Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018034878 |
Gegevens van de aanvrager: |
VZW Katholiek Onderwijs Deurne(Antwerpen) met als contactadres Palinckstraat 57 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Griffier Schobbenslaan 45 te 2140 Borgerhout (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 24sectie A nr. 188S2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
deels slopen en uitbreiden van een schoolgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/09/1964: vergunning (19643993) voor het bouwen van klaslokalen (hoek Weerstandlaan);
- 14/11/1966: vergunning (19663295) voor het bouwen van een speelplaats met plastieke golfplaten op de grond;
- 07/08/1967: vergunning (19673221) voor het bouwen van kleuterklassen met w.c.'s;
- 04/12/1967: vergunning (19673318) voor het optrekken van kleuterklassen met bergplaats op de in aanbouw zijnde constructie (kleuterklassen, gelijkvloers), in aansluiting met de bouwvergunning C/67/221;
- 15/9/1986: vergunning (1986965) voor het bijbouwen schoolgebouw met refter;
- 04/02/1991: vergunning (199117635) voor het bouwen van twee kleuterklassen;
- 09/09/1993: vergunning (19931419) voor het bijbouwen van een luifel en een ambulante klas - 27.5.93;
- 14/02/2001: vergunning (20003253) voor het bouwen vrijstaand lerarenlokaal bij schoolgebouw;
- 30/10/2002: vergunning (20022163) voor het plaatsen van een tentzeiloverkapping - speelplaats school;
- 19/06/2009: vergunning (20091376) voor het bouwen van een nieuwe bouwlaag op een bestaand schoolgebouw;
- 13/01/2012: vergunning (20116047) voor het regulariseren en verbouwen van een schoolgebouw;
- 19/09/2014: vergunning (20141334) voor verbouwen en nieuwbouw van een school (fase 1);
- 05/09/2017: vergunning (20171093) voor het bouwen van 3 kleuterklassen, turnzaal en buitenspeelplaats en de afbraak van de bestaande kleuterklassen.
Laatst vergunde toestand
- een kleuterschool bestaande uit:
Bestaande toestand
- aan de hand van de aangeleverde bouwplannen in het aanvraagdossier kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat het huidige gebouw zowel wat vormgeving, indeling als materiaalgebruik betreft, ongewijzigd is gebleven ten opzichte van de laatst uitgevoerde stedenbouwkundige vergunning.
Inhoud van de aanvraag
- afbraak van een prefab-schoolgebouw met 7 kleuterklassen;
- palend aan de wachtgevel van een eerder vergunde fase van dit project oprichten van een nieuw schoolgebouw met daarin:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) |
24 september 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
AQUAFIN NV |
16 augustus 2018 |
11 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Agentschap Zorg en Gezondheid |
16 augustus 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie |
16 augustus 2018 |
22 augustus 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
16 augustus 2018 |
11 september 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ ontwerp en uitvoering/ ontwerpers |
16 augustus 2018 |
11 september 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen |
16 augustus 2018 |
30 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
16 augustus 2018 |
28 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester |
16 augustus 2018 |
16 augustus 2018 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen |
16 augustus 2018 |
30 augustus 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt:
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 34 en 38 van de bouwcode. Deze artikels handelen respectievelijk over de minimale funderingsdiepte en het aanleggen van groendaken. Aangezien geen afwijking kan worden toegestaan op de minimale funderingsdiepte zal artikel 34 in voorwaarde worden opgenomen.
Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. De aanvrager vraagt een afwijking aan voor het licht hellend dak boven de klassen en het dak boven de turnzaal waar tevens PV panelen worden voorzien omdat het van deze daken het regenwater wordt opgevangen in regenwaterputten. Dit regenwater zal worden gebruikt voor de spoeling van de toiletten. Voor deze daken kan een afwijking worden toegestaan volgens artikel 3 van de bouwcode.
Daarnaast wordt een afwijking gevraagd op de bepalingen van de verordening hemelwater voor het voorzien van een hemelwaterput van 25000 l. Aangezien kan aangetoond worden dat deze hoeveelheid zal worden gebruikt voor de spoeling van de toiletten kan afgeweken worden van dit voorschrift. Bijkomend wordt vastgesteld dat afgeweken wordt van artikel 10 van de hemelwaterverordening. Een infiltratievolume van 18012,5 l en een infiltratieoppervlakte van 28,82 m² zou moeten voorzien worden. Volgens het advies van Aquafin volstaat het aangevraagde infiltratievolume van 10000 l en een infiltratieoppervlakte van 10 m² waardoor gemotiveerd kan worden afgeweken.
