Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2018095929 |
Gegevens van de aanvrager: |
BV CVBA De Ideale Woning-ARRONDISSEMENT ANTWERPEN met als contactadres Diksmuidelaan 276 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Daenenstraat 1 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 21sectie B nr. 34B8 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van een meergezinswoning voor begeleid wonen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/01/1931: vergunning (1275#700) voor veranderingswerken;
- 01/03/1937: vergunning (1275#4331) voor ramen veranderen en binnenveranderingen uitvoeren;
- 02/09/1938: toelating (1275 # 5128) voor veranderingswerken;
- 06/11/1989: vergunning (961#2972) voor verbouwingswerken.
Laatst vergunde en bestaande toestand
- hoekpand van vier bouwlagen onder plat dak;
- gelijkvloers ingericht als studio;
- het betreft een welzijnshuis met 5 vergund geachte woonentiteiten.
Inhoud van de aanvraag
- het slopen van de bestaande bebouwing;
- het bouwen van een meergezinswoning van vier bouwlagen onder plat dak;
- de opengewerkte scheidingsmuur met de rechteraanpalende wordt licht verhoogd en dicht gebouwd;
- het voorzien van de inkomhal, een fietsenberging en afvalberging op het gelijkvloers;
- het inrichten van telkens twee studio’s op de eerste en tweede verdieping;
- het inrichten van een appartement met twee slaapkamers op de 3de verdieping;
- het inrichten van een gemeenschappelijke leefruimte op de dakverdieping met keuken, wc en wasplaats;
- het aanleggen van een gemeenschappelijk dakterras;
- het voorzien van 5 private kelderbergingen;
- het uitvoeren van de gevel in witte baksteen met bronskleurig aluminium schrijnwerk.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie |
24 september 2018 |
25 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
24 september 2018 |
4 oktober 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart |
24 september 2018 |
Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
5 oktober 2018 |
5 oktober 2018 |
Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam |
25 september 2018 |
1 oktober 2018 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund |
25 september 2018 |
25 september 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’
Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 13 Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen:
twee bestaande kelderopeningen blijven bewaard maar deze reiken 0,5 m voorbij de rooilijn terwijl dit over maximaal 0,30 m wordt toegestaan. De schuine inkomluifel reikt ter hoogte van de traphal 0,40 m voorbij de rooilijn en heeft slechts een vrije hoogte van 2,23 m ten opzichte van het peil van het voetpad, terwijl deze bij een uitsprong van meer dan 0,15 m minimaal 2,60 m hoort te zijn;
- artikel 27 Open ruimte:
het perceel wordt volledig bebouwd, terwijl een open ruimte van minstens 20% van het perceel wordt voorgeschreven;
- artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
het gemeenschappelijke dakterras heeft een oppervlakte van 17,80 m², terwijl er voor 4 studio’s en een appartement met twee slaapkamers een buitenruimte van minimaal 22 m² dient voorzien te worden;
- artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
de rechter scheidingsmuur ter hoogte van de daklaag heeft geen opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak;
- artikel 38 Groendaken:
de vrije ruimte op het hoogste platte dak is niet aangelegd als groendak waar dat dit vereist is;
- artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
de riolering wordt gescheiden aangelegd en aangesloten op de bestaande aansluiting, er wordt echter geen aparte hemelwaterafvoer aangeboden aan de straat.
Sectorale wetgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt
geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Functionele inpasbaarheid
Hoewel de aanvraag een nieuwbouwproject betreft, omvat ze geen functiewijziging. De bestaande functie van meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Daenenstraat.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op bouw van een nieuwe meergezinswoning voor begeleid wonen. 4 studio’s (35m²) als sociale huurwoning: 4*0.6 = 2,4 1 appartement als sociale huurwoning: 1 * 0,9 = 0,9 De werkelijke parkeerbehoefte is 3.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit perceel betreft een hoekperceel. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen op een kwalitatieve manier niet toe.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 4. (3 appartementen en 2 studio’s). Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 4 parkeerplaatsen. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen
Er dienen voor dit project 7 goed bereikbare en afsluitbare fietsenstallingen gerealiseerd te worden. Deze werden op de plannen ingetekend in de ruime inkomhal.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het nieuwe bouwvolume benadert het bestaande vergunde volume waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven. In de bestaande toestand wordt uitgegaan van 5 vergund geachte woonentiteiten. Voorliggende aanvraag omvat het realiseren van 4 studio’s en één appartement met gemeenschappelijke voorzieningen, het aantal woonentiteiten blijft dus gelijk. Hoewel dit programma wordt gerealiseerd op een hoekperceel met een beperkte oppervlakte wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel noch van de omgeving worden overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
De kroonlijsten en de horizontale gevelgeleding van de aanpalende panden worden doorgetrokken in de gevels van de nieuwe meergezinswoning, waardoor ze zich mooi inpassen in het straatbeeld. De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De positionering van een leefruimte aan de voorgevel op het gelijkvloers, zorgt ervoor dat de meergezinswoning een levendige plint heeft die de straat aangenaam maakt om in te wonen en te vertoeven.
Het dakterras bevindt zich volgens de geldende voorschriften op een afstand van minstens 1,90m ten opzichte van elke erfscheiding. Er worden bijgevolg vanop het terras geen storende zichten gecreëerd naar de aangrenzende eigendommen. Het terras is niet storend voor de privacy en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden in het advies van Eandis dienen strikt opgevolgd te worden;
3. de kelderopeningen worden maximaal 0,30 m voorbij de rooilijn toegestaan;
4. de rechter scheidingsmuur ter hoogte van de daklaag moet uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
• een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;
• de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium " brandgedrag aan de buitenzijde " te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. de hemelwaterafvoer dient apart aangeboden te worden aan de straat of indien er nog geen gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat dient een wachtaansluiting voor het hemelwater voorzien te worden;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
31 augustus 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
24 september 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
23 november 2018 |
Verslag GOA |
8 november 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, strikt na te leven.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden in het advies van Eandis dienen strikt opgevolgd te worden;
3. de kelderopeningen worden maximaal 0,30 m voorbij de rooilijn toegestaan;
4. de rechter scheidingsmuur ter hoogte van de daklaag moet uitgevoerd worden volgens één van onderstaande mogelijkheden:
• een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak door ter hoogte van de scheimuur het dakpakket minder dik of het volledige dak minder hoog uit te voeren;
• de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium " brandgedrag aan de buitenzijde " te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
5. de hemelwaterafvoer dient apart aangeboden te worden aan de straat of indien er nog geen gescheiden rioleringsstelsel aanwezig is in de straat dient een wachtaansluiting voor het hemelwater voorzien te worden;
6. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.