Terug

2018_CBS_06442 - Omgevingsvergunning OMV_2018036391 - Schriek 227. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 13/07/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Claude Marinower, schepen; Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, stadssecretaris

Afwezig

Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Glenn  Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, stadssecretaris

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_06442 - Omgevingsvergunning OMV_2018036391 - Schriek 227. District Ekeren - Goedkeuring 2018_CBS_06442 - Omgevingsvergunning OMV_2018036391 - Schriek 227. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar.

Adviezen

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Digit - brandweer/ risicobeheer/ preventie

30 mei 2018

3 juli 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

30 mei 2018

11 juni 2018

Voorwaardelijk gunstig

Digit - PROXIMUS

30 mei 2018

13 juni 2018

Voorwaardelijk gunstig

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie

30 mei 2018

14 juni 2018

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

30 mei 2018

19 juni 2018

DL adresbeheer (huisnummers)

30 mei 2018

Geen tijdig advies ontvangen

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

30 mei 2018

6 juni 2018

Toetsing voorschriften

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen 

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit ruimtelijk uitvoeringsplan ligt het goed in een artikel 1: zone voor wonen (wo1). 

Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’. 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling. 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan. 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
    (De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater. 

  • Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
    (De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

  • Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
    (De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

  • Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
    (De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag. 

  • Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
    (De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punt:

  • Artikel 15: In- en uitsprongen aan daken: de dakkapellen aan de achterzijde van de woningen doorbreken de kroonlijsten;
  • Artikel 29: Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: er zijn inpandig niet voldoende fietsstalplaatsen voor het aantal slaapkamers. 

Sectorale wetgeving

  • MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

  • Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

  • Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
    (De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode. 

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er werden in de aanvraag enkele afwijkingen ten opzichte van de geldende voorschriften geconstateerd.

Zo blijken de dakkapellen op het achterste dakvlak van de woningen de kroonlijst visueel te doorbreken, hetgeen in strijd is met artikel 15 van de bouwcode. Gelet echter op de sterk teruggetrokken ligging van de woningen ten aanzien van het openbaar domein, het feit dat zij daarvandaan niet zichtbaar zijn en dat de dakkapellen zich bovendien in het achterste dakvlak bevinden, wordt geoordeeld dat dit visueel geen storende impact heeft en dat bijgevolg gefundeerd kan afgeweken worden van betreffend artikel. 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet het optrekken van 4 eengezinswoningen na de aanleg van een toegangsweg op privéterrein. Gelet op de ligging van vermelde kavel in een ontwikkeld woongebied en het feit dat het aantal woningen beperkt blijft en op deze manier degelijk bereikbaar is, is er in deze sprake van een correcte functionele inpasbaarheid. 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen. 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per eenheid. In dit geval worden vier nieuwe eengezinswoningen voorzien waardoor de werkelijke parkeerbehoefte 4 bedraagt.

De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit aantal is toereikend.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4 – 4 = 0.

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 – 4 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De geplande woningen zijn beperkt in aantal en eveneens beperkt in zowel volume als grondinname. De footprint beperkt zich tot 108 à 130 m² en het volume telkens tot louter een gelijkvloers onder hellend dak. Gelet op de inplanting van de volumes, die voldoende afstand onderling en ten aanzien van de omliggende bebouwing respecteert, en op het feit dat slechts 4 woningen op een terrein van ongeveer 3.000 m² een beperkte grondbezettingsgraad met zich meebrengt, is het advies inzake schaal en bouwdichtheid gunstig. 

Visueel-vormelijke elementen

Het gebruik van wit geschilderde baksteen, donkergrijze dakpannen, natuursteen en grijs aluminium schrijnwerk is in harmonie met de meerderheid van de in de omgeving gehanteerde materialen en is een veelvuldig gehanteerde materialisatie voor dit type van bebouwing. Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is gunstig. 

Advies aan het college

Stedenbouwkundige handelingen 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden. 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden 

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de sloop van het complex dient gedocumenteerd te worden in woord en beeld (bouwhistoriek, inventarisatie erfgoedkenmerken, opmeting en uitgebreide fotoreportage);
  3. de individuele garages zo her in te richten dat er voldoende ruimte is voor stalplaats voor telkens 4 fietsen, dit overeenkomstig het aantal slaapkamers;
  4. minimaal 4 hoogstammige nieuwe bomen aan te planten en daarbij een boomsoortkeuze van inheemse oorsprong te gebruiken met een minimale plantmaat 18/20 en van eerste grootte;
  5. de bestaande bomen tijdens de bouwwerken minimaal te beschermen als volgt (niet limitatief):
  • in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
  • het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  • graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • de boom drastisch te snoeien (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);
  1. als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden;
  2. de wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
  • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekken geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ...);
  • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;
  1. om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;
  2. naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;
  3. om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;
  4. het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.  Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook gewoon in Google ‘lijst ETT’ ingeven);

• bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

  1. het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;
  2. indien er onvoldoende onverharde ruimte is om bomen te voorzien, moeten er bomen in de verharding voorzien worden, eventueel moet er een tweede maaiveld voorzien worden; 
  3. voor informatie omtrent ‘geschikt doorwortelbaar volume’ en ‘tweede maaiveld’ is het aangewezen om een gecertificeerd bomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook in Google ‘lijst ETT’ ingeven);
  • na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
  • volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
  1. de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem  (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/6309);
  2. na de uitvoering van het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem moet een bekrachtigde nota worden bekomen. De maatregelen en de eventuele voorwaarden uit de bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

27 april 2018

Volledig- en ontvankelijk

27 mei 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

25 juli 2018

Verslag GOA

6 juli 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet. 

