De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
22 mei 2018 |
20 juni 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018019095 |
Gegevens van de aanvrager: |
AUTOGEMB Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen en de heer Van Poppel Jeff met als adres Lange Gasthuisstraat 15 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Pastoor Goetschalckxstraat 57 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 34 sectie E nr. 46K2 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
uitbreiden van een schoolgebouw |
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde en bestaande toestand
schoolgebouw, achteruit gelegen ten opzichte van de straat, bestaande uit een gelijkvloers onder zadeldak.
Inhoud van de aanvraag
het uitbreiden van een schoolgebouw;
het slopen van de kleinere vrijstaande volumes;
het inplanten van een nieuw L-vormig volume van één bouwlaag onder plat dak voor het bestaande schoolgebouw;
het inrichten van klaslokalen, berging en fietsenstalling in de nieuwbouw;
het uitvoeren van het nieuwbouw gedeelte in een staalstructuur, ingevuld met glas en metselwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt :
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
15 mei 2018 |
23 mei 2018 |
Gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
15 mei 2018 |
12 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
15 mei 2018 |
19 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
15 mei 2018 |
28 mei 2018 |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen |
15 mei 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- Artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: voor een lagere school in “overig gebied” geldt een behoefte van 0,75 parkeerplaatsen per leslokaal. Dat betekent hier principieel 0,75 x 3 extra klaslokalen = 2,25 parkeerplaatsen, afgerond naar 2. Deze worden echter niet voorzien.
Sectorale wetgeving
MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werd in de aanvraag geconstateerd dat ondanks de capaciteitsuitbreiding van de school er geen extra parkeerplaatsen werden ingepast op het terrein. Gelet echter op het advies dienaangaande van de dienst mobiliteit dat argumenteert dat er feitelijk geen sprake is van een effectieve uitbreiding kan gefundeerd aan vermeld artikel worden voorbijgegaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag beoogt de verbouwing en uitbreiding van een bestaande lagere school en gelet op de ligging van de gebouwen in een woongebied en de verenigbaarheid van dergelijke bestemming met het wonen in ruimere zin, is er in deze effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. De aanvraag betreft een vervangingsbouw van een refter, sanitair en twee klaslokalen van een kleuter- en lagere school. Ook wordt de speelplaats heraangelegd. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding, functiewijziging of nieuwbouw. Omdat er hier geen sprake is van een functiewijziging of uitbreiding van de capaciteit van de school, wordt er geen parkeerbehoefte opgelegd. |
De plannen voorzien in 0 extra nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 – 0 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande uitbreiding aan de voorzijde van de school past zich geheel in het straatbeeld in en respecteert voldoende de omliggende bebouwing en die van de site zelf. Verder wordt door het uitvoeren van het nieuwe gedeelte orde geschapen in het deel voor de oude schoolgebouwen dat voorheen werd ingevuld met losse bouwsels. Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is bijgevolg dan ook gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Ondanks het feit dat er sprake is van een staalstructuur is de invulling met geglazuurde steenstrips, houten schrijnwerk en wit gelakt metaal visueel voldoende stedelijk om zich in te passen in het straatbeeld aangezien deze materialen reeds voorkomen in de onmiddellijke omgeving. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig.
Cultuurhistorische aspecten
De te slopen delen hebben geen erfgoedwaarde en bij de renovatie van de bestaande delen blijven de aanwezige erfgoedelementen behouden en worden ze gevaloriseerd. De nieuwbouw doet geen afbreuk aan de totale waarde van het complex en zorgt er door zijn positionering voor dat voldoende doorzichten gecreëerd worden die ervoor zorgen dat de belevingswaarde van de gebouwen niet wordt belemmerd. Ook voor dit deelaspect van de aanvraag is het advies gunstig.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
de oorspronkelijke interieuraankleding, waaronder de houten banken in de turnzaal en de houten schoolborden in de klaslokalen, dienen bewaard te blijven waar mogelijk;
het stallen van personeelsfietsen (voor de leerkrachten) dient op een veilige manier te kunnen gebeuren en bij voorkeur op overdekte wijze. Er wordt dan ook opgelegd de berging ter hoogte van de dienstingang aan de straatzijde hiervoor te gebruiken en dit door vermelde berging bereikbaar te maken door zo min mogelijk obstakels en deuren.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
11 april 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
10 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
22 mei 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
20 juni 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 augustus 2018 |
Verslag GOA |
3 augustus 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
de oorspronkelijke interieuraankleding, waaronder de houten banken in de turnzaal en de houten schoolborden in de klaslokalen, dienen bewaard te blijven waar mogelijk;
er moet gezorgd worden dat fietsen van leerlingen veilig kunnen gestald worden in de fietsenstallingen en dit kan door het sluiten van de poorten tijdens de lesuren;
het stallen van personeelsfietsen (voor de leerkrachten) dient op een veilige manier te kunnen gebeuren en bij voorkeur op overdekte wijze. Er wordt dan ook opgelegd de berging ter hoogte van de dienstingang aan de straatzijde hiervoor te gebruiken en dit door vermelde berging bereikbaar te maken door zo min mogelijk obstakels en deuren.
Het college beslist de plannen, waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.