Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
2 juli 2018 |
24 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
2 juli 2018 |
9 juli 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
2 juli 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
DL adresbeheer (huisnummers) |
2 juli 2018 |
5 juli 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een overdruk - handel en reca - (hr), in een zone recht van voorkoop - algemene voorschriften en in een artikel 1 zone voor wonen - (wo).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
Door het uitbreiden van het bestaande woonprogramma van reeds 3 studio’s met een oppervlakte van 33 m2 met nog eens 3 studentenkamers wordt de draagkracht van de omgeving overschreden.
Verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten.
2060 is samen met Oud-Borgerhout de dichtst bevolkte wijk van Antwerpen. Door bestaande entiteiten om te vormen in kleinere woningen stijgt de densiteit (aantal huishoudens) nog meer en verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk. Op schaal van het bouwblok kan een densiteitsverhoging het binnengebied onder druk zetten. Huizen hebben vaak een gelijkaardige functieopbouw: de leefruimtes op het gelijkvloers en de slaapkamers op de verdiepingen. Bij appartementen daarentegen wordt er op iedere bouwlaag dag en nacht geleefd. Het bouwbloksysteem en het straatbeeld geraakt uit evenwicht. Op schaal van de wijk zorgt dit voor een verhoging van de densiteit en een bijkomende druk op de straten, pleinen, groene ruimten, mobiliteit, gemeenschapsvoorzieningen,…
Dus om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te behouden, dienen er dus ook voldoende grote woongelegenheden gecreëerd te worden. Dit is niet in voorliggend project het geval.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De functie wonen is in overeenstemming met de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060. Echter door het uitbreiden van het bestaande woonprogramma van reeds 3 kleine studio’s met een oppervlakte van slechts 33 m2 met nog eens 3 studentenkamers wordt de draagkracht van de site echter overschreden.
Verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten.
Daarenboven daalt de gebruikerskwaliteit van de studio op de 1ste verdieping mits deze licht en uitzicht verliest door achteraan een kamer toe te voegen over de gehele perceelsbreedte.
De uitbreiding van het woonprogramma zoals voorgesteld is storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume op het gelijkvloers en de eerste verdieping zoals voorgesteld. Het ontpitten van het binnengebied brengt lucht en licht in het bouwblok wat meer kwaliteit biedt voor de omliggende panden.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt volledig aangepast. Dit terwijl de vloeren en het aantal lagen grotendeels hetzelfde blijven. De bestaande decoratieve elementen worden hiervoor verwijderd.
De ramen op de 2de verdieping worden doorgetrokken tot vloerpas en er worden nieuwe ramen voorzien voor de dakstudio. Hierdoor verdwijnt de uniforme gevelopbouw van 3 lagen en een daklaag van de gekoppelde woningen (links én rechtes) en verdwijnt deze eenvormigheid.
Het voorzien van ramen voor de dakstudio, indien noodzakelijk, hoeft niet gepaard te gaan met de aanpassingen van de bestaande raamopeningen en dus met het verlies van de decoratieve elementen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging. Het handelsgedeelte wordt verbouwd naar 3 studentenkamers. De 3 studio’s blijven bewaard. 3 studentenkamers met parkeernorm 0.15/kamer -- 3 x 0.15 = 0.45 -- 0 De werkelijke parkeerbehoefte is 0 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de 3 studentenkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.
Deze worden ingericht in de kelder en zijn bereikbaar via een trap met fietsgoot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, hoofdzakelijk omwille onverenigbaarheden met de stedenbouwkundige voorschriften (overschrijden draagkracht, dakvorm) en een goede ruimtelijke ordening (ontbreken van een mix van woongelegenheden).
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
13 juni 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
2 juli 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 augustus 2018 |
Verslag GOA |
14 augustus 2018 |
naam GOA |
Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018068837 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer Maarten Couillier met als contactadres Van Wesenbekestraat 3 te 2060 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Van Schoonhovenstraat 22 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 8 sectie H nr. 961E5 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
wijzigen van de functie van handelspand en 3 studio's naar 3 studentenkamers en 3 studio's |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist om de omgevingsvergunning te weigeren.