Het college is bevoegd op grond van artikel 5.3.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het college beslist op basis van het verslag dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en zijn uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 2010 bepaalt de nadere regels voor de aanvraag en afgifte van het stedenbouwkundig attest.
Aanvragers: | PALMERS - STOKMANS |
De aanvraag omvat: | afsplitsen van een perceel in een bestaande tuin voor bebouwing |
Dossiernummer: | EK/S//20185 |
Het college beslist het afleveren van een positief stedenbouwkundig attest aan de aanvrager goed te keuren, op voorwaarde dat bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning volgende voorwaarden strikt worden nageleefd:
in navolging van het gabarit van het buurpand aan de rechterzijde wordt opgelegd dat het standaard gabarit van kroonlijsthoogte op 7 m en nokhoogte op 11,50 m slechts geldt voor de eerste zone van 9 m, de zogenaamde zone voor hoofdgebouwen;
de zone tussen 9 en 12,93 m dient beperkt te blijven tot een bouwhoogte van maximaal 3,50 m onder plat dak;
in de zijtuinstrook dient een zone voor garage te worden voorzien, te starten op 5 m achter de voorgevel, tot maximaal gelijk met de achtergevel en met een hoogte van maximaal 3,50 m onder plat dak;
de voorwaarden in het bijgevoegde advies van het Agentschap Wegen en verkeer Antwerpen.