De aanvraag voldoet niet aan het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid. Een helling zal moeten voorzien worden tussen de buitenspeelplaats en de nieuwe bergingen zodat het niveauverschil kan worden overbrugd en een drempel van maximaal 2 cm wordt gecreëerd. Gezien de beperkte afwijkingen, kan de stedenbouwkundige vergunning toch worden verleend mits de in voorwaarde opgelegde aanpassingen integraal worden uitgevoerd. In toepassing van artikel 4.2.19. §1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zullen deze aanpassingen als voorwaarde in de stedenbouwkundige vergunning worden opgelegd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 1 klaslokaal (norm van 0,75 parkeerplaatsen /klaslokaal). De parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 6 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Eerder werd een vergunning afgeleverd voor het uitbreiden van het schoolgebouw waarbij de sporthal ondergronds werd ingericht. Wegens bodemverontreiniging kan deze niet ondergronds voorzien worden waardoor aanpassingen voorliggen. Het project zal gefaseerd uitgevoerd worden waarbij de refter later zal worden afgewerkt en nu tijdelijk als overdekte speelplaats en fietsenstalling ingericht wordt.
In de huidige aanvraag wordt er met de uitbreiding van een schoolgebouw aangesloten op het eerder vergunde en al uitgevoerde volume langs de Griffier Schobbenslaan. Dezelfde materialen, de lichte glooiing in het gevelvlak en een gevelhoogte van 9 meter worden aangehouden ter hoogte van de Griffier Schobbenslaan. In dit nieuwe volume worden een trapkoker, kleedkamers, acht kleuterklassen en berging voorzien.
Op de kop met de Weerstanderslaan wordt een volume gebouwd met een kroonlijsthoogte van hoogte 11,36 m en schuin afhellend tot een hoogte van 10,31m.
De geplande uitbreidingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Visueel-vormelijke elementen
Het project werd voorgelegd aan de Welstandscommissie. Hun advies was voorwaardelijk gunstig en luidt als volgt: “De welstandscommissie apprecieert de aanpassingen, maar vraagt om aandacht te hebben voor de detaillering van het metselwerk in functie van kwalitatieve beëindiging en overgang naar het dak en kroonlijst. De welstandscommissie apprecieert de hoekoplossing, maar vraagt om het metselwerk door te trekken in de penanten van het dakvolume. De schuine dakhelling dient hierbij bij voorkeur achter het metselwerk geplaatst te worden.“
In voorliggende aanvraag werden de voorwaarden van de welstandscommissie niet opgevolgd waardoor ze zullen worden opgelegd als voorwaarden via de vergunning. De positie van de toe te voegen penaten worden in rood aangeduid op de plannen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De dienst energie en milieu Antwerpen geeft een advies op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder. Hun advies luidt als volgt: “Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en omgevingslawaai. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij de adviesverlening in het kader van planning van een school rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van onderstaand kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164).
De locatie is onderhevig aan jaargemiddelde concentraties NO2 van 38-39 µg/m³. Dit is dicht tegen de Europese norm van 40 µg/m³. Luchtzuivering in de nieuwbouw is aangewezen om de blootstelling aan fijn stof en stikstofdioxide te beperken bij de schoolgaande kinderen.
De locatie is onderhevig aan omgevingslawaai (Lden) van gemiddeld 60-64 dB(A), vooral afkomstig van het verkeer op de E313. Het huidige plan volstaat niet om op de speelplaats het streefdoel van een achtergrondgeluid van maximaal 55 dB(A) te realiseren; aan de zijde die naar de E313 gericht is, is de speelplaats immers te beperkt afgeschermd door de nieuwe bebouwing. Daardoor zullen ook een deel van de klassen gelegen langs de Griffier Schobbenslaan aan de speelplaatszijde onderhevig zijn aan een gelijkaardige geluidsbelasting; er is echter een gunstige oriëntatie van de klaslokalen gepland waardoor de gang als geluidsbuffer kan fungeren. Mits voldoende aandacht voor de akoestische prestatie van de buiten- en binnenmuren kan het streefdoel van maximaal 35 dB in de klaslokalen gerealiseerd worden.” De voorwaarden worden toegevoegd aan de vergunning.
Omwille van de vastgestelde bodemverontreiniging werd advies ingewonnen bij de dienst milieuvergunningen. Hun advies luidt: “Bij de sloop van een gedeelte van het schoolgebouw dient er rekening gehouden te worden met de voorwaarden omschreven in Vlarem II hoofdstuk 6.12 aangaande de beheersing van stofemissies tijdens bouw-, sloop- en infrastructuurwerken. Tijdens de werken zijn er kinderen in nabijgelegen gebouwen aanwezig. Volgens de code van goede praktijk dient de exploitant te werken met geluidsarme installaties en toestellen (Vlarem II art. 4.5.1.1.§1). De school heeft een melding (2005354) voor het lozen van afvalwater en de stookinstallaties. Door de uitbreiding van de school voldoet deze melding hoogstwaarschijnlijk niet meer en zijn er meerdere activiteiten indelingsplichtig (opslag gevaarlijke producten, airconditioningsinstallatie,…). De exploitant dient dit na te gaan.
