Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.
Externe adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Advies |
Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie |
30 mei 2018 |
3 juli 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius |
30 mei 2018 |
11 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Digit - PROXIMUS |
30 mei 2018 |
13 juni 2018 |
Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie |
30 mei 2018 |
14 juni 2018 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg |
30 mei 2018 |
19 juni 2018 |
DL adresbeheer (huisnummers) |
30 mei 2018 |
Geen tijdig advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen |
30 mei 2018 |
6 juni 2018 |
Toetsing voorschriften
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 1: zone voor wonen (wo1).
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’.
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt:
Sectorale wetgeving
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werden in de aanvraag enkele afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften geconstateerd.
Zo blijken de dakkapellen op het achterste dakvlak van de woningen de kroonlijst visueel te doorbreken, hetgeen in strijd is met artikel 15 van de bouwcode. Gelet echter op de sterk teruggetrokken ligging van de woningen ten aanzien van het openbaar domein, het feit dat zij daarvandaan niet zichtbaar zijn en dat de dakkapellen zich bovendien in het achterste dakvlak bevinden, wordt geoordeeld dat dit visueel geen storende impact heeft en dat bijgevolg gefundeerd kan afgeweken worden van betreffend artikel.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het optrekken van 4 eengezinswoningen na de aanleg van een toegangsweg op privéterrein. Gelet op de ligging van vermelde kavel in een ontwikkeld woongebied en het feit dat het aantal woningen beperkt blijft en op deze manier degelijk bereikbaar is, is er in deze sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid. In dit geval worden vier nieuwe eengezinswoningen voorzien waardoor de werkelijke parkeerbehoefte 4 bedraagt. |
De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4. Dit aantal is toereikend. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 4 = 0. Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 4 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. |
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande woningen zijn beperkt in aantal en eveneens beperkt in zowel volume als grondinname. De footprint beperkt zich tot 108 à 130 m² en het volume telkens tot louter een gelijkvloers onder hellend dak. Gelet op de inplanting van de volumes, die voldoende afstand onderling en ten aanzien van de omliggende bebouwing respecteert, en op het feit dat slechts 4 woningen op een terrein van ongeveer 3.000 m² een beperkte grondbezettingsgraad met zich meebrengt, is het advies inzake schaal en bouwdichtheid gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
Het gebruik van wit geschilderde baksteen, donkergrijze dakpannen, natuursteen en grijs aluminium schrijnwerk is in harmonie met de meerderheid van de in de omgeving gehanteerde materialen en is een veelvuldig gehanteerde materialisatie voor dit type van bebouwing. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig.
Stedenbouwkundige handelingen
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
• bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
27 april 2018 |
Volledig- en ontvankelijk |
27 mei 2018 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
25 juli 2018 |
Verslag GOA |
6 juli 2018 |
naam GOA |
Martijn Coppoolse |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer : |
OMV_2018036391 |
Gegevens van de aanvrager: |
KOMITO RED met als adres Eikelenbergstraat 20 te 1700 Dilbeek |
Ligging van het project: |
Schriek 227 te 2180 Ekeren ( Antwerpen ) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 35 sectie F nrs. 15G en 17P6 |
Vergunningsplichten: |
stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: |
bouwen van 4 eengezinswoningen |
Omschrijving aanvraag
Stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
Laatst vergunde toestand
Bestaande toestand
Inhoud van de aanvraag
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;
o als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden;
o de wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
o om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
o naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
o om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
o het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook gewoon in Google ‘lijst ETT’ ingeven);
• bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
o het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;
o indien er onvoldoende onverharde ruimte is om bomen te voorzien, moeten er bomen in de verharding voorzien worden, eventueel moet er een tweede maaiveld voorzien worden;
• voor informatie omtrent ‘geschikt doorwortelbaar volume’ en ‘tweede maaiveld’ is het aangewezen om een gecertificeerd bomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook in Google ‘lijst ETT’ ingeven);
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.