Projectnummer :

OMV_2018036391

Gegevens van de aanvrager:

KOMITO RED met als adres Eikelenbergstraat 20 te 1700 Dilbeek

Ligging van het project:

Schriek 227 te 2180 Ekeren ( Antwerpen )

Kadastrale gegevens:

afdeling 35 sectie F nrs. 15G en 17P6

Vergunningsplichten:

stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van 4 eengezinswoningen

Omschrijving aanvraag 

Stedenbouwkundige handelingen 

Relevante voorgeschiedenis

  • er is voor dit perceel geen relevante voorgeschiedenis te vinden in het archief. 

Laatst vergunde toestand

  • niet van toepassing. 

Bestaande toestand

  • het binnenterrein van ongeveer 3.000 vierkante meter wordt bereikt via een 50 meter lange toegangsweg;
  • op het terrein staat op de perceelgrens met Schriek 221 een woning, naar het midden toe staat nog een tuinhuis;
  • op het terrein staan 42 bomen;
  • vanuit het terrein heeft men zicht op het kasteel aan de Edward Caertsstraat 39. 

Inhoud van de aanvraag

  • het betreft de ontwikkeling van een binnengebied met 4 eengezinswoningen;
  • voor de ontwikkeling worden 19 bomen gerooid en 1 woning en 1 tuinhuis afgebroken;
  • de woningen worden 2 aan 2 halfopen gebouwd;
  • de woningen hebben 1 bouwlaag onder hellend dak;
  • de woningen worden opgevat als hedendaagse koetswoningen als voorplan van het nabijgelegen kasteel;
  • in het hellende dak langs de achterzijde zitten dakkappellen die de kroonlijst doorbreken;
  • de toegangsweg wordt aan de straat afgesloten met een poort;
  • de maximale bouwdiepte van de woningen is 10,95 meter;
  • de bouwhoogte bedraagt 9,35 meter;
  • de linkse woningen hebben telkens 108,18 vierkante meter bebouwde oppervlakte, de rechtse 129,20 vierkante meter;
  • de gevels zijn afgewerkt met wit geschilderde baksteen met een arduinen plint, antracietskleurige aluminium ramen en een houten voordeur en poort;
  • op het dak komen donkergrijze dakpannen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is:

  1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
  2. de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken, zijn strikt na te leven;

  3. de sloop van het complex dient gedocumenteerd te worden in woord en beeld (bouwhistoriek, inventarisatie erfgoedkenmerken, opmeting en uitgebreide fotoreportage);
  4. de individuele garages zo her in te richten dat er voldoende ruimte is voor stalplaats voor telkens 4 fietsen, dit overeenkomstig het aantal slaapkamers;
  5. minimaal 4 hoogstammige nieuwe bomen aan te planten en daarbij een boomsoortkeuze van inheemse oorsprong te gebruiken met een minimale plantmaat 18/20 en van eerste grootte;
  6. de bestaande bomen tijdens de bouwwerken minimaal te beschermen als volgt (niet limitatief):
  • in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten  beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
  1. het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;
  2. graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  3. de boom drastisch te snoeien (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);

o als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden;

o de wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:

  • er is voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er werfhekken geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of ander reden niet kan, moet men er vanuit gaan dat de wortelzone even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven,  niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, ...);
  • er is niet voldoende ruimte om de wortelzone volledig af te sluiten: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt worden zonder dat er schade berokkend wordt;

o om uitdroging van de wortelzone te voorkomen tijdens een droogzuiging van de werf, moet water worden gegeven aan de boom, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is;

o naast de wortelzone moeten ook de stam en de  kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden;

o om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de  aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken,  een voldoende hoge kraan voorzien.  Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling;

o het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen.  Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook gewoon in Google ‘lijst ETT’ ingeven);

• bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

o het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. Duurzaam aanplanten wil o.a. zeggen dat voor de nieuwe boom een groeiplaats moet voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;

o indien er onvoldoende onverharde ruimte is om bomen te voorzien, moeten er bomen in de verharding voorzien worden, eventueel moet er een tweede maaiveld voorzien worden; 

• voor informatie omtrent ‘geschikt doorwortelbaar volume’ en ‘tweede maaiveld’ is het aangewezen om een gecertificeerd bomverzorger te raadplegen. Op www.baas-isa.be is een lijst beschikbaar van deze mensen (u kunt ook in Google ‘lijst ETT’ ingeven);

  1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
  2. volgende voorwaarden uit de bekrachtigde archeologienota zijn strikt na te leven:
  • de bouwheer voert het Programma van Maatregelen uit zoals opgenomen in de bekrachtigde archeologienota, met name een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem  (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/6309);
  • na de uitvoering van het archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem moet een bekrachtigde nota worden bekomen. De maatregelen en de eventuele voorwaarden uit de bekrachtigde nota moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.