Terug

2018_CBS_06463 - Omgevingsvergunning - OMV_2018035814. Belgiëlei 40A. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/07/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn  Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_06463 - Omgevingsvergunning - OMV_2018035814. Belgiëlei 40A. District Antwerpen - Goedkeuring 2018_CBS_06463 - Omgevingsvergunning - OMV_2018035814. Belgiëlei 40A. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

14 juni 2018

20 juni 2018

stadsontwikkeling/ mobiliteit

14 juni 2018

19 juni 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

         De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
    De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
    De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
    De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)
    De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)
    De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
     

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
    Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
    De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Functionele inpasbaarheid

Het omvormen van een woning naar een praktijkruimte voor een vrij beroep is functioneel compatibel met de aanwezige woningen in het gebouw en de omgeving.

Ook de stedelijke dienst ‘ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie’ heeft geen bezwaar tegen de voorgestelde functie op deze plaats. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats. 

Uit het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit:

“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van wonen naar praktijkruimte. Het appartement op de eerste verdieping wordt verbouwd naar een praktijkruimte. Op basis van de plannen gaan we ervan uit dat het om een kinépraktijk gaat.

Voor een praktijkruimte (fysiotherapiepraktijk) wordt in de CROW gewerkt met een norm van 1.25ppl per behandelkamer. 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1” 

De plannen voorzien niet in  nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

“Er zijn geen parkeerplaatsen voor deze aanvraag. Er zijn wel enkele bestaande parkeerplaatsen achterin maar het is niet duidelijk hoeveel dit er zijn en in de nota wordt aangegeven dat er geen parkeerplaats is voor de praktijkruimte.” 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

Het kan worden toegestaan dat er minder parkeerplaatsen worden voorzien dan de werkelijke parkeerbehoefte, aangezien de noodzakelijke werken voor het creëren van een bijkomende parkeerplaats niet in verhouding staan tot de aangevraagde werken.  

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan echter verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

“Het bestaande appartement had een parkeerbehoefte van 1. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1.”

Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaats.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0. 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen. 

Het advies Mobiliteit bevat ook het volgende over de fietsvoorzieningen: “Voor de praktijkruimte van 53m2 moeten er geen fietsstalplaatsen voorzien worden (0.53 x 0.60 = 0.3).” 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aangevraagde functiewijziging naar een praktijkruimte heeft geen significante invloed op het ruimtegebruik en de draagkracht van het gebouw. 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels blijven ongewijzigd. 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aangevraagde functiewijziging is niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 mei 2018

Volledig- en ontvankelijk

14 juni 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 augustus 2018

Verslag GOA

4 juli 2018

naam GOA

Brenda Dierckx

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018035814

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Greet Wallyn met als adres Asbroeklaan 4 te 2900 Schoten

Ligging van het project:

Belgiëlei 40A te 2018 Antwerpen (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 6 sectie F nr. 1234H11

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van de functie van wonen naar dienstverlening van een appartement in een meergezinswoning

Omschrijving aanvraag 

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • 13/04/1956: vergunning (18#34939) voor het uitvoeren van veranderingswerken.

Laatst vergunde toestand en bestaande toestand

  • besloten meergezinswoning van 8 bouwlagen onder een plat dak;
  • op elke verdieping bevinden zich twee woonentiteiten;
  • op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich links een doorrij en rechts een ‘showroom’. 

Inhoud van de aanvraag

  • het wijzigen van de functie van wonen naar dienstverlening van een appartement op de eerste verdieping van een meergezinswoning;
  • de om te vormen woning bevindt zich tegen de linker perceelgrens van de eerste verdieping;
  • de verticale circulatie blijft ongewijzigd.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.