Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018063769 |
Gegevens van de aanvrager: |
PERSIANT met als adres Bergsehoeven 2 te 2520 Ranst |
Ligging van het project: |
Italiëlei 135 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nr. 1288L5 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de gelijkvloerse verdieping van een kantoorfunctie naar wonen |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand en bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.
De aanvraag handelt over het omvormen van een kantoorruimte op het gelijkvloers naar een woonentiteit. Om te beantwoorden aan artikel 28 van de bouwcode - “minimale oppervlakte buitenruimte” - wordt als voorwaarde opgelegd om een “Frans balkon (veranda)” in het slaapvertrek te voorzien, dit door de raamopening tot op de vloer te verlagen met dubbel openslaande deuren (draai/kip) en een opengewerkte transparante borstwering in stalen spijlenwerk. Zo valt er licht en komt er lucht in de leefruimtes en wordt er voorzien in voldoende woonkwaliteit.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
27 juni 2018 |
24 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
27 juni 2018 |
9 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
27 juni 2018 |
10 juli 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
27 juni 2018 |
27 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 3 zone voor centrumfuncties - (ce).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid:
De functiewijziging naar wonen is inpasbaar in de stedelijke omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen:
Het appartement voldoet grotendeels aan algemeen aanvaardbare regels wat betreft hinder en gezondheid. Echter beschikt het over onvoldoende gebruiksgenot door het ontbreken van een buitenruimte en beschikt het over onvoldoende privacy gezien de grote glaspartij tot op vloerniveau vooraan aan de straat.
Het verplichten van buitenruimten voor elke woongelegenheid is erop gericht om het wonen in de stad aantrekkelijker te maken. De buitenruimten dienen voldoende groot te zijn om effectief als bruikbare kwalitatieve buitenruimte beschouwd te kunnen worden. Daarom wordt er een minimale oppervlakte van 4 vierkante meter opgelegd voor een zelfstandige woning met maximaal 1 slaapkamer.
Verder vormt het voorzien van een buitenruimte een belangrijke psychologische factor bij de beleving van het woonklimaat. Hierbij is echter een kwalitatief visueel contact met de buitenomgeving essentieel.
Een afwijking zou mogelijks gemotiveerd kunnen worden indien een grote opengaande pui grenzend aan een kwalitatieve (groene buitenruimte) voorzien zou kunnen worden ter compensatie van het terras. Gezien het appartement vooraan gelegen is aan de leien en achteraan tot aan de achtergevel grenst aan een parking (en dus niet grenst aan een groene ruimte) wordt onvoldoende woonkwaliteit gegenereerd.
De aanvrager heeft op 10 juli een verzoek ingediend om zijn oorspronkelijke aanvraag te wijzigen met betrekking tot de grote glaspartij vooraan aan de straat.
Dit verzoek werd op 19 juli aanvaard, waardoor de wijzigingen mee beoordeeld worden.
De nieuw voorziene glaspartij bezorgt het appartement wel voldoende privacy door zijn positie en behoudt een voldoende grote lichttoetreding.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van kantoor naar wonen. 1 bijkomend appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.2 -- 1 x 1.2 = 1.2 De werkelijke parkeerbehoefte is 1
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. De bestaande parkeerplaats voor het kantoor wordt toegewezen aan het appartement.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1-1=0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaatsen. De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. 72m² kantoren met parkeernorm 1.1/100m² -- 72m² x 1.1/100m² = 0.8 ? 1 Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand is 1. Er was voor deze functie ook effectief 1 parkeerplaats beschikbaar. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0 Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1-1=0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Voor het bijkomend appartement met 1 slaapkamer moeten 2 fietsenstallingen voorzien worden.
Samen met de voorwaarde van vorige vergunning om een fietsenstalling te voorzien op de begane grond conform artikel 29 van de bouwcode betekent dit dat er een fietsenberging voor 8 fietsen moet zijn.
Het is niet duidelijk of in voorliggende aanvraag deze fietsenberging werd opgelost, gezien de fietsenberging enkel in tekst werd aangeduid op het inplantingsplan.
Advies aan het college
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille van het ontbreken van een buitenruimte voor de nieuwe woongelegenheid.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
6 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
27 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
26 augustus 2018 |
Verslag GOA |
7 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist om de omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is :
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven;
na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
het raam van het slaapvertrek uit te voeren als een “Frans balkon”;
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.