Er is vastgesteld dat de grond sterk vervuild is, voornamelijk met Pb (lood) en PAK’s. Aangezien het grootste deel van het terrein verhard wordt, zal er geen contact mogelijk zijn. Indien de school afwijkt van deze verharding dient een extra grondlaag aangelegd te worden. Er wordt aangeraden om op de plaatsen waar de grond niet verhard is of wordt, de toplaag te laten onderzoeken door een bodemdeskundige en bij verontreiniging gepaste maatregelen te nemen.”
Er werd advies ingewonnen bij de FOD Binnenlandse Zaken Astrid veiligheidscommissie. Een voorwaardelijk gunstig advies werd verleend, omwille van het aantal leerlingen dient indoordekking aanwezig te zijn. Dit zal als voorwaarde worden toegevoegd aan de vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. te voldoen aan artikel 34 van de bouwcode;
3. voorzien van een geschikt luchtzuiveringssysteem om fijn stof (PM 0,1 – PM2,5 – PM10), en voor zover technisch mogelijk ook stikstofdioxide, te zuiveren uit de binnenkomende buitenlucht en/of uit de binnenlucht. Voor fijn stof wordt minstens een filtertype F7 of een ander systeem met gelijkwaardig effect toegepast;
4. de aanzuigopeningen voor ventilatie worden zoveel mogelijk aan de zuidelijke zijde geplaatst;
5. de speelplaats moet aan de zijde van de Weerstandlaan over de gehele lengte voldoende akoestisch afgeschermd worden om de streefwaarde van maximaal 55dB(A) (enkel als gevolg van verkeersgeluid) tijdens de speeltijd te realiseren;
6. de akoestische isolatieprestatie van de nieuwbouw moet berekend worden in functie van een geluidsniveau van maximaal 35 dB als gevolg van verkeersgeluid in de klaslokalen bij een gevelbelasting van 64 dB langs de speelplaatszijde;
7. in het dakvolume van de sporthal het metselwerk door te trekken in penanten, zoals in rood aangeduid op de plannen, en de schuine dakhelling achter het metselwerk te voorzien om een volwaardig bakstenen volume te verkrijgen;
8. de dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
9. een helling te voorzien tussen de buitenspeelplaats en de nieuwe bergingen zodat het niveauverschil kan worden overbrugd en een drempel van maximaal 2 cm wordt gecreëerd;
10. indoordekking dient aanwezig te zijn.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
31 juli 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
16 augustus 2018 |
Start openbaar onderzoek |
24 augustus 2018 |
Einde openbaar onderzoek |
22 september 2018 |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
29 november 2018 |
Verslag GOA |
6 november 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum |
Einddatum |
Schriftelijke bezwaar-schriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften |
Petitie-lijsten |
Digitale bezwaar-schriften |
24 augustus 2018 |
22 september 2018 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. te voldoen aan artikel 34 van de bouwcode;
3. voorzien van een geschikt luchtzuiveringssysteem om fijn stof (PM 0,1 – PM2,5 – PM10), en voor zover technisch mogelijk ook stikstofdioxide, te zuiveren uit de binnenkomende buitenlucht en/of uit de binnenlucht. Voor fijn stof wordt minstens een filtertype F7 of een ander systeem met gelijkwaardig effect toegepast;
4. de aanzuigopeningen voor ventilatie worden zoveel mogelijk aan de zuidelijke zijde geplaatst;
5. de speelplaats moet aan de zijde van de Weerstandlaan over de gehele lengte voldoende akoestisch afgeschermd worden om de streefwaarde van maximaal 55dB(A) (enkel als gevolg van verkeersgeluid) tijdens de speeltijd te realiseren;
6. de akoestische isolatieprestatie van de nieuwbouw moet berekend worden in functie van een geluidsniveau van maximaal 35 dB als gevolg van verkeersgeluid in de klaslokalen bij een gevelbelasting van 64 dB langs de speelplaatszijde;
7. in het dakvolume van de sporthal het metselwerk door te trekken in penanten, zoals in rood aangeduid op de plannen, en de schuine dakhelling achter het metselwerk te voorzien om een volwaardig bakstenen volume te verkrijgen;
8. de dienst mobiliteit geeft advies met volgende voorwaarden:
9. een helling te voorzien tussen de buitenspeelplaats en de nieuwe bergingen zodat het niveauverschil kan worden overbrugd en een drempel van maximaal 2 cm wordt gecreëerd;
10. indoordekking dient aanwezig te zijn.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.