2018_CBS_07540 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. VOORWAARDELIJK GUNSTIG ADVIES - OMV_2018073618. Scheldelaan 600. district Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

• Op 13 juni 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2014852) voor het gedeeltelijk slopen van gebouw A330, gelegen Scheldelaan 600 te Antwerpen.

• Op 17 april 2015 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2015562) voor het bouwen van een nieuw portiersgebouw (B301) en het slopen van gebouw A330, gelegen Scheldelaan 600 te Antwerpen.

Bestaande toestand
Blokveld op industriële site met aangelegde graszone.

Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:

• het bouwen van een nieuw laboratoriumgebouw;

• het aanleggen van nieuwe buitenaanleg.

Omschrijving ingedeelde inrichtingen en activiteiten

Voorgeschiedenis
Op 16 maart 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren van een labo horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn van onbepaalde duur (MV2016/519/AV).

Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de verandering van een labo horende bij een chemisch bedrijf.

Aangevraagde rubrieken

Adviezen

Externe adviezen

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, de ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn. De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen. Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten. In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Op circa 120 meter ten zuiden van de aanvraag bevindt zich de Scheldelaan, bestemd als gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur en aan de overzijde daarvan lopen twee overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag daar er een nieuwe dakoppervlakte van 2.047 m².

Er wordt een hemelwaterput geplaatst met een totale inhoud groter dan bepaald door de verordening, nl. met een totale inhoud van 20.000 liter. De aanvrager motiveert het groter nuttig hergebruik van hemelwater daar het opgevangen water kan gebruikt worden voor de spoeling van alle toiletten en urinoirs. De overloop van de hemelwaterput zal aangesloten worden op het interne koelwatercircuit voor installaties en zo hergebruikt worden. Wanneer het koelwater een beperkte temperatuursverhoging heeft ondergaan, wordt het naar de dokken afgevoerd.

Tevens wordt er een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd op het aspect infiltratie- en buffervoorzieningen. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. De aanvrager vraagt een afwijking met als motivatie de onmiddellijke nabijheid van de dokken waardoor er weinig meerwaarde is om te infiltreren vermits er weinig invloed is op grondwaterkwaliteit en grondwaterreserves. Aangezien in feite het hele dak is aangesloten op hergebruikvoorzieningen, is het te infiltreren volume ook zeer beperkt, dit betreft enkel een overloop voor het dak. De gevraagde afwijking kan gunstig worden geadviseerd.

De gewestelijke hemelwaterverordening is immers niet van toepassing op de nieuwe verharde grondoppervlakte (1.427 m²) daar deze volledig waterdoorlatend wordt voorzien. Het hemelwater kan hierdoor op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren.

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is volgens de aanvrager niet van toepassing op de aanvraag. Het gebouw is volgens de aanvrager enkel gericht op werknemers en de totale publieke toegankelijke oppervlakte is kleiner dan 150 m². Toch worden de nodige maatregelen genomen om een optimale toegankelijkheid en gebruiksgemak voor personen met een beperkte mobiliteit te verzekeren. Het gelijkvloers wordt aldus de aanvraag aangepast uitgevoerd en lijkt geen manifeste strijdigheden met de verordening te vertonen.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid
In het zuiden van een grootschalige industriële bedrijfssite wordt op een bestaand blokveld een nieuw labogebouw gebouwd. Dit ter vervanging van een ander gebouw met labofunctie. Het nieuwe labogebouw heeft een grondoppervlakte van circa 2.050 m² en een maximale hoogte van circa 16 meter. Het gebouw omvat drie verdiepingen waarvan de twee bovenste verdiepingen teruggetrokken worden ten opzichte van de gelijkvloerse verdieping.

De gelijkvloerse verdieping heeft een vrije hoogte van circa 5,2 meter en zal worden ingericht met laboratoriaruimtes, schrijfplaatsen, vergaderzalen, kleed- en opbergruimtes, sanitair en opslagruimtes. De eerste verdieping heeft een vrije hoogte van circa 4,2 meter en zal worden ingericht met kantoren, vergaderzalen, een refter, sanitair en technieken. De tweede verdieping heeft een vrije hoogte van circa 5,3 meter en dient voor technieken.

Rondom het gebouw wordt de buitenaanleg heraangelegd met grasdallen, gras en klinkers die allen waterdoorlatend zijn.

Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken worden uitgevoerd op een grootschalig industrieterrein temidden van allerhande industriële installaties en gebouwen en staan in functie van de bestaande bedrijvigheid. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

Visueel – vormelijke elementen
Het gebouw wordt uitgevoerd in industriële gevelmaterialen, die niet storen in hun industriële context. De gevel wordt op het gelijkvloers uitgevoerd in grijs zichtbeton met raam- en deurconstructies in een antraciete kleur. Het bovengronds volume wordt in contrast hiermee in andere lichtere materialen uitgevoerd, namelijk in witte geprofileerde gevelplaten met witte raam- en deurconstructies. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van Brandweer/ Risicobeheer/ Preventie.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

B.A.S.F. Antwerpen zal, ter vervanging van het huidige labogebouw, een nieuw labogebouw bouwen op hetzelfde perceel. Op 16 maart 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen nog een vergunning voor de hernieuwing van de milieuvergunning.

Ten opzichte van de vergunde toestand wordt de hoeveelheid opgeslagen gassen verminderd en is er een uitbreiding met twee warmtepompen.

Het labo is een ingedeelde inrichting of activiteit van tweede klasse. Aangezien het labo hoort bij het chemisch bedrijf B.A.S.F. Antwerpen, dat is ingedeeld in de eerste klasse, worden aanvragen met betrekking tot het labo altijd door de provincie Antwerpen behandeld.

De opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten neemt af met 495 liter tot 6.705 liter. Volgende gassen worden opgeslagen: 1.600 liter waterstof, 1.500 liter helium, 1.000 liter stikstof, 600 liter lucht, 5 liter methaan en 2.000 liter calibratiemengsels. De vergunde opslag van 423 liter argon in een vaste houder wordt geschrapt uit de vergunning. De vaste houder voor 3.300 liter stikstof blijft behouden.

Er kan voldaan worden aan de afstandsregels van titel II van het VLAREM.

De vergunde airco’s met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 214,8 kW worden verwijderd. Het nieuwe gebouw wordt uitgerust met twee warmtepompen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 350 kW elk. De installaties worden op het dak van de tweede verdieping geplaatst. Er wordt geopteerd voor geluidsarme installaties.

Er wordt geen geluidshinder verwacht van de twee warmtepompen.

Het verzamelde afvalwater, bestaande uit huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, wordt afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie van B.A.S.F. Antwerpen. Het hemelwater dat op het dak terecht komt, wordt opgevangen voor hergebruik.

Men is vergund voor de opslag van diverse gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen.

Deze opslag maakt geen voorwerp uit van de onderhavige aanvraag en werd niet ingetekend op het uitvoeringsplan.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bouwheer dient op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties te ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.

2. De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen verder te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening; in het bijzonder dienen de toegankelijke delen van het gelijkvloers toegankelijk te worden uitgevoerd.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

Geadviseerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij de deputatie, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. De deputatie verzoekt het college om:

• een openbaar onderzoek te houden;
• advies uit te brengen.