Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie |
1 juni 2018 |
20 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Digit - Rio-link (Aquafin nv) |
1 juni 2018 |
2 juli 2018 |
Geen advies |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ mobiliteit |
1 juni 2018 |
7 juni 2018 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie |
1 juni 2018 |
14 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
1 juni 2018 |
1 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel.
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Algemene bouwverordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
Sectorale wetgeving
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er dient opgemerkt dat de erker in de achtergevel, strijdig met de bouwcode, dichter dan 60 cm van de perceelgrens staat. De bouwcode vermeldt hierbij dat deze afstand gevrijwaard dient te blijven om de impact op bezonning, lichttoetreding en privacy op de aanpalende percelen te beperken. Aangezien de erker hier slechts zeer beperkt (+- 30 cm) uit het dakvlak komt is de impact van de eerste twee aspecten onbestaande.
M.b.t. het aspect aangaande privacy dient opgemerkt dat het raam op 60 cm van de perceelgrens blijft. Om bovenstaande redenen kan een afwijking worden toegestaan.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het verbouwen van een handelswoning, waarbij de gelijkvloerse handelsruimte autonoom functioneert, tot een meergezinswoning.
De gevraagde bestemming, zijnde wonen blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Met betrekking tot de omvorming van handelsruimte naar woonruimte dient opgemerkt dat het pand gelegen is op een niet-strategische locatie buiten de afgebakende kernwinkelgebieden en horecagebieden. De omvorming naar woonruimte wordt op deze locatie gunstig beoordeeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden. In de bestaande toestand is er een horecazaak op het gelijkvloers met 1 bovenliggende woning. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 2 bijkomende wooneenheden à 2 x 1 = 2 De werkelijke parkeerbehoefte van de uitbreiding is 2 |
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: ‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten. ’ |
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 29 mei 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 2 plaatsen. |
Fietsvoorzieningen:
Voor de 2 bijkomende appartementen met 1 slaapkamer moeten 4 fietsenstallingen voorzien worden (2 x 2 = 4).
Deze worden ingericht in de kelder en zijn bereikbaar met een trap met fietsgoot.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het opdelen van een handelswoning met een autonoom functionerend gelijkvloers handelspand, momenteel een café, tot een meergezinswoning. Op het gelijkvloers en op de eerste verdieping wordt er telkens één appartement voorzien. Op de tweede en derde verdieping bevindt zich een ruimer duplex-appartement
Het bestaande volledig dicht gebouwde gelijkvloers wordt conform de bouwcode en het RUP maximaal ontpit. Er dient echter opgemerkt dat de achteraan gelegen slaapkamer enkel achteraan een raam heeft dat uitkijkt op het tuintje. Hierdoor ontstaat er naast de slaapkamer een deel van het tuintje waar niemand zicht op heeft. In voorwaarde wordt opgelegd een bijkomend raam te voorzien in de slaapkamer met zicht op dit deel van de tuin. Hierdoor zal de tuin een deel van de kamer worden en omgekeerd wat de gebruikskwaliteit van deze ruimte en van de tuin ten goede komt.
Visueel-vormelijke elementen
De aangevraagde voorgevelwijzigingen beperken zich tot het verkleinen van het raam op het gelijkvloers, het vervangen van het buitenschrijnwerk en het aanpassen van de dakvorm. Het bestaande hellend dak wordt vervangen door een mansardedak met uitsprong. Daar waar de gevel op het gelijkvloers wordt gewijzigd wordt deze afgewerkt met blauwe steen. Opgemerkt dat de rollaag boven de ramen over de gehele breedte van de gevel doorloopt wat de gevel een zekere geleding geeft. In voorwaarde wordt opgelegd deze rollaag boven het raam van het gelijkvloers zichtbaar te houden, de gevelbekleding in natuursteen niet door te trekken over het raam heen.
De aangevraagde gevelwijzigingen worden niet als storend ervaren in de omgeving en kunnen mits naleving van bovenstaande voorwaarde gunstig beoordeeld worden.
Cultuurhistorische aspecten
Dit gebouw vormt geen meerwaarde voor de straat of het gebied met CHE-waarde.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woningen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande verbouwingswerken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Er dient opgemerkt dat er, strijdig met de bouwcode geen gescheiden rioolstelsel voorzien wordt tot aan de straat. Hier kan geen afwijking op worden toegestaan en wordt in voorwaarde opgelegd.
Verder is het onduidelijk of de voorzien septische put correct gedimensioneerd is. In voorwaarde zal worden opgelegd een septische put te voorzien van minimaal 2600 L.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
8 mei 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
1 juni 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 juli 2018 |
Verslag GOA |
4 juli 2018 |
naam GOA |
Brenda Dierckx |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018054337 |
Gegevens van de aanvrager: |
WINVEST Holding met als adres Plantinkaai 5 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Kempischdok-Westkaai 6 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 7 sectie G nr. 157V3 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
verbouwen van een handelshuis naar een pand met 3 appartementen |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.