De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
24 mei 2018 |
22 juni 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018040674 |
Gegevens van de aanvrager: |
NV WINVEST Holding met als adres Plantinkaai 5 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Tulpstraat 54 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 5 sectie E nr. 213V3 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een handelshuis met 3 appartementen naar 4 appartementen |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeenstelijke omgevingsambtenaar luidt :
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
17 mei 2018 |
15 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
17 mei 2018 |
30 mei 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
17 mei 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
DL adresbeheer (huisnummers) |
17 mei 2018 |
17 mei 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
17 mei 2018 |
18 mei 2018 |
stadsontwikkeling/ geacht vergund |
17 mei 2018 |
18 mei 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 1 zone voor wonen - (wo).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
de aanvraag is niet in harmonie met de omgeving. Zo is de diepte van het terras op de 1ste verdieping niet kenmerkend in het bouwblok en zal deze voor hinder kunnen zorgen bij eventuele verdere ontwikkelingen van het rechter pand. Gezien bovenstaande argumentatie wordt het terras uitgesloten van de vergunning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
de woning onder het dak is slechts 31m2 groot in plaats van de minimum vereiste oppervlakte van 35 m2.
er wordt geen buitenruimte voorzie voor de woonentiteit onder het dak..
er wordt rechts achteraan geen op het platte dak van de 1ste verdieping opstand van 30 cm voorzien.
er wordt geen septische put voorzien.
Sectorale wetgeving
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Gezien de niet-strategische locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden en horecagebieden is het behoud van een commerciële functie niet op te leggen. Omvorming naar woonruimte wordt op deze locaties gunstig beoordeeld.
Visueel-vormelijke elementen
Een opmerking moet gemaakt worden aangaande de materialisatie van de gevel. Op de plannen is te lezen dat de plint in bezetting wordt uitgevoerd terwijl de verdiepingen in gevelsteen zijn opgetrokken. Vanuit een uniform straat- en gevelbeeld is het aangewezen de volledige gevel in wit te bezetten. Dit zal als voorwaarde bij de vergunning geformuleerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omdat de entiteit onder het dak niet voldoet aan de minimumoppervlaktevereisten en tevens niet beschikt over een buitenruimte voldoet de aanvraag niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot.
Zowel de minimale hoogte als de minimale oppervlakte van een zelfstandige woning is essentieel om te garanderen dat er op een gezonde en kwalitatieve manier gewoond kan worden.
De bouwcode legt een minimumoppervlakte van een zelfstandige woning vast op 35 vierkante meter. Dit is de minimummaat (geen streefwaarde) voor de kleinste woongelegenheid, bv. een studio. Afhankelijk van de verdiepingsoppervlakte, de verhouding ervan en in het geval van bestaande gebouwen, de gebouwstructuur, kan een hogere minimale vloeroppervlakte aanbevolen worden.
Woonruimten en slaapkamers moeten voldoende groot zijn om bruikbaar te zijn. De bouwcode legt geen minimale oppervlaktematen op voor de verblijfsruimten. Als vuistregel geldt dat de oppervlaktematen van de VMSW als absolute minimumoppervlaktematen gelden. Het is tevens van belang dat de oppervlakte van de verblijfsruimten in een goede verhouding tot elkaar en tot het aantal slaapkamers staan.
Verder is het verplichten van buitenruimten voor elke woongelegenheid, dus ook na het opdelen van woningen, erop gericht om het wonen in de stad aantrekkelijker te maken. De buitenruimten dienen wel voldoende groot te zijn om effectief als bruikbare kwalitatieve buitenruimte beschouwd te kunnen worden. Daarom wordt er een minimale oppervlakte van 4 vierkante meter opgelegd voor een zelfstandige woning met maximaal 1 slaapkamer. Daarenboven geldt dat, hoe groter de woning is, hoe meer buitenruimte moet worden voorzien. Het aantal slaapkamers geeft een goede representatie van het potentieel aantal bewoners.
Gezien bovenstaande argumentatie wordt de woonentiteit onder het dak uitgesloten.
Tenslotte stellen we vast dat de verhoudingen van het appartement op de begane grond onvoldoende woonkwaliteit biedt. Zo is de leefruimte onvoldoende groot ten opzichte van het aantal slaapkamers. Bij het ontwerpen van woningen zijn een evenwichtige ruimteverdeling en optimale afmetingen een must gezien deze een grote impact hebben op het wooncomfort. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het dus belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner.
In voorwaarde wordt opgenomen de slaapkamer aan de tuinzijde te supprimeren en deze ruimte mee op te nemen in de leefruimte.
De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. Advies Mobiliteit: De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. De handelsruimte op het gelijkvloers wordt verbouwd naar 1 bijkomend appartement. De 3 appartementen op de bovenliggende appartementen worden enkel intern verbouwd. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 De werkelijke parkeerbehoefte is 1 (1 x 1 = 1) Advies Stedenbouw: Gezien de woning onder het dak wordt uitgesloten van vergunning bedraagt de werkelijke parkeerbehoefte 0.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. De woning onder het dak wordt uitgesloten als zelfstandig woonentiteit. Hierdoor blijft het aantal woningen hetzelfde als in vergund geachte toestand. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 15 december 2014. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor het bijkomend appartement met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht op het gelijkvloers.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Uitsluitingen
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
12 april 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
11 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
24 mei 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
22 juni 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
24 augustus 2018 |
Verslag GOA |
3 augustus 2018 |
naam GOA |
Helia Dezhpoor |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Uitsluitingen
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.