Terug

2018_CBS_10255 - Omgevingsvergunning - OMV_2018104071. Azalealei 14. District Merksem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 30/11/2018 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Caroline Bastiaens, schepen; Ludo Van Campenhout, schepen; Claude Marinower, schepen; Fons Duchateau, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Marc Van Peel, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Glenn  Verspeet, Plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2018_CBS_10255 - Omgevingsvergunning - OMV_2018104071. Azalealei 14. District Merksem - Weigering 2018_CBS_10255 - Omgevingsvergunning - OMV_2018104071. Azalealei 14. District Merksem - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2018104071

Gegevens van de aanvrager:

de heer Glenn Dhooghe met als adres de Robianostraat 129 te 2150 Borsbeek

Ligging van het project:

Azalealei 14 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 41sectie B nr. 286S5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          30/04/1956: vergunning (103#5495) plaatsen poort in afsluitingsmuur en bouwen garage

-          11/2/1969: vergunning (1974#6050) voor bouwen van 20 autogarages.

 

Laatst vergunde toestand

-          Via een doorrit in de Azalealei 14 wordt het achterliggend terrein bereikt met daarop 20 garageboxen.

 

Bestaande toestand

-          op het terrein zijn achteraan 22 garageboxen geplaatst;

-          er is geen poort aan de straatkant.

Inhoud van de aanvraag

-          het betreft het bouwen van een meergezinswoning boven een doorrit naar achterliggende parkeergarages;

-          het pand heeft 4 bouwlagen onder plat dak;

-          de voorgevel is uitgewerkt in rode baksteen en heeft grijs, aluminium schrijnwerk;

-          de eerste en tweede verdieping hebben halfronde balkonnetjes, geconcipieerd als opengewerkte erkers, die 1,7 meter uitspringen ten opzichte van de voorgevellijn;

-          de balkonerkers hebben een breedte van 2,91 meter en worden bekleed met gegalvaniseerd staal;

-          de bovenste verdieping springt 2 meter in ten opzichte van de voorgevellijn en is vooraan afgewerkt met een witte bepleistering;

-          de borstwering vooraan van de bovenste verdieping is een ondoorzichtig vlak uitgewerkt met natuurleien;

-          op de begane grond springt een glazen inkom naar de bovenliggende appartementen 0,60 meter naar binnen;

-          naast de inkom is een poort om de doorrit af te sluiten op 1,9 meter van de voorgevellijn geplaatst;

-          de achtergevel is op de hoogste verdieping afgewerkt in natuurstenen leien, de eerste en tweede verdieping hebben een witte pleisterlaag;

-          de totale bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping bedraagt 9 meter met de insprong van 0,60 meter bij gerekend;

-          de bouwdiepte van de eerste en tweede verdieping bedraagt 15 meter;

-          achter de inkom zijn er 3 autostaanplaatsen ingetekend;

-          het appartement op de eerste verdieping met een slaapkamer heeft een netto-vloeroppervlakte van 56 vierkante meter;

-          de studio vooraan op de tweede verdieping heeft een netto-vloeroppervlakte van 36 vierkante meter;

-          op de tweede verdieping achteraan bevinden zich de 2 slaapkamers en badkamer van het duplexappartement waarvan de leefruimte op de hoogste verdieping ligt;

-          het duplexappartement heeft een netto-vloeroppervlakte van 61 vierkante meter;

-          op het terrein met de garageboxen wordt een fietsberging geplaatst met plaats voor 6 fietsen. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college conform artikel 4.7.17 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar dat bij dit besluit is gevoegd.

De aanvraag handelt over de bouw van een meergezinswoning boven een doorrit naar achtergelegen garageboxen. Het éénslaapkamer appartement op de eerste verdieping heeft een netto vloeroppervlakte van 54.6 m² en een terras van 4 m². De studio vooraan op de tweede verdieping heeft een netto vloeroppervlakte van 35.4 m² en een terras van 4 m², op deze verdieping bevinden zich ook de twee slaapkamers en de badkamer van een duplex appartement waarvan de leefruimtes zich op de derde verdieping bevinden. Het netto vloeroppervlak van de duplex bedraagt 57.8 m² met een terras van 6.6 m². Op het gelijkvloers bevinden zich de inkomhal, de bergingen en meterlokaal en ook de doorgang naar de achter gelegen fietsenberging en autostaanplaatsen. De voorgevel is maar 5.06 m breed en beantwoordt niet aan de richtlijnen van artikel 12 – “levendige plint” – van de bouwcode, aangezien de gevelbreedte kleiner is dan 8 m is principieel een toegangspoort niet toegestaan.

Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te stimuleren dienen minimale netto oppervlaktes aangehouden, zoals hieronder aangegeven, woonruimtes en slaapkamers dienen voldoend groot te zijn om bruikbaar te zijn, de oppervlaktes van verblijfsruimtes dienen in een goede verhouding tot elkaar te staan en tot het aantal slaapkamers.

De aanvraag gaat over een nieuwbouw en omvat een mix van een studio, een éénslaapkamer appartementen en een tweeslaapkamer duplex. Om te beantwoorden aan de draagkracht, een gezonde mix van wooneenheden, voldoende leef- en woonkwaliteit en te voldoen aan de goede ruimtelijke ordening dient een project uit een mix van één-, twee- en indien mogelijk van drieslaapkamer appartementen te bestaan. Dergelijke units dienen respectievelijk over een minimale netto vloeroppervlakte te beschikken van 60 m², 80 m² en 110 m², deze aanvraag voldoet niet aan deze vereiste en komt bijgevolg niet in aanmerking voor vergunning.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

3 oktober 2018

31 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius

3 oktober 2018

10 oktober 2018

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ mobiliteit

3 oktober 2018

15 oktober 2018

Onafhankelijke Diensten/dienst Strategische Coördinatie/Loketwerking/Stadsloketten/Huisnummeringsteam

3 oktober 2018

4 oktober 2018

 

Toetsing voorschriften

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s’

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het gewestplan kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar PLANNING > Plannen > Bestemmingsplan > Gewestplan

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Overwelven waterlopen: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven of inbuizen van niet geklasseerde waterlopen en waterlopen van 3de categorie (verder genoemd verordening overwelven waterlopen), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 26 januari 2009 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 juni 2009.
(De verordening overwelven waterlopen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘overwelven waterlopen’)

De verordening overwelven waterlopen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘bouwcode’)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-          artikel 6 Harmonie en draagkracht:
in de straat zijn er verschillende erkers te vinden, maar geen zo ver uitstekend als de balkonerker van de aanvraag;

-          artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
de funderingen zijn geen 1,75 meter diep volgens de snede.

 

Sectorale wetgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen  voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 6 van de bouwcode. In de straat komen meerdere erkers voor, echter niet van deze omvang als de balkonerker van de aanvraag. De aanvraag voorziet een balkon dat ca. 1,5 m uitsteekt tegenover het gevelvlak. De erkers in het straatbeeld steken ca. 0,6 m uit tegenover het gevelvlak. Het verschil is toch aanzienlijk en dus niet in harmonie.

Tevens is de plaatsing van het balkon in het gevelvlak niet symmetrisch. Het balkon wordt op ca. 1 m van de linker perceelgrens en ca. 1,75 m van de rechter perceelgrens geplaatst. Nergens in de aanvraag kan worden uitgemaakt waarom niet deze plaatsing wordt toegepast. In de omgeving worden de erkers uitgelijnd met de raamverdeling of geplaatst zodat de verdeling in het gevelvlak symmetrisch is. Door de uitkraging en het niet symmetrisch zijn van het balkonerker, is de aanvraag niet in harmonie met de omgeving. De afwijking is ruimtelijk niet aanvaardbaar.

Het balkonerker kan door een paar ingrepen wel in harmonie worden gebracht. Door het balkon op 1 m van beide perceelgrenzen te plaatsen en de diepte te beperken tot ca. 1,5 m ontstaat een evenwichtiger gevelvlak. Logischer wijs dienen de raamopeningen en verdeling dan ook te worden aangepast. In voorwaarden wordt meegenomen dat het balkonerker en raamopeningen moeten worden aangepast conform de in rood aangepaste plannen.

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag omvat het bouwen van een meergezinswoning bestaande uit 3 wooneenheden. Een meergezinswoning is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Azalealei.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. Dit project bestaat uit 3 units. De parkeerbehoefte hiervoor bedraagt 3.

De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Het project  voorziet 3 parkeerplaatsen onder het pand op het gelijkvloers en er zijn twee garageboxen meer gerealiseerd op het achterterrein dan vergund. Hiervoor neemt het project een deel van de ruimte in die oorspronkelijk was bedoeld als toegangsweg voor de achterliggende garages. Deze toegangsweg blijft behouden maar versmald tot 4m90, inclusief de parkeerplaatsen evenwijdig met de inrit.

De parkeerplaatsen zijn 2m20 breed. De doorgangsruimte die nog overblijft bedraagt 2m70. De ruimte die nog vrij moet zijn langs deze parkeerplaatsen moet minstens 3m bedragen. De parkeerplaatsen in de doorrit kunnen daarom niet goedgekeurd worden.

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2 .

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’ De bestaande doorrit kan echter in gebruik blijven en de twee te regulariseren garageboxen kunnen worden toegekend aan de nieuwe entiteiten.

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 2 = 1 .

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 1 = 3 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.

 

Fietsvoorzieningen

De fietsparkeerbehoefte wordt berekend op het aantal slaapkamers per woning vermeerderd met 1. Het project bestaat uit 3 units: 1 met 0 slaapkamers, 1 met 1 slaapkamer en 2 met 1 slaapkamers.

De totale fietsparkeerbehoefte bedraagt 6 = 1 x (0+1) + 1 x (1+1) + 1 x (2+1)

Er wordt een fietsenberging voorzien met plaats voor 6 fietsen. Er wordt onvoldoende plaats voorzien voor fietsen comfortabel uit de stalling te halen doordat deze te dicht tegen de bestaande garages is gelegen. Ook voor grotere types fietsen is deze berging onbruikbaar.

 

Aangezien de parkeerplaatsen niet kunnen worden gebruikt en de fietsenberging op de voorgestelde locatie niet bruikbaar is, kunnen de nodige fietsstalplaatsen worden verplaatst. Op de gelijkvloerse verdieping kan de zone van de eerste parkeerplaats, onder het toekomstig hoofdvolume, worden ingericht als een fietsstalplaats. Deze kan worden afgesloten door middel van een hekwerk van de onderdoorrit. Dit wordt meegenomen naar de voorwaarden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het gebouw past zich niet volledig in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving, doch richt zich naar de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen of de voorbespreking. De schaal van de aanvraag is daarmee in overeenstemming.
 

Visueel-vormelijke elementen

De gevels worden afgewerkt met rode baksteen, gegalvaniseerd staal, natuurleien, witte bepleistering en alu grijs buitenschrijnwerk. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Aangaande de overkapping achteraan het hoofdvolume, voorbij 15 m bouwdiepte, draagt als groendak bij aan de woonkwaliteit van de bovengelegen en belendende wooneenheden. De tuinmuren waartussen de overkapping moet worden gerealiseerd bestaan uit betonplaten en volle muren. De tuinmuren zullen als volwaardige scheimuren worden uitgevoerd alvorens de overkapping ertussen geplaatst kan worden. |Aangezien niet uit de plannen kan worden opgemaakt of dit in de aanvraag is voorzien, zal dit als voorwaarde worden meegenomen in de eventuele vergunning. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de fundering tot 1,75 diep te voorzien, conform artikel 34 van de bouwcode;

3.      de tuinmuren onder de overkapping uit te voeren als scheimuren conform artikel 34 van de bouwcode;=

4.      balkonerker en raamopeningen aanpassen conform de in rood aangepaste grondplannen en gevel;

5.      de fietsenberging verplaatsen naar de eerste parkeerplaats, onder het toekomstig hoofdvolume, en inrichten conform artikel 29 van de bouwcode;

6.      groendaken uit te voeren conform artikel 38 van de bouwcode;

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 september 2018

Volledig- en ontvankelijk

3 oktober 2018

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

2 december 2018

Verslag GOA

19 november 2018

naam GOA

Martijn Coppoolse

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

 

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

 

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.