werd het pand in 1952 verbouwd en uitgebreid met een kamer aan de achterzijde. Aanpassingen hieraan zijn te verantwoorden.
Conform artikel 5§1 van de stedelijke bouwcode gaan wij uit van het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde.
Er werd een uitgebreide nota mbt de visie op het buitenschrijnwerk toegevoegd. Er ontbreekt echter een belangrijk aspect in de nota. Om het uitzicht van de houten raamprofielen zo goed en sterk als mogelijk te benaderen en om een grotere aansluiting te vinden bij de oorspronkelijke uitstraling, wordt voor raamprofielen, type Classic gekozen, met een duidelijke profilering zoals dat bij houten ramen het geval is, en niet vlak. Er wordt echter niet aangetoond dat het nieuwe buitenschrijnwerk in hout deze rankheid niet kan zou kunnen evenaren. Aangezien het buurpand nummer 68 nog beschikt over het originele buitenschrijnwerk kan dit schrijnwerk als typedetail worden gehanteerd. Zolang dit niet voldoende wordt aangetoond blijven wij vanuit oogpunt monumentenzorg het gebruik van houten buitenschrijnwerk adviseren. Dit advies is deels ingegeven omdat het buurpand nog beschikt over het originele schrijnwerk en dus perfect op te meten valt. Er is dus geen sprake van wetenschappelijke vervalsing of veronderstelling.
Het is evident dat oudere gebouwen niet werden gebouwd conform hedendaagse energienormen en comfort, maar ze kunnen wel op een doordachte manier met hedendaagse renovatietechnieken aangepast worden. Het niet voldoen aan hedendaagse energienormen en gebrek aan comfort kan nooit een reden alleen zijn voor gebruik alu schrijnwerk zijn.
Gebouwen uit de vastgestelde Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed zijn in bepaalde gevallen vrijgesteld van de normen voor energieprestatie en binnenklimaat als dat nodig is om de erfgoedwaarde van het pand in stand te houden. Het plaatsen van verluchtingsroosters in het buitenschrijnwerk van gevels zichtbaar vanop de straat is niet vereist.
De aanvraag wordt dan ook ongunstig geadviseerd.”
Gelet op consequente besluitvorming en de grote erfgoedwaarde van het pand (samenhang met de buur) wordt het ongunstig advies van de stedelijke dienst monumentenzorg integraal bijgetreden.
De aanvraag tot wijziging van het schrijnwerk van hout naar aluminium dient dan ook geweigerd.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van de negatieve invloed van de schijnwerkwijziging op de erfgoedwaarde.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
21 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
28 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
27 augustus 2018 |
Verslag GOA |
3 augustus 2018 |
naam GOA |
Karel Bauwens |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist om de